Leven in verwondering met de Drie-enige God
LEVEN IN VERWONDERING MET DE DRIE-ENIGE GOD
Broeders en zusters, jongelui
God leren kennen
God leren kennen is het thema dit seizoen. Dat is eigenlijk een opvallende formulering. God leren kennen. Deze woorden maken al meteen duidelijk dat we de Here God nog niet helemaal kennen. Het gaat om een leren kennen. Is dat niet arm? Zijn we niet bezig met iets dat ons in armoede laat leven terwijl dat niet nodig is?
Dat zou zo zijn als we hier bij elkaar zitten als mensen die denken dat God zich maar heel moeilijk laat kennen. Als we zou denken dat als het om het kennen van God gaat om een zoektocht gaat waar je nooit zeker weet of je de HERE wel echt kent. De gedachte van een zoektocht waarbij je vooral nooit zeker weet wie de HERE is en wat Hij wil is in onze tijd heel populair. Het niet zeker weten wordt meerdere keren zelfs een soort norm waaraan mensen beoordeeld en zelfs veroordeeld worden.
Ik geef daarvan 2 voorbeelden. Het eerste is heel actueel. Het zijn woorden van een collega die in de Visie van de EO deze week verschijnen Het tweede komt uit een boek over de 10 geboden van Anselm Grun. Ik geef een paar citaten zonder om nu een oordeel over iemand uit te spreken want daarvoor zou een verder gesprek nodig zijn. Ik geef deze citaten om een bepaald levensgevoel weer te geven.
Het eerste citaat is het volgende: “Zelf luister ik vooral wanneer ik met hen praat. Wat doe je? Wat houdt je bezig? Mocht er dan een moment komen waarop God bij hun werkelijkheid past, pas dán breng ik God in het gesprek. Anders is het geforceerd. Om dezelfde reden ben ik zelf ook altijd open, eerlijk en kwetsbaar in gesprek met jongeren. Aan predikanten die alle antwoorden al lijken te hebben, heb je als jongere niets. We worstelen allemaal met dezelfde dingen, of we nu 16 zijn of 29.” (Visie 23-11 2014 via internet)
Het tweede citaat heeft betrekking op het derde gebod. Dat we de naam van de HERE niet ijdel mogen gebruiken. Daarbij schrijft Grun o.a. dit: “Verder is er ook het misbruik van de naam van God in de geestelijke begeleiding. Er zijn geestelijke leiders, die het klaarspelen om te suggereren dat zij weten wie God is en wat Gods wil voor anderen inhoudt. Zij spreken over God, maar eigenlijk misbruiken ze hem, om hun eigen behoeften naar macht te camoufleren. Misbruik door geestelijken vindt plaats wanneer de ander in naam van God iets wordt opgedrongen wat strijdig is met zijn wezen; of ook, wanneer ik God gebruik om anderen te dreigen als ze geen gehoor geven aan mijn aanwijzingen.” (Grun De Tien Beloften p. 49)
We horen in deze citaten de terechte waarschuwing om niet meer te weten dan wat de HERE ons in Zijn Woord echt zegt. We horen de terechte waarschuwing om de HERE niet voor ons eigen karretje te willen spannen en mensen dingen op te leggen die niet echt van de HERE komen.
Toch hoor ik hier ook in dat de zoektocht eigenlijk belangrijker is dan het echt kennen van de HERE en Zijn wil. Wij als mensen zijn hier zo belangrijk geworden dat de HERE ter sprake komt wanneer het bij ons past. De wil van God heeft ons iets te zeggen als het bij ons wezen past. Dat je eerst echt naar iemand moet luisteren en dan laat zien wie de HERE is en wat de Geest als de wil van God ons leert, is duidelijk. Dat vraagt Gods liefde voor de naaste van ons. Met dat in gedachte hoor ik de Geest dan ook tegen Timotheus zeggen: “Ik bezweer u, ten overstaan van God en de Heere Jezus Christus, Die levenden en doden zal oordelen bij Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk: predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht. Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten.” 2 Tim 4:1,2
God leren kennen laat zien dat de HERE zo groot is dat het altijd in ons leven een leren kennen blijft. We zijn in de leerschool van de Heilige Geest nooit uitgeleerd. We kunnen nooit zeggen dat wij alle kennis van God hebben. We hebben de HERE nooit in onze zak. Hij is God. Hij stijgt zo ver boven ons uit! Hij is de Drie-enige God. Hij is de Schepper van alle dingen. Hij is er altijd, Hij heeft met alles in ons leven te maken. Hij hoort niet maar bij die dingen in ons leven waar dat volgens ons gevoel of verstand bij zou passen. Hij is het die zich in Zijn Woord laat kennen. De Bijbel is het Woord van de levende God. Je hoort als je de Bijbel leest Zijn levende en zuivere stem. De Drie-enige God openbaart zich in de Bijbel. Dat betekent dat Hij zich daar laat zien. Zien zoals Hij echt is! Je kunt op Zijn Woord aan. Hij is zoals Hij zegt dat Hij is. Daarom kunnen wij Hem ook kennen. Hij is nooit anders dan Hij ons vertelt maar Hij is wel nog veel meer dan wij vanuit de Bijbel leren. Zelfs wat we in de Bijbel van en over de HERE leren is zoveel dat we in ons leven op aarde altijd leerlingen blijven. Wij mogen God kennen. Dat kennen is zoveel meer dan een of andere theorie. Het is ook zoveel meer dan een aantal feiten kennen.
Kennen is dat je met de HERE leeft. Dat je Hem kent als jouw Vader, jouw Here, jouw Verlosser, jouw God. Dat je met Hem in een band van liefde leeft. Liefde die je tot verwondering brengt. Maar daarover aan het einde van deze lezing meer. God leren kennen. Daarbij hoort ook dat we Hem kennen, met Hem in liefde leven als de Drie-enige!
God bestaat
Wanneer we met de Here God in 2014 in Nederland leven, zijn er velen die het vreemd vinden dat je dat doet. Voor hen bestaat God niet echt. Misschien is er wel iets maar het leeft niet voor hen in het leven van vandaag. Je kunt te maken krijgen met mensen die vol overtuiging zeggen dat er geen God is. Ze vinden dat je als levende christen ergens in een oude vervlogen tijd bent blijven hangen. Je bent niet meer bij de tijd. Anderen zullen tegen je zeggen dat het heel mooi is dat je met een god leeft. Als jij daar steunt aan hebt, moet je het vooral doen. Maar je moet die ander er niet mee lastig vallen. Je moet ook zeker kunnen leven met van tijd tot tijd God, Christus tussen haakjes te zetten. Hij is er als je gelooft dat je Hem nodig hebt om je te helpen Er zijn dingen en de momenten waarbij dat voor jou past.
Het feitelijke leven is dan een leven zonder God. Van tijd tot tijd wordt een god er bij gehaald die dan de god van ons is zoals wij willen dat Hij is.
Wat betekent dat broeders en zusters? Dat je leeft in een wereld die er niet echt is. Dat je jezelf een plaats geeft in een schijnwereld. Je doet alsof God er niet is. Je zou het kunnen vergelijken met een gezin. Je bent een gezin van vader en moeder en 4 kinderen. Je leeft samen in een huis. Vader werkt en verdiend het geld om te kunnen leven. Vader klust in huis en heeft een maand geleden voor een nieuwe badkamer gezorgd. Hij zit ook elke avond bij het gezin aan tafel. Toch zeggen moeder en de kinderen dat vader er niet is. Ze praten nooit over hem, praten nooit met hem. Als de mensen dan aan ze vragen hoe ze kunnen leven en wie die badkamer gemaakt heeft en wie die man is die elke avond bij ze aan tafel zit, moeten ze een verhaal vertellen. Als ze blijven ontkennen dat vader er is moeten ze met hun eigen fantasie komen. Dan moeten ze dat verklaren op een manier alsof vader er echt niet is. Dan ontstaat er een beeld dat de werkelijkheid niet weergeeft. Zo is het als je zegt dat God niet bestaat of dat je de dingen alleen wilt verklaren zonder God er bij te halen zoals het dan heet.
Het is niet voor niets dat we in Psalm 14 lezen: “Dwazen denken: Er is geen God” Ps 14:1 Mensen willen alles zonder de enig levende God verklaren. Dan moet je als mens of je moet de natuur op de plaats van God gaan zetten. God kennen betekent dat je de werkelijkheid leert kennen. Niet omdat wat je ziet zelf God is maar omdat wat je ziet door de HERE geschapen is. Omdat Christus vanuit de hemel regeert en alle macht heeft in de hemel en op de aarde.
Dan zijn er in onze tijd veel mensen in onze samenleving die wel in een god geloven. Die zelfs heel sterk in een God geloven. Die zich juist daarom erg verzetten tegen het geloven in de HERE als de Drie-enige God. Het geloven in meer goden is voor deze mensen echt een doodzonde. De enige zonde die niet vergeven wordt en die er voor zorgt dat je nooit na je dood in een prachtig bestaan kan komen. Deze mensen zijn er van overtuigd dat een christen die in de Drie-enige God gelooft echt voor altijd verloren gaat. Dan heb ik het over de Moslims in ons land en over de hele wereld.
De grondlegger van de islam is Mohammed. Mohammed zag het hebben van meer goden als een bron van veel ellende. Hij leefde in de 7e eeuw na Christus. Het was de tijd dat in zijn omgeving het overgrote deel van de nomaden, de mensen die in de woestijn rondzwierven en er hun bestaan hadden naar de stad waren verhuisd. In de woestijn hadden deze mensen meerdere goden gediend. In de woestijn waren ze op elkaar aangewezen. Ze hadden dan ook heel duidelijke verplichtingen naar elkaar toe. Ze dienden samen hun goden maar waren er van overtuigd dat het bij de dood was afgelopen. Ze hadden dus goden om hen te helpen in het leven hier en nu en dan was het af. Toen deze stammen in de stad gingen wonen, hadden ze elkaar veel minder nodig. Het gevolg was dat een deel zichzelf verrijkte en de andere niet hielp. Het was ook niet erg om egoïstisch te leven als je anderen niet echt nodig had. Als je stierf was je leven klaar en straften de goden je ook niet als je een slecht en egoistisch leven had geleid. Mohammed kwam uit een verarmd gezin. Hij had meegemaakt hoe mensen die in meerdere goden geloofden en geloofden dat het met het sterven afgelopen was hen in de steek gelaten hadden . Daarom sprak hem het geloof in een God die na het sterven met Zijn beoordeling komt erg aan. Hij zorgde er dan ook voor dat in de Koran kwam te staan dat er maar een god is en dat die je leven beoordeelt. Wie meerdere goden dient doet sjirk. Dat is de enige onvergeeflijke zonde.
Christenen die geloven in de Drie-enige God zijn bezig om die onvergeeflijke zonde te doen. Ik noem een paar voorbeelden uit de Koran waar hierover gesproken wordt. Waardoor je ook begrijpt dat je moslimnaaste heel vreemd naar je kijkt als je zegt dat je in de Drie-enige God, Vader Zoon en heilige Geest gelooft.
4:171: Mensen van het boek, overschrijdt de grenzen van uw religie niet. Spreek niets dan de waarheid over God ….. Geloof in God en zijn apostelen, en zeg niet ‘drie’. God zal afgoderij niet vergeven. Hij die andere goden naast God dient is wel ver afgedwaald.” (van der Brink/van der Kooi Christelijke Dogmatiek p. 107
5:116: “En toen God zei: ‘O Isa, zoon van Marjam, heb jij tot de mensen gezegd: Neemt mij en mijn moeder tot goden naast God.” (L.W. de Graaff De weg naar de Bron p. 30)
5:72: “Als iemand aan god metgezellen toevoegt, dan ontzegt God hem de tuin, zijn verblijfplaats is het vuur.” (L.W. de Graaff p. 30)
We leven in een samenleving waar een groot deel van de mensen de Drie-enige God minimaal tussen haakjes gezet heeft. Een ander belangrijk deel van de mensen om ons heen ziet het geloof in de Drie-enige God als de ergste dwaling die er is. Hoe kunnen we in deze samenleving echt leven met de HERE als de Drie-enige en wat betekent dat?
De enig levende God is de Drie-enige
Is het eigenlijk wel belangrijk om in die HERE als de Drie-enige God te geloven? Het is toch zo dat het voor ons moeilijk is om uit te leggen dat de HERE de enige God is en dat Hij toch uit drie personen bestaat? Altijd weer lopen we dan tegen de beperktheid van ons menselijk verstand aan. Toch belijdt de kerk al heel lang dat de HERE de Drie-enige is en dat juist deze belijdenis noodzakelijk is voor het ware geloof. Het gaat hier niet om iets dat we ook wel wat anders kunnen geloven. Luister met mij maar eens naar een deel van de Geloofsbelijdenis van Athanasius: “Al wie behouden wil worden, moet voor alles het algemeen geloof vasthouden, als iemand dit niet volledig en ongeschonden bewaart, zal hij ongetwijfeld voor eeuwig verloren gaan. Het algemeen geloof nu is dit; dat wij de ene God in de Drieheid en de Drieheid in de Eenheid vereren, zonder de Personen te vermengen of het wezen te delen.” 1-4
Deze belijdenis heeft er alles mee te maken dat de HERE als de Drie-enige laat zien dat Hij God is en dat Hij ons verstand en heel onze menselijkheid ver te boven gaat. Hij is meer dan wij kunnen begrijpen. Hij vraagt van ons liefde en vertrouwen. Om met Hem te leven zoals Hij is, zoals Hij zich in Zijn Woord geopenbaard heeft. Om Hem dus te geloven op Zijn Woord! Hij die de enige Betrouwbare is! De enige op wie jij en ik altijd aan kunnen. Daarom is Zijn Woord de waarheid. Hij kan en wil niet anders dan de waarheid spreken.
Als je dan je Bijbel leest, leer je de HERE als de Drie-enige kennen. Je leert Hem zo kennen en bewonderen als je Christus kent als de Verlosser van je leven. Dan is Hij het die jou God leert kennen zoals Hij is.
We lezen en leren dat zo prachtig in Joh 1:18: “Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard.” Ik kom hier later nog op terug.
Verwonderd leven
Wie als arme zondaar zijn of haar toevlucht tot de rijke Christus gezocht heeft, gaat zich ook verwonderen over de grootheid van deze enig levende en geweldige God. Dan denk ik ook aan woorden uit Efeze 3: “Om deze reden buig ik mijn knieën voor de Vader van onze Heere Jezus Christus, naar Wie elk geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt, opdat Hij u geeft, naar de rijkdom van Zijn heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door Zijn Geest in de innerlijke mens, opdat Christus door het geloof in uw harten woont en u in de liefde geworteld en gefundeerd bent, opdat u ten volle zou kunnen begrijpen, met alle heiligen, wat de breedte en lengte en diepte en hoogte is, en u de liefde van Christus zou kennen, die de kennis te boven gaat, opdat u vervuld zou worden tot heel de volheid van God.
Hem nu Die bij machte is te doen ver boven alles wat wij bidden of denken, overeenkomstig de kracht die in ons werkzaam is, Hem zij de heerlijkheid in de gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot in alle eeuwigheid. Amen. Vs 14-21
Juist de verwondering over God en dat jij als klein nietig mens met Hem verbonden mag zijn, leert je om je vertrouwen op de HERE te stellen. Heel belangrijk daarbij is wat we in art 13 van de NGB vanuit de verwondering en eerbied voor de HERE belijden. Het gaat er in dit artikel om dat die HERE over alles regeert en er niets zonder Zijn beschikking gebeurt. Dan gaat onze belijdenis zo verder: “Toch is God niet de bewerker van de zonde die gedaan wordt, en evenmin draagt Hij er de schuld van. Want zijn macht en goedheid zijn zo groot en gaan ons begrip zo te boven, dat Hij zijn werk zeer goed en rechtvaardig beschikt en doet, ook al handelen de duivelen en goddelozen onrechtvaardig. En al wat in zijn doen het menselijk verstand te boven gaat, willen wij niet nieuwsgierig onderzoeken, verder dan ons begrip reikt. Maar in alle ootmoed en eerbied aanbidden wij de rechtvaardige beslissingen van God, die voor ons verborgen zijn. Wij stellen ons ermee tevreden, dat wij leerlingen van Christus zijn, om slechts te leren wat Hij ons onderwijst door Zijn Woord, zonder deze grenzen te overschrijden.`` Gouden woorden! Woorden om het warm van te krijgen. Dat we deze God mogen kennen! Leven met deze God is echt geweldig. Die God leer je als de Drie/enige kennen door de Schrift en de ervaring.
Schrift en ervaring
We vinden in artikel 9 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis een opvallende formulering. Die ons erbij bepaald dat het in het kennen van de Drie-enige God gaat om wat Hij zegt in Zijn Woord en om de ervaring. Je zou ook kunnen zeggen de bevinding.
Het gaat me nu om dit deel van artikel 9: “Wij weten dit alles (dat God Drie-enig is art 8) uit het getuigenis van de heilige Schrift als uit de werkingen van deze Personen, voornamelijk uit die welke wij in onszelf ervaren.”
Zijn de Schrift en de ervaring twee bronnen om de Drie-enige God echt te kennen? Dat lijkt een nogal gevaarlijke uitspraak. Zeker in onze tijd. Een tijd waarin velen de Schrift en wat wij ervaren als twee bronnen willen gebruiken en die moet je dan laten samensmelten om de waarheid voor vandaag te krijgen. Dan kan het zijn dat door de manier waarop wij dingen vandaag ervaren we delen van de Gods Woord buitenspel zetten om volgens het gevoel en de geest van de tijd te leven. Toch is het zo dat Schrift en ervaring twee bronnen zijn om de HERE te kennen, om Zijn nabijheid te kennen. Hoe moet je dat dan zien?
Het gaat er hier om dat je dat alleen kunt zeggen vanuit het geloof! Vanuit de levende band met Christus en zo met de HERE.
Hoe kennen wij de HERE? Door te luisteren naar Gods eigen stem. Door die stem die door het Woord van de Geest, die ook het Woord van Christus is te luisteren. Dan horen we ook de levende stem van de Vader. Die stem is voor wie zichzelf klein weet voor de HERE altijd beslissend. In die zin blijft het altijd: de Schrift alleen, Sola Scriptura. De ervaring van het geloof, de ervaring van Gods kind is altijd onderworpen aan wat de HERE in Zijn zuivere Woord zegt. Ervaring die tegen het Woord zoals de Drie-enige die gegeven heeft, ingaat is geen bron om Hem echt te leren kennen. Die ervaring, die kennis moeten afwijzen omdat die ons uit de nabijheid van de HERE brengt.
Calvijn brengt de verhouding tussen Schrift en ervaring heel mooie onder woorden zonder iets van die gezonde ervaring af te doen: “Met de ervaring als leermeesteres bevinden we dat God zo is, als Hij in Zijn Woord openbaart.” (Institutie I,10,2)
Prof Baars geeft hierbij het volgende commentaar: “Daarom is de volgorde in de tweeslag ‘Schrift en ervaring’ook niet willekeurig: de geloofservaring ontspringt aan het Woord en is daarom aan het Woord genormeerd!” (A. Baars Om Gods verhevenheid en Zijn nabijheid p. 674)
Het is zo goed en zo mooi dat we echt met de HERE mogen leven. We hebben niet alleen maar een of andere theorie in handen gekregen over wie God is. Waarbij de HERE zelf dan op een afstand zou blijven. Nee, we hebben het Woord van God gekregen om echt in gemeenschap met Hem te leven. In die gemeenschap waarin we Hem dan nog meer leren kennen. Waarin het kennen al dieper wordt en we daarmee ook wat Hij ons in Zijn Woord zegt al dieper en rijker gaan kennen. We leren de Drie-enige kennen als we onszelf aan Christus verliezen. Als we onze redding bij Hem zoeken. Als we door Gods Geest geleerd hebben dat we het zelf niet kunnen en dat we Christus als de drager van onze schuld en als onze Borg nodig hebben. We leren door Christus de HERE als de Drie-enige kennen. Daarover zou nog veel te zeggen zijn maar dat doe ik nu niet. Ik wil alleen wijzen op wat we in 2 Korinthe 4 lezen: “Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Heere, en onszelf als uw dienstknechten om Jezus' wil. Want God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is ook Degene Die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus” vs 5,6.
Door Christus als jouw God en Koning te kennen ga je de HERE als de Drie-enige kennen. Zonder het geloof in Hem, het je toevertrouwen aan Hem leer je de Drie-enige nooit echt kennen. Dan blijft Hij op afstand. Hem kennen is met Hem leven als de Verhevene en meest Nabije. Met Hem leven is Hem kennen als de Heilige en als de God die Zijn liefde naar jou heeft uitgestrekt in Christus. Jij mag Hem kennen als de Drie-enige. De rijkdom en de belofte daarvan komt al naar ons toe bij de doop. Juist wat de HERE bij de doop belooft en zoals het in het Doopformulier verwoord is laat de rijkdom, het heerlijke van dat leven met de Drie-enige God zien. Laten we daar samen nog iets van zien in het slot van deze lezing.
Leven met de Vader
Je hebt als mens op deze wereld geen toekomst. Je leeft uit jezelf af op grote eenzaamheid. De straf die op de zonden in ons leven wacht is onder anderen dat we naar een bestaan op weg zijn waaruit de liefde helemaal verdwenen is. Waarin Gods goedheid die nu nog over gelovigen en ongelovigen komt verdwenen is. Waarin je niet meer met mensen om je heen te maken krijgt die jou liefde geven. Het bestaan in de hel is een leven zonder enige liefde!
Dan komt in de doop en in de aanbieding van het evangelie die ook aanbieding van Christus is, naar ons toe dat God de Vader ook jouw en onze Vader wil zijn. Dat je door Christus God de Vader echt als jouw Vader mag kennen. Dat je Zijn vaderzorg onverdiend om Christus offer mag gaan ervaren. De HERE , de Heilige God die heel dichtbij je wil zijn. Die jou als een kind, als Zijn kind wil verzorgen. Die jou niet op afstand houdt maar je laat delen in Zijn liefdevolle nabijheid.
Dat mag je ervaren! Dat mag je troost zijn! Troost betekent dat je houvast hebt. Dat je je aan iets of iemand kan vasthouden waardoor je ondanks veel nood en verdriet veilig bent. Dat mag je ervaren als je met je leven tot Christus vlucht. Dan is God de Vader er die bij je is en blijft zelfs bij het grootste verdriet, zelfs bij het sterven. Ik moet nu denken aan de berijming van Psalm 68: “Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij het naadren van de dood, volkomen uitkomst geven.”
Als in je leven alles wat je hebt lijkt te verdwijnen. Als je in dit leven nergens meer iemand lijkt te hebben waarop je kan steunen. Dan is God de Vader er om je te troosten. Om je kracht te geven om te dragen. Om je het vertrouwen te geven dat Hij ondanks dat je misschien niets meer kunt Hij om Christus wil voor je zorgt, je niet alleen laat. Dat Hij je meeneemt naar de plaats waar juist wel de liefde er is ook na je sterven. Naar de plaats waar al die pijn, ook als het om geestelijke pijn gaat, waar ziekte, waar je eigen zondige natuur waartegen je steeds moest vechten weg is. Waar God en mensen, waar iedereen en alles van vrede en liefde getuigd. Waar je alleen maar door echte liefde omringd wordt. Dat verandert dan nooit meer omdat God de Vader je eeuwige Vader geworden is. Je komt thuis als kind bij de Vader die ook de Almachtige is.
Dat leer ik dan ook ervaren. Bijvoorbeeld als ik naar de natuur kijk. Vanuit het Woord heb ik door de Geest geleerd dat de HERE de Schepper van alle dingen is. Als ik dan de majesteit en de pracht van de natuur zie leer ik mij verwonderen over die geweldige God die ook nog in genade mijn Vader wil zijn. Dan sterkt die ervaring vanuit het Woord ook weer het echte geloof. Het geloof dat ik Gods kind mag Zijn omdat God de Zoon mijn Verlosser is.
Leven met de Zoon
De Zoon die mens geworden is, is het venster voor ons op God. Door Hem worden wij met God verbonden. Door Hem worden we met God verzoend. Wat is het belangrijk om dat in onze tijd te weten, om daaruit te leven. We leven in een tijd waarin een belangrijke theoloog als NT Wright veel invloed krijgt. Ook toenemend in onze kring aanspreekt maar de rechtvaardiging van de goddelozen aan de kant schuift. Dat heeft direct invloed op het leven met God, op het leven met de Zoon. Als ik met door Geest verlichtte ogen naar Christus kijk zie ik daar het Lam dat zich voor mij uit liefde alleen heeft laten slachten. Dan zie ik met bewogenheid daar de Zondeloze die voor mij zondaar de eeuwige straf die ik verdiend had, heeft willen dragen. Dan zie ik het bloed van Hem waarin ik mij mag wassen. Een ander wasmiddel dat mij schoonmaakt en schoon voor God maakt is er niet. Dat bestaat niet. Al het andere is schijn. Dan ga ik ervaren wat David ervoer als ik gezondigd heb maar er niet toe kom om het echt en eerlijk bij de HERE te brengen. Als ik het dan wel doe ervaar ik ook wat ik lees in Psalm 32: “Toen ik zweeg, teerden mijn beenderen weg, onder mijn jammerklachten, de hele dag.
Want dag en nacht drukte Uw hand zwaar op mij, mijn levensvocht veranderde in een zomerse droogte. Mijn zonde maakte ik U bekend, mijn ongerechtigheid bedekte ik niet.
Ik zei: Ik zal mijn overtredingen belijden voor de HEERE. En Ú vergaf mijn ongerechtigheid, mijn zonde.” Vs 3-5
Wat een dankbaarheid, wat een bevrijding komt er je leven binnen als je zo met Christus leeft. Wie zo leeft, wie zo in tere liefde Christus steeds weer zoekt, is echt met Hem verbonden. Je wilt dan al meer een met Hem worden. Jij wordt nooit God, jij en ik worden nooit Christus. Toch willen we wel heel dichtbij Hem zijn. We willen al meer met Hem samengroeien. Dan ervaar je juist aan het Avondmaal die teerheid, die verbondenheid, die gemeenschap met Christus. Dat je bij Hem aan tafel mag zitten. Wat een wonder van genade. Daar aan tafel mag je dan ervaren wat we in de Heidelbergse Catechismus zo belijden: “Verder ook, dat wij door de Heilige Geest (let erop dat het ook hier weer gaat om het werrk van de Drie-enige God!), die tegelijk in Christus en in ons woont, steeds meer met Zijn heilig lichaam verenigd worden, en wel zo, dat wij, hoewel Christus in de hemel is en wij op de aarde zijn, toch vlees van Zijn vlees en been vasn Zijn gebeente zijn;” (antwoord 76)
Wie met Christus verbonden is, leeft in vrede met de Vader en zal door Christus onstanding ook zelf met een verheerlijkt lichaam opstaan bij Zijn wederkomst. Die zekerheid wil de Heilige Geest ons in het geloof geven.
Leven met de Geest
De Heilige Geest is het die van de Vader en de Zoon uitgaat. Vader, Zoon en Geest zijn de ene God. Zij leven in diepe gemeenschap samen en doen als de ene God het grote werk van God. Het is de Geest die in ons wonen wil. Het is de Geest die jou en mij tot nieuwe mensen wil maken. Die met Goddelijke macht je dan losmaakt van je eigen zondige ik. Die je dan van slaaf van de duivel maakt tot kind van God. Die je dan leert om bij Christus je leven en de vergeving die je nodig hebt te zoeken. Om bij Christus de vrede met de Vader te zoeken en te vinden. De HERE belooft jou en mij dat de Geest dat werk in jou wil doen. Op het gebed. Als de Geest dat werk in mij doet besef ik ook dat dat gebed Zijn liefdeswerk in mij was.
Er zijn ook de momenten dat ik in mijn leven niet meer weet hoe het moet. Dat ik niet meer weet welke kant ik op moet bidden. Dan lijkt het alsof ik met lege radeloze handen sta. Dan mag je weten, dan mag je ervaren dat de Geest voor jou gaat bidden. Dat Hij wat nodig is door Christus werk bij de Vader brengt. We lezen daarvan in Rom 8: “En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden te hulp, want wij weten niet wat wij bidden zullen zoals het behoort. De Geest Zelf echter pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij Die de harten doorzoekt, weet wat het denken van de Geest is, omdat Hij naar de wil van God voor de heiligen pleit.” Vs 26,27
De Geest blijft moed geven ook als ik het niet meer weet. De Geest van de wedergeboorte neemt je mee om te blijven hopen, te blijven vertrouwen, te blijven leven met de Drie-enige God.
Ik kan niet bevatten dat de HERE mij dat wil geven. Zo onverdiend, zo goed, zo mooi, zo eeuwig. Zo teer. Zo vol van onverdiende liefde. Dat leert mij om me nog meer aan Hem toe te vertrouwen. Om de lof op deze ene Drie-enige God te zingen. Om mijn leven een loflied op Hem te laten zijn. Dat brengt weer tot het gebed: HERE wilt U dat om Christus en door Uw Geest in mij en in ons geven.
Dan leer ik steeds weer door de Geest die in mij woont het loflied dat we in Openbaring 7 horen: “Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand. En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van onze God, Die op de troon zit, en van het Lam! 1 En alle engelen stonden rondom de troon, de ouderlingen en de vier dieren. Zij wierpen zich vóór de troon neer met hun gezicht ter aarde en aanbaden God, en zeiden: Amen. De lofprijzing, de heerlijkheid, de wijsheid, de dankzegging, de eer, de kracht en de sterkte is aan onze God tot in alle eeuwigheid. Amen.” vs 9-12