Gods kind leeft!!!
GODS KIND LEEFT!
Soms moeten dingen je van je hart. Dat is ook zo met wat ik hieronder geschreven heb. het is een uitbreiding van wat ik 9 maart 2014 bij de tafelgesprekken bij de viering van het Avondmaal gezegd heb.
Hebben of krijgen de gelovigen het eeuwige leven? Is het eeuwige leven iets van de toekomst of ook al van nu? Begint het echte leven nu al of stelt het leven hier op aarde eigenlijk niets voor en gaat het alleen maar om later? Later in de hemel of later op de nieuwe aarde.
Leven we alleen voor nu?
God is uit het leven van veel mensen verdwenen. We leven in een samenleving waar God uit het leven van steden en dorpen verdwenen is. Terwijl Hij uiterlijk daar vijftig of zestig jaar nog heel nadrukkelijk aanwezig was. Mensen gingen naar de kerk. Ze organiseerden zich in christelijke verenigingen. Er werd door de mensen onderling over God en over de Bijbel gesproken. Kinderen werden opgevoed met de bijbel. Op school en thuis.
Nu gebeurt dat veel minder. Het lijkt er soms op alsof alleen een lege kerk nog aan die tijd herinnert. Ook op het platteland. Dan krijg je boektitels als: “Hoe God verdween uit Jorwerd”.[1] Dan lees je een boek dat duidelijk maakt hoe een familie in een generatie God kwijtraakt. Ik denk nu aan het boek van Oek de Jong: Pier en Oceaan.[2]
Je kunt Nederland geen christelijk land meer noemen. Al meer is in ons leven het gevoel binnengekomen dat we leven voor hier en nu. Op een heel aangrijpende manier heeft Frits de Lange dit zo verwoord: “Tot aan de achttiende eeuw was het voor niemand een vraag: mens was er zeker dat het aardse leven een voorbereiding is op het hiernamaals, het tijdelijke een testfase voor de eeuwigheid. ‘In de opstanding geloofden ze allemaal,’ meldt de historicus Arie van Deursen over de ouden van dagen in het zeventiende-eeuwse dorp Graft. Hierin ligt misschien wel de grootste omwenteling in de levensloop, tussen de zeventiende eeuw en ons: de moderne mens leeft aanzienlijk langer, maar heeft het uitzicht op het eeuwige leven verloren. In absoluut opzicht is het levensperspectief eigenlijk alleen maar ingekrompen, de toegenomen levensverwachting ten spijt. Vroeger leefden we eeuwig, nu worden we slechts honderd. De zin van de oude dag ligt niet meer in de voorbereiding op het sterven, maar in de voltooiing van het leven.”[3]
Het leven is er voor nu en hier. Je moet uit het leven halen wat er in zit. Je moet er daarom vooral jong blijven uitzien. Je moet er echt alles aan doen om gezond te blijven. Het leven is zo kort en als je er niet van geniet is het leven alleen maar een last. Waar God uit het leven verdwijnt is het niet vreemd dat er zo gedacht en geleefd wordt. Waar Christus niet meer als Verlosser gekend wordt, is het logisch dat er zo gevoeld wordt.
Dat maakt Paulus duidelijk wanneer hij aan de gemeente van Korinthe schrijft. Als er geen opstanding uit de dood is, als Christus niet echt uit de dood opgestaan is wat betekent dat voor het leven? Daarover lezen we in 1 Korinthe o.a. dit: “En als er geen opstanding van de doden is, dan is Christus ook niet opgewekt. En als Christus niet is opgewekt, dan is onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof. En dan blijken wij ook valse getuigen van God te zijn. Wij hebben namelijk van God getuigd dat Hij Christus heeft opgewekt, terwijl Hij Die niet heeft opgewekt als inderdaad de doden niet opgewekt worden. Immers, als de doden niet opgewekt worden, is ook Christus niet opgewekt. En als Christus niet is opgewekt, is uw geloof zinloos; u bent dan nog in uw zonden. Dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn, verloren. Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen. ….. Ik sterf elke dag, en betuig dit bij de roem die ik over u heb in Christus Jezus, onze Heere.
Als ik, naar de mens gesproken, tegen wilde beesten heb gevochten in Efeze, wat voor nut heeft dat dan voor mij, als de doden niet opgewekt worden? Laten wij dan maar eten en drinken, want morgen sterven wij.” 1 Kor 15: 13-19 …31,32
Een gelovige leeft niet alleen voor dit leven. Hij weet dat er meer is en bereidt zich daarop voor. Een christen kan dan ook ontspannen in het leven staan. Het is niet nodig om alles mee te maken in je leven. Het is niet nodig om in dit leven alles gezien te hebben want er wacht nog een eeuwig leven op de nieuwe aarde waar ik zoveel mag zien. Zoveel moois dat God gemaakt heeft. Het leven van Gods kinderen is een in liefde tot God je voorbereiden op wat we bijvoorbeeld in 2 Korinthe 5 lezen: “Maar wij hebben goede moed en wij hebben er meer behagen in om uit het lichaam uit te wonen en bij de Heere in te wonen. Daarom stellen wij er ook een eer in, hetzij inwonend, hetzij uitwonend, om Hem welbehaaglijk te zijn. Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat ieder vergelding ontvangt voor wat hij door middel van zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.” Vs 8-10
We leven nu tot eer van God. Het leven op deze aarde is niet minderwaardig. Ook hier leven we als gelovigen om in opdracht van God ons werk te doen in liefde tot Hem en onze naaste. Dat is een actief leven. Maar we gaan niet in dit leven op. Er is meer.
Alleen leven voor later?
Is het leven van een christen een leven waarbij alleen de toekomst telt? Is het leven hier op aarde eigenlijk minderwaardig? Is het eigenlijk niet zo dat we de hele dag met geestelijke dingen bezig zouden moeten zijn en het gewone leven zoveel mogelijk achter ons laten? Kun je zeggen dat het hier beneden niet is en dat het alleen om de hemel of over nog later gaat?
Is het klooster of het kluizenaar zijn ons eigenlijk ideaal?
Zo is het zeker niet. De HERE heeft ons op deze wereld een plaats gegeven om Zijn opdracht uit te voeren. Kijk maar eens in Genesis 1:26-28. De wereld is Gods wereld. Wij zijn er om die wereld zo te bewerken, zo te ontplooien dat juist de Schepper van de wereld daarvoor de eer krijgt.
Dat ook het heel gewone leven bij een leven voor God hoort zie je bijvoorbeeld in Paulus brieven aan de gemeente van Thessalonica. Daar zijn mensen tot geloof gekomen die nu denken dat ze het gewone werk moeten laten liggen en zich alleen met bidden en het uitdragen van het evangelie bezig moeten zijn. Dat zou iedere christen moeten doen en dan zorgt God wel. Daarover schrijft Paulus geleid door de Heilige Geest o.a. dit: “Want ook toen wij bij u waren, bevalen wij u dit: als iemand niet wil werken, zal hij ook niet eten. Want wij horen dat sommigen onder u ongeregeld wandelen; zij werken niet, maar zijn bezig met nutteloze dingen. Zulke mensen bevelen wij en sporen wij namens onze Heere Jezus Christus aan dat zij in alle rust aan het werk gaan en hun eigen brood eten.” 2 Thes 3:10-12
De verbinding tussen de hemel en de aarde voor de gelovige die op aarde leeft is dat hij omhoog kijkt. Dat hij op de Here let als Zijn God en Koning en dat Hij op aarde wil leven volgens de wil van zijn hemelse Vader. Zie o.a. Kol 3.
Het leven nu en later in de hemel en op de nieuwe aarde hebben alles met elkaar te maken. Ze staan als je door Christus te kennen de werkelijkheid kent in een lijn. Dat zie je als je er op let hoe vooral de apostel Johannes over het leven van een kind van God spreekt. Dat is èèn leven. Daarover hieronder meer.
Eèn eeuwig leven!
Wanneer begint nu het eeuwige leven? Wanneer kun je zeggen dat je leven niet meer stuk kan? Het heerlijke is dat je mag zeggen dat het zo is vanaf het moment dat je met Christus als je God, Koning en Verlosser leeft. Wie in geloof met de HERE leeft, heeft het eeuwige leven gekregen. Dat wil niet zeggen dat er tussen nu en later geen verschil is. Dat wil niet zeggen dat er tussen hier en de hemel en de nieuwe aarde geen verschil is.
Toch krijg je het eeuwige leven nu al als je met Christus leeft. Wat er in je leven ook gebeurt, wat je ook voor een verdriet en ellende meemaakt toch mag je dan weten dat je het eeuwige leven hebt en dat niets en niemand dat je kan afnemen.
Laten we bij een paar plaatsen in de Bijbel stilstaan waar de heilige Geest de apostel Johannes in dienst neemt.
a. Johannes 3:14-17 ….36 “En zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. ….. Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem.“
Je ziet hier dat de Here Jezus naar de wereld gekomen is om mensen het eeuwige leven te geven. Dat eeuwige leven hebben ze niet van zichzelf. In de verzen hiervoor heeft de Here Jezus aan Nikodemus duidelijk gemaakt dat je daarvoor een ander mens moet worden. Vanuit de hemel geboren moet worden. Het is de Geest die je dat nieuwe, wedergeboren leven wil geven. Zonder dat werk van de Geest in je bent je dood. Besta je maar leef je niet. Loopt je bestaan op een voor altijd ellendig bestaan uit. In dat bestaan staan we als mensen na de zondeval. Christus is gekomen om ons daaruit te redden. Om door Hem niet verloren te gaan maar te leven! Om hier op aarde waar nog veel ellende is dat leven te krijgen. Nu al! Wie in Hem gelooft heeft eeuwig leven. Je bent dan een nieuwe mens geworden. Christus heeft door Zijn kruisiging en opstanding verdiend dat je dat leven krijgt en niet meer kan verliezen. De overste van de wereld, de duivel moet dan afstand van je doen. Kan jou niet meenemen in de eeuwige dood. De reden is dat door Christus het eeuwige leven jouw bestaan is binnengekomen.
b. Juist bij de dood van een kind van God komt het zo bijzonder uit dat het leven door Christus je leven is binnengekomen. We letten op wat de Here Jezus in Joh 11 zegt: “Martha zei tegen Hem: Ik weet dat hij zal opstaan bij de opstanding op de laatste dag. Jezus zei tegen haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat? Zij zei tegen Hem: Ja, Heere, ik geloof dat U de Christus bent, de Zoon van God, Die in de wereld komen zou.` vs 24-27
Het leven dat in het bestaan van Gods kind is binnengekomen, heeft grote betekenis voor het sterven. Zelfs zo dat de Here Jezus zegt dat wie in Hem gelooft niet sterft! De reden daarvoor is dat Hij de Opstanding en het Leven is. Christus heeft laten zien dat doordat Hij Zijn werk als Verlosser voor 100% gedaan heeft Hij voor wie in Hem gelooft de Opstanding en het Leven is. De Here Jezus kon aan het kruis zeggen: het is volbracht. Juist toen kwam de tijd dat Hij zelf besloot om te sterven. Hij gaf actief de geest. Hij was de enige mens die daartoe van Vader in de hemel de bevoegdheid gekregen had. We horen dat de Here Jezus vertellen in Johannes 10: “Daarom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik Mijn leven geef om het opnieuw te nemen. Niemand neemt het van Mij af, maar Ik geef het uit Mijzelf, Ik heb macht het te geven, en heb macht het opnieuw te nemen. Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen.” Joh 10:17,18
Let er eens op dat de dood de Here Jezus niet is overkomen. De Here Jezus is niet gestikt zoals in de Passion ons wordt verteld. Het was zelfs de duivel niet die de Here Jezus gedood heeft. Nee, toen Hij Zijn werk als Verlosser helemaal gedaan het, was het tijd om te sterven. Jezus tijd om te sterven volgens God plan was er. Het is niet de dood of de duivel die nu Jezus in handen heeft. Hij heeft nog altijd Zijn bestaan in handen. Het leven is in feite niet van de Here Jezus geweken. Zijn hart als mens klopt niet meer en toch leeft Hij en heeft Hij Zijn leven in Zijn hand. Om het precies op het moment dat volgens Gods plan is: op de derde dag in de vroege zondagmorgen het leven weer te nemen. Om dan als Overwinnaar het graf weer uit te lopen. Christus is de Opstanding en het Leven! Dat heeft Hij bij Zijn opstanding bewezen.
Het gevolg van deze overwinning is dat ieder die bij Hem als de Levende hoort niet zal sterven. In de ogen van mensen sterf je nog zoals ook de Here Jezus stierf. Toch kan de dood door Christus`opstandingkracht in de gelovige het niet meer van je winnen. Je hart stopt met kloppen. Je kunt hersendood verklaard worden. Een mens kan hier op aarde het leven niet zo opnemen zoals de Here Jezus het op de paasdag deed. Toch sterft Gods kind niet! Op het moment dat je hart niet meer klopt, dat je hersendood bent, leef je verder bij de HERE ion de hemel. Ben je daar thuis! Vol leven. De dood heeft je niet te pakken kunnen nemen dankzij Christus werk. Je leeft, je bent daar waar Gods warme liefde je omringt. Dat kan de dood door Christus overwinning je niet afnemen. Geen enkel moment. Het eeuwige leven dat de gelovige door het werk van de Geest in het geloof gekregen heeft, kan niet stuk. Wat hier op aarde begon, zet zich nog mooier bij het sterven voort wanneer het een leven bij de HERE in de hemel wordt. Dat eeuwige leven stuwt verder als de Here Jezus terugkomt.
c. We kijken nu naar Johannes 5. De Here Jezus spreekt daar over de dag van Zijn terugkeer. Toch maakt Hij ook opmerkingen over het eeuwige leven dat voor de gelovigen nu al begonnen is. Lees maar mee: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft, die heeft eeuwig leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De tijd komt en is nu dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen, en datwie hem horen, zullen leven. Want zoals de Vader het leven heeft in Zichzelf, zo heeft Hij ook de Zoon gegeven het leven te hebben in Zichzelf; en Hij heeft Hem ook macht gegeven om oordeel te vellen, omdat Hij de Zoon des mensen is. Verwonder u daar niet over, want de tijd komt waarin allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen, en zij zullen eruitgaan: zij die het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, maar zij die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding ter verdoemenis.” Vs 24-29
Dat wie gelooft nu al eeuwig leven heeft, betekent ook dat je uit de dood, uit een leven zonder God bent opgestaan. De Geest heeft dat in je gewerkt. Het leven dat Christus verdiend heeft betekent ook dat je niet in de verdoemenis komt. Dan kom je niet in het oordeel waardoor je voor altijd veroordeeld wordt tot een bestaan zonder de liefde van God. Een bestaan in de hel. Het oordeel dat je in de eeuwige dood brengt, is dan door Christus werk van je afgenomen. Je leeft en het oordeel van de dood kan niet meer over je komen. Dat wordt ook duidelijk op de dag dat de Here Jezus terugkomt. De dag wanneer voor iedereen die op aarde geleefd heeft het oordeel publiek duidelijk wordt, is de dag dat de doden zullen opstaan. Iedereen krijgt zijn of haar lichaam terug. De gelovigen krijgen een lichaam dat volmaakt is. Hun lichaam schittert van het leven dat God ze uit genade gegeven heeft. Ze staan op om te leven en de dood heeft geen greep op ze. Ook niet op het lichaam waarmee ze opstaan. Ze gaan niet de verdoemenis in maar ze leven. Hun lichaam is door Gods verlossende werk immuun geworden voor de dood.
Gods kind leeft om altijd te leven. Gods kind leeft om al meer de heerlijkheid van het leven mee te maken. Tot het volmaakt is en je elk moment zonder einde van dat leven intens geniet. De blijdschap en de volmaaktheid kenmerkt dan je leven omdat de HERE je met Zijn liefdevolle aanwezigheid omringt als nooit te voren. Christus verdiende dat voor ieder die tot Hem komt. Voor hen die de Vader Hem gegeven heeft.
Als je dat ziet dan heb je een geweldig houvast vandaag in je leven. Dan leer je met Paulus zeggen: “Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen van God? God is het Die rechtvaardigt. Wie is het die verdoemt? Christus is het Die gestorven is, ja wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook aan de rechterhand van God is, Die ook voor ons pleit. Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? (Zoals geschreven staat: Want omwille van U worden wij de hele dag gedood, wij worden beschouwd als slachtschapen.) Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad. Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere.” Rom 8:33-39
Dan herken je ook wat we belijden in vraag en antwoord 58 van de Heidelbergse Catechsimus: “Evenals ik nu al het begin van de eeuwige vreugde in mijn hart voel, zal ik na dit leven volkomen heerlijkheid bezitten, die geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en die in geen mensenhart is opgekomen, en wel om God daarin eeuwig te prijzen.”
Gods kind leeft en vindt zijn doel er in om de Drie-enige God te prijzen. Een leven dat als je dat op aarde door het geloof hebt alleen maar mooier wordt!
[1] G. Mak Hoe God verdween uit Jorwerd Uitgeverij Atlas 1996
[2] Oek de Jong Pier en Oceaan Uitgeverij Augustus 2012
[3] Frits de Lange De mythe van het voltooide leven. Over de oude dag van morgen. Meinema 2007 p. 9