Genesis 9:26,27 De HERE belooft de Verlosser voor alle volken Advent 3

15-12-2015 16:03

 

 

Genesis 9:26,27   Avondmaal   Advent 3

 

DE HERE BELOOFT DE VERLOSSER VOOR ALLE VOLKEN

1. Voor Sem

2. Voor Jafet

3. Voor Cham

 

 

Votum

Vrede/Zegengroet  (toelichten)

Psalm  106:1,2

Lezing van Gods wet

Psalm  79:3,5

Gebed

Viering van het Heilig Avondmaal

Terwijl we aan tafel gaan:                Zingen:  Psalm 116:1,2

1. Lezen   Genesis 9:18-28                Zingen:  Psalm 116:3

Terwijl we van tafel gaan                  Zingen: Psalm 116:4

2. Lezen   Romeinen 11:11-24          Zingen:  Psalm 116:5

Terwijl we van tafel gaan                  Zingen: Psalm 116:6

3. Lezen    Openbaring 7:9-17          Zingen: Psalm 116:7

Terwijl we van tafel gaan                  Zingen Psalm 116:8,9,10

Slot formulier

Psalm  87

Collecte

Psalm  106:21,22

Zegen

 

 

Broeders en zusters, jongens en meisjes, geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus

 

1. In de aanloop naar het kerstfeest zijn we in het paradijs begonnen.  Het was er zo mooi, zo goed. Zo vol van vrede en daarom ook zo vol van het echte geluk. Vol van een leven met de HERE dat zo goed is. Dat je leven tot zijn of haar doel brengt.

Dan zien we hoe wij als mensen zelf helemaal onnodig voor het ongeluk kiezen. Voor de dood.  Wij staan er in het paradijs als bedreigde mensen hulpeloos en schuldig op weg naar een leven zonder Gods liefde en bescherming. Dan komt de HERE met die geweldige moederbelofte. Die belofte van de Verlosser, die belofte  van vergeving en genade door Hem naar Adam en Eva. Naar ons als mensen.  Die belofte is nog de enige hoop voor ons als mensen.

Als je er op let hoe wij als mensen met die belofte omgaan dan zou je zeggen dat het eigenlijk onmogelijk is dat die belofte ook echt werkelijkheid wordt. Wat een tegenstand, wat een ondankbaarheid van de kant van de mensen. Dat zie je als je er op let wat de nakomelingen van Adam en Eva op deze wereld doen. De grote meerderheid leeft op een manier dat ze zich weinig tot niets van de HERE aantrekken.  Na meer dan 1600 jaar na de schepping is het een losbandige troep op aarde. Er leven dan zeker miljoenen mensen op aarde. Weet je hoe klein de kerk op dat moment geworden is?  Nog veel kleiner dan onze gemeente nu. De kerk is niet meer dan 8 mensen! Stel je dat eens voor dat we in Nederland nog met 8 mensen bij elkaar zouden komen.  Een gezin die nog met liefde de HERE wil dienen, die nog echt met Christus als de redder van zonden en schuld wil leven.

Zo was het in de tijd van Noach wel!  De Here Jezus zegt er dit over:

“En zoals het gebeurde in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen. Zij aten, zij dronken, zij namen ten huwelijk en zij werden ten huwelijk gegeven tot op de dag waarop Noach de ark binnenging en de zondvloed kwam en hen allen om deed komen.” Lukas 17:26,27 HSV

Dan zie je hoe groot Gods liefde en trouw is. Hoe trouw Hij is aan Zijn belofte ondanks de massale ontrouw van mensen. De zondvloed komt maar vernietigd niet de hele mensheid. Noach en zijn gezin worden gered. Je ziet hier hoe nodig we het geloof, de band in liefde met de HERE hebben om echt te leven. Je zou zeggen dat de mensen nu toch wel heel dicht bij de HERE zouden blijven leven. Dat ze toch wel in grote strijd tegen de zondige verlangens in eigen hart dicht bij de HERE en ver van het doen van zonden zouden blijven. Dan zie je hoe sterk de macht van de zonde in ons leven is. Noach zelf  bedrinkt zich. Zijn zoon Cham en met hem Noach’s  kleinzoon Kanaän  bedekken de zonden van Noach niet en helpen hem niet verder. Nee, zij vertellen graag over Noach zonde. Zo zie je de zonden al weer bij het begin van de nieuwe mensheid.

Wat doet de HERE dan. Komt Hij met Zijn oordeel en zegt nou is het toch met alle mensen voor altijd afgelopen? Nee, Hij is trouw aan Zijn belofte van de Verlosser die gaat komen. De Geest zorgt er voor dat Noach na zijn zonde dat ook ziet, dat ook gelooft en daarvan in een profetie juicht.

Je kunt het vergelijken met de Avondmaalstafel die hier staat omdat de grote nakomeling van Noach Jezus Christus als de beloofde Redder gekomen is.  Je weet dat je hier niet als een onschuldig mens zit. Je zit hier niet als iemand die kan zeggen:  Here ik heb het de afgelopen tijd zo goed gedaan. Daarom kom ik bij u aan tafel want ik verdien het dat U mij het eeuwige leven geeft.” Wie hier zo zit moet gauw naar huis gaan en zich schamen en zijn of haar schuld voor de HERE gaan belijden.

Wie van uit de erkenning en berouw over eigen zonden avondmaal viert mag met Noach juichen in de HERE. Die mag met een dankbaar hart zeggen:  “Gezegend is de HERE, de God van Sem.” 

Dan leer je om de HERE te zegenen. Dat klinkt je misschien gek in de oren. Hoe kunnen wij de HERE nu zegenen? Wij staan toch onder de HERE?  Zegenen betekent als mensen dat doen ten aan zien van God dat je zegt:  “Wat is de HERE geweldig, Niemand is groter en beter dan Hij. Je beveelt de HERE als de enige en levende God aan alle andere mensen aan. De God van Sem!  De HERE gaat door de nakomelingen van Sem toch op weg naar de komst van Christus. Dat is het grote geheim van de geschiedenis.  Ook voor Jafet. Daarover bij de volgende tafel.

 

2.  Noach spreekt hier over de God van Sem die hij zegent. Die Hij de eer geeft als de enige God en Redder. Het is deze God die Noach en zijn gezin gered heeft en daarmee de hele wereld weer hoop gegeven heeft. Het leven zonder de HERE, een leven volgens ons eigen zondige hart geeft geen hoop. Dat brengt hoop en plezier die verdwijnt en altijd zoeken we weer tijdelijk plezier en uiteindelijk verdwijnt dat in de dood en in een bestaan waar uit alle liefde verdwenen is. Die ene God die Noach dient en die belooft dat uit Noach ’s  nageslacht  de Redder komt die voor hoop en een heerlijk leven zonder einde zorgt, wordt nu de God van Sem genoemd.  Zoals we later lezen over de God van Abraham, Izak en Jakob.   Dat betekent dat de lijn naar de Verlosser zal lopen over Sem. Sem ontvangt die geweldige zegen, dat heerlijke voorrecht van god dat uit zijn nakomelingen de beloofde Redder geboren gaat worden.

Als je dat hoort, komt er wel een andere vraag naar voren. Hoe zit het dan met die twee broers? Wat heeft het leven voor zin voor de nakomelingen van Jafeth en Cham?  Als je verder naar de geschiedenis kijkt kun je die vraag ook stellen over andere volken als  Israël die uit Abraham zijn voortgekomen. Is er alleen toekomst voor het volk Israël dat uit Sem is voortgekomen?

Dan zie je in onze tekst al weer die knop die later in de Bijbel verder opengaat.

Dan lezen we hier: “God breide Jafet uit, en hij wone in de tenten van Sem.”  De zegen die Sem krijgt is een zegen waar de anderen in mogen delen!  De HERE is niet de God die mensen uitsluit van de verlossing. Hij roept ons juist tot Christus en zo tot een leven in de blijdschap dat je een gered kind van de HERE bent. Door het geloof dat Hij jou en mij door de Heilige Geest wil geven.

Hoe krijgen de nakomelingen nu deel aan die liefde en genade van God. Door te wonen in de tenten van Sem.  Dus door te erkennen dat de Verlosser die een nakomeling van Sem de Redder is die ook zij nodig hebben!  Als je denkt dat je alleen gered kunt worden door jezelf, door iemand uit je eigen familie, door iemand van je eigen volk of ras dan let je niet op God maar op je eigen menselijke dingen.   Wat is het belangrijk dat we onze verlossing buiten onszelf zoeken! Bij Christus die uit het geslacht van Sem komt. We zijn als Nederlanders in grote meerderheid nakomelingen van Jafet.  Wij mogen delen in de zegen die de HERE aan Sem gegeven heeft als we niet zeggen dat het Nederlander zijn het belangrijkste is. Als we niet zoals mensen als Wilders andere mensen in nood willen uitsluiten omdat ze van een ander volk of ras zijn. Gods liefde en oproep tot bekering gaat tot mensen van alle volken!  De HERE roept vanuit Sem, Hij roept vanuit Jeruzalem en Zijn boodschap om tot Christus te komen gaat zo tot alle volken. Op een prachtige manier lezen we dat bijvoorbeeld ook in Jesaja 2:

“Het zal in het laatste der dagen geschieden

dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan

als de hoogste van de bergen,

en dat hij verheven zal worden boven de heuvels,

en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen.

3 Vele volken zullen gaan en zeggen:

Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE,

naar het huis van de God van Jakob;

dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen,

en zullen wij Zijn paden bewandelen.

Want uit Sion zal de wet uitgaan,

en het woord van de HEERE uit Jeruzalem.”  Vs 2,3  

Wie tot Christus komt, komt naar Jeruzalem waar Christus de grote nakomeling Zijn leven heeft gegeven, waar Hij is opgestaan, waar Hij Zijn Geest aan Zijn leerlingen heeft gegeven. Zijn Geest om over de hele wereld aan alle volken het evangelie van vergeving en redding door Christus alleen te gaan brengen. Leef zo met de God van Sem, wees hem als nakomeling van Jafet dankbaar dan ben je kind van God en deel van Gods geredde volk.  Maar wat dan met de vloek die over Kanaän kwam en zo ook zijn vader Cham trof?  Daarover aan de laatste tafel.

 

3.  Bij de vorige tafel hebben we een deel van Romeinen 11 gelezen. Geldt wat we daar hebben gelezen alleen voor de nakomelingen van Jafet en van de andere volken dan Israël die uit Sem zijn voortgekomen?  Het is duidelijk dat we ons als gelovigen uit andere volken dan Israël niet tegenover de Joden mogen verheffen. Wie gelooft wordt geënt op de stam waaruit Jezus Christus is voortgekomen. We hebben allemaal de Here Jezus nodig en nodig dat we van de genade die Hij verdiend heeft leven.

Daarvan zijn ondanks de straf en de vloek die over Kanaän is uitgesproken Cham en Kanaän en hun nakomelingen niet uitgesloten!  Het is niet zo dat een deel van de wereldbevolking zo onder de vloek ligt dat voor hen de komst van Christus geen hoop geeft. Het is zelfs zo dat voor nakomelingen van Kanaän er ook in de tijd van het Oude Testament hoop en verlossing was als ze bij de HERE hun redding en hun leven zochten. Ik noem daarvan twee voorbeelden.

De eerste is de hoer Rachab die zich en Jericho tot de HERE bekeert en in Zijn dienst wil gaan staan. Zij is een Kanaanitische die zich bij Gods volk aansluit en zo uitspreek dat Israël ’s God haar God is en dat zij haar zondige leven achter zich wil laten en met Hem leven. Zij wordt met haar familie gered en zelfs als vrouw ingeschakeld als een van de voorouders van de Here Jezus.

Het tweede voorbeeld zijn de Gibeonieten.  Dat volk weet door een list een verbond met Israël te sluiten. Als de Israëlieten zover Kanaän zijn ingetrokken komen ze ook bij de Gibeonieten. Die beroepen zich op hun verbond met Israël. Dan zie je hoe er ook voor hun hoop is als ze zich namelijk erin schikken dat ze knechten zullen zijn onder het volk Israël.  Als ze zich schikken in de positie die ze dan hebben, mogen ze deel van Gods volk zijn.

Ook hierin ligt voor ons vandaag een heel belangrijke les. Het gaat niet om jouw of mijn positie in de samenleving of in de kerk. Wij mogen in de positie en de taak die we in het leven hebben gekregen kind van God zijn. Ook als we eigenlijk meer willen maar dat lukt niet of dat moet op een manier die tegen Gods wil in gaat, kunnen we tevreden zijn met de positie die we hebben. Zelfs als je om een misdaad in de gevangenis komt en je hebt door Gods Geest berouw gekregen van wat je gedaan hebt en je belijdt het vanuit je hart dan mag je kind van God zijn. Al zou je levenslang in de gevangenis moeten zitten.

Na christus werk op aarde is het niet meer zo dat er een volk nog onder een vloek ligt waardoor wij ze als knechten of slaven zouden mogen behandelen. Het is nu zo dat van welk volk je ook bent je door het geloof in Christus echt voluit een broeder of zuster van alle andere gelovigen bent. In Christus zijn we deel van Gods volk. Christus heeft ook de vloek voor de nakomelingen van Cham en Kanaän gedragen en zij mogen volop deel zijn van Christus kerk. Ras of huidskleur mag in Christus kerk geen rol spelen. Allen het echte geloof, het volgen van Christus als je Heer en Verlosser.

Het is juist daarom dat we in Openb 7 hebben gelezen :

“Daarna zag ik, en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk en stammen en natiën en talen stonden voor de troon en voor het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen.  En zij riepen met luider stem en zeiden:  De zaligheid is van onze God, die op de troon gezeten is, en van het Lam!” vs 9,10

Het gaat er om dat we persoonlijk en samen vol verwondering ons leven, onze vergeving, onze bekering bij de HERE zoeken. Bij het lam dat Hij gestuurd heeft voor de hele wereld, voor mensen uit alle volken. Bij Jezus Christus!  Dan is het niet belangrijk dat je Nederlanders, Duitser, Syriër, Pakistaan of Nigeriaan bent.  Dan gaat het erom dat we samen echt christen zijn met hart en nieren. Dat wil de Geest je geven en in je sterker maken ook door de viering van het Avondmaal vandaag.