Mattheus 5:17 Jezus handhaaft de hele Bijbel
Votum
Vrede/Zegengroet
Psalm 29:1,5
Lezing van Gods wet
Psalm 1 (vs 1 Psalm van de week)
Gebed
Schriftlezing: Mattheus 5:1-20
Psalm 34:5,6,7,8
Tekst: Mattheus 5:17
Verkondiging van het evangelie
Gezang 27:3,4,5
Dankgebed
Collecte
Psalm 119:5,6,7
Zegen
Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes
De komende tijd hoop ik in de diensten waarin ik voorga vooral vanuit de Bergrede het Woord van God te bedienen. Met als begin Mattheus 5:17. Ik hoop van de Here de tijd en de gelegenheid te krijgen om samen zo het onderwijs van Christus in de Bergrede tot het einde in Mattheus 7 duidelijk voor ogen te krijgen. Het is heel belangrijk en concreet onderwijs dat we nodig hebben in onze tijd. Het laat ons zien wat de grondwet van het Koninkrijk van God is. Het laat ons juist vanuit de gezonde leer zien wat leven met de HERE ook in 2020 betekent.
Wanneer we dan naar onze tekst gaan, zien we al meteen de grote betekenis van deze woorden van de Here Jezus voor onze tijd. Een tijd waarin ook velen die zich christenen noemen niet zo zeker over Gods wet en over de Bijbel als Gods Woord zijn. Dat komt o.a. uit in het spreken door velen over de bril die we ophebben als we de Bijbel lezen. Ieder heeft zijn eigen bril op. Ieder leest weer wat anders in de Bijbel. Je kunt niet zeggen dit is wat ons in de Bijbel wordt geleerd. Als je dat zegt is de kans groot dat er gezegd wordt: Dat zeg jij, dat is jouw waarheid. Dat zeg jij met de door jouw gekleurde bril op. De kerkgeschiedenis zou ons laten zien dat mensen met heel verschillende brillen op gelezen wordt. Je zou niet kunnen zeggen wie er gelijk heeft want ieder heeft recht op zijn eigen bril.
Dit soort verhalen in allerlei variaties komt naar ons toe. Ook zeker naar onze jeugd en de jonge gezinnen. Ook op catechisatie en vanuit verenigingen komt regelmatig de vraag hoe je nu kunt weten dat een bepaalde uitleg van de Bijbel goed is. Waaraan moet je die uitleg toetsen en kan dat wel? Er zijn zoveel verschillende uitleggingen.
Het brillengeloof komt als een soort tsunami over christelijk Nederland. Ieder zijn eigen waarheid. Het gevolg is dat de geest van eigen tijd en de gevoelens van eigen hart al meer gaan heersen. De Bijbel moet zich aanpassen aan onze bril. Dat is de wereld waarin we leven. Wanneer we letten op wat de Here Jezus ons zelf leert in onze tekst heeft dat ook hierover heel veel te zeggen. Laten we samen luisteren naar het onderwijs van de Zoon van God Jezus Christus. Ik verkondig jullie het evangelie onder het volgende thema:
JEZUS HANDHAAFT DE HELE BIJBEL
Wat zijn de omstandigheden waarin de Here Jezus Zijn onderwijs in de Bergrede geeft? Hoe kijken de Joodse leiders naar Hem? Hoe wordt er over Hem gesproken? De leiders zijn niet positief over de Here Jezus. Ze vinden dat uit Zijn mond terwijl Hij geen Farizeeër of Schriftgeleerde is allerlei nieuwe dingen komen. Hij zegt en doet dingen die zo anders zijn dan zij gewend zijn. Dat zorgt voor onrust en wantrouwen bij de Joodse leidslieden. Juist als het gaat om het leven en de goede werken waarvan we lezen in vers 14-16 is het onderwijs van de Here Jezus zo anders. De Farizeeën en Schriftgeleerden hadden naast de Bijbel nog 613 geboden en verboden. Het waren allerlei regels die over het leven werden gelegd en als je je aan die geboden hield dan kwam het goed met je. Dan leefde je tegenover de HERE zo dat Hij je zou aannemen. Dat waren de goede werken waarmee je je plaats bij God in de hemel verdiende.
Hoe anders is het onderwijs van de Here Jezus. Hij begint niet bij de goede werken. Hij begint er niet mee dat je iets bij God kunt verdienen door je precies aan allerlei regels te houden. Hij begint de Bergrede met de zaligsprekingen. Hij verklaart hen zalig, Hij verklaart die mensen als gered die in liefde voor God in liefde voor de naaste leven. Ze hebben niets verdiend. Ze klagen juist nog over het verkeerde, de zonden die nog in ze overgebleven zijn. Dat ze zalig zijn, dat ze verlost zijn komt niet omdat ze het door hun goede werken verdiend hebben. Dat komt omdat ze het bij de HERE als hun God en Verlosser zoeken. Ze zijn Gods genade als een wonder in hun leven gaan kennen en daarom willen ze goede werken doen. Niet om te verdienen maar uit liefde, uit dankbaarheid. Daarom kijken ze dieper dan bepaalde regels. Christus wil ons juist in de Bergrede leren om door te stoten naar ons hart. Hoe ons hart wel of niet met de HERE verbonden is.
Wanneer de Here Jezus dit leert en ook duidelijk maakt dat de regels van de Joodse leiders vaak maar menselijke regels zijn, wordt Hij verdacht gemaakt. Hij wordt er van beschuldigd dat Hij zich niet houdt aan Gods wet. De Here Jezus past met Zijn onderwijs en leven niet in het systeem en de tradities van de Joodse leiders. Dat is later ook zo bij Paulus. Hij krijgt tijdens zijn verhoor in Jeruzalem als gevangene o.a. dit te horen: “Men heeft hun over u verteld dat u alle Joden die onder de heidenen wonen, leert afvallig te worden van Mozes, doordat u zegt dat zij de kinderen niet moeten besnijden en ook niet moeten wandelen overeenkomstig de gebruiken van de wet.”hand 21:21 HSV
De Here Jezus wordt er van beschuldigd dat Hij het Woord van God voor een deel aan de kant schuift. Zo probeert de duivel Christus bij de mensen verdacht te maken. Zou de Here Jezus in Zijn hart een ongelovige of een Samaritaan zijn? Zo probeert hij de prediking van Christus te ontkrachten. Dat gebeurt ook als het eenvoudige Woord van God ons gebracht wordt en dat dan gezegd wordt: Jij zegt dat nu wel maar dat is de bril waarmee jij leest en uitlegt.
Laten we daarom kijken wat de Here jezus, de Zoon van God ons leert. Bedenk daarbij dat de Bijbel Zijn Woord is. Dat Zijn uitleg en toepassing van Gods Woord altijd de juiste is. Het is Zijn eigen Goddelijke Woord!
De Here Jezus neemt in deze omstandigheden het woord: “Meent niet dat Ik gekomen ben om de wet en de profeten te ontbinden”. Mensen bedenk heel goed dat die beschuldigingen dat Ik delen van God Woord en van Zijn wet zou afschaffen of niet zou eerbiedigen niet waar zijn! Ik ben geen ongelovige en ben ook geen Samaritaan die alleen maar de eerste vijf boeken van het Oude Testament als Gods Woord aanvaarden. De Here Jezus zegt dat Hij de hele Bijbel, op dat moment het hele Oude Testament zoals wij dat nu ook kennen, als het gezaghebbende Woord van God voor ons hele leven en handhaaft het.
De mensen en ook de Joodse leiders moeten niet denken dat Hij maar iets van het Woord van God afdoet. Als Hij menselijke tradities ontmaskert als niet gelijkstaande aan Gods eigen Woord dan doet Hij niets van het echte Woord van God af! Hij handhaaft dat Woord voor de volle 100%.
Zelfs het kleinste teken wat in de tekst van Gods Woord door de Geest is gegeven blijft bij de Here Jezus staan. Zelfs de tittel en jota die er in de tekst staan. Niets doet Hij van het Woord van God af. Dat geldt nu voor de hele Bijbel. Voor het Oude en Nieuwe Testament. De Here Jezus laat dat ook heel duidelijk horen aan het einde van het boek Openbaring dat Hij ons gegeven heeft. We lezen in het laatste hoofdstuk van de Bijbel o.a. dit: “Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek beschreven zijn; en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn.” 22:18,19
Wanneer we dit nu horen, wanneer dit onderwijs van Jezus Christus tot ons komt wat doen we daar nu mee? Wat betekent dat nu voor ons in 2020?
Laten we eens samen op bepaalde dingen letten die hier uit volgen:
- Leven met Christus betekent dat we leven volgens het door God gegeven Woord. Achter dat Woord geen vraagtekens zetten. Zeker niet meegaan in de redenering dat we niet meer aan
Gods Woord en wet gebonden zijn omdat de Here Jezus dat Woord vervuld heeft. Hier in het onderwijs van de Here Jezus zelf wordt duidelijk dat Gods Woord, dat Gods wet niet afgeschaft is. De Here Jezus komt niet om af te schaffen maar te vervullen. Wie dus zegt dat Gods wet niet meer geldt omdat Hij de wet vervuld heeft, spreekt tegen wat de Here Jezus zelf ons daarover leert.
- Nu kan er heel makkelijk de vraag komen: maar wij brengen toch ook geen offers meer en wij eten toch rustig varkensvlees terwijl het volk Israël dat in de tijd van het Oude Testament niet mocht?
Hoe zit dat dan? We hebben gezien dat vervullen geen afschaffen betekent. Toch zijn bepaalde dingen wel zo vervuld dat de betekenis daarvan er nu niet meer is in de zin dat we het nog zo moeten doen. Het is Christus zelf, het is God zelf die dat ook in de Bijbel duidelijk maakt. Ik noem een paar belangrijke voorbeelden.
De Here Jezus hangt aan het kruis. Hij hangt er als het Lam van God. Hij moet onze schuld helemaal dragen. Hij is het volmaakte offer voor de zonden. Alle offers en alles in de tempel wees naar Hem. Naar het werk dat Hij daar is gaan doen tot het uiterste. Het waren de schaduwen die naar Hem wezen. Als Hij het volmaakte offer gebracht heeft en kan uitroepen: “Het is volbracht” laat de HERE in de hemel het gordijn dat toegang geeft tot het Heilige en het Heilige der heilige van boven naar beneden scheuren. De HERE laat dan zelf zien dat de tempeldienst voorbij is. Dat de tempel niet meer het gebouw is waar Hij op aarde op een bijzondere manier woont. De Here Jezus heeft ook gezegd tijdens Zijn leven op aarde dat de tijd van de tempel voorbij zal gaan. Hij zegt in het gesprek met de Samaritaanse vrouw o.a. dit “U aanbidt wat u niet weet; wij aanbidden wat wij weten, want de zaligheid is uit de Joden. Maar de tijd komt en is er nu, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid, want de Vader zoekt wie Hem zo aanbidden.” Joh 4:22,23
De tijd komt dat het niet meer de tempel is waar Gods volk samenkomt maar overal op de wereld om samen te luisteren naar de verkondiging van het evangelie. Het trouw komen luisteren naar het evangelie blijft staan maar nu niet meer van tijd tot tijd in de tempel maar elke week in de samenkomst waar Gods volk onder leiding van de ambtsdragers bij elkaar geroepen wordt.
Een ander voorbeeld is wanneer de eerste heiden na de uitstorting van de Heilige Geest tot geloof in Christus komt. Dan is het Petrus die van de HERE te horen en te zien krijgt dat hij bij de Romein Cornelius naar binnen mag gaan. Hij mag er gewoon eten wat Cornelius op tafel laat zetten. De Here zelf geeft aan dat het onderscheid tussen rein en onrein als het om eten gaat na Christus’ werk verdwenen is. De HERE laat Petrus in een visioen allerlei onreine dieren zien en zegt dan tegen hem: “En er kwam een stem tot hem: Sta op, Petrus, slacht en eet! Maar Petrus zei: Beslist niet, Heere, want ik heb nooit iets gegeten wat onheilig of onrein is. En er kwam opnieuw, voor de tweede keer, een stem tot hem: Wat God gereinigd heeft, mag u niet voor onheilig houden! En dit gebeurde tot driemaal toe; en het voorwerp werd weer opgenomen in de hemel.” Hand 10:13-16
Hier zien we weer dat de HERE zelf duidelijk maakt dat bepaalde voorschriften in het Oude Testament niet meer voorgeschreven zijn.
Dan nog een laatste voorbeeld. Er komen meer mensen uit de andere volken tot geloof. Er ontstaan gemeenten die vooral uit niet-Joden bestaan. Dan is de vraag of deze mensen zich moeten laten besnijden. Dan is de vraag of je als gelovige uit de andere volken je je als een Israëliet moet gedragen. Gelden de wetten die er zijn om het bestaan van het volk Israël te regelen ook voor de mensen uit andere volken. Het gaat bij die vraag niet om de 10 geboden. Het gaat daarbij niet om Gods wil zoals Hij die vanaf de schepping heeft laten zien. Het gaat daarbij ook niet om de bedoeling die er achter veel wetten voor Israël zit. Ik noem daarvan een voorbeeld. We lezen in Deuteronomium 22:8: “Wanneer u een nieuw huis bouwt, moet u op uw dak een borstwering maken, zodat u geen bloedschuld op uw huis laadt, wanneer iemand eraf valt.” Zonder om precies aan dit voorschrift gebonden te zijn, zijn we wel gebonden aan het principe dat de HERE ons laat zien. We moeten zorgen dat dingen veilig zijn en niet onnodig gevaarlijk voor anderen.
Wanneer vanuit de gemeente van Antiochië de vraag komt of ze als christenen uit de volken gebonden zijn aan de wetten voor het volk Israël als volk is het antwoord dat de Heilige Geest laat geven dit: “Want het heeft de heilige Geest en ons goed gedacht, u verder geen last op te leggen dan dit noodzakelijke: onthouding van hetgeen de afgoden geofferd is, van bloed, van het verstikte en van hoererij; indien gij u hier voor wacht, zult gij wèl doen. Vaart wel!” Hand 15:28,29
Dit zijn voorbeelden waar we zien dat de HERE zelf aangeeft wat zo vervuld is door Christus’ werk dat het geen voorschriften voor ons meer zijn. Dat is het ook wat we belijden in artikel 25 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: “Wij geloven dat de schaduwachtige eredienst van het oude verbond en de gebruiken die door de wet waren voorgeschreven, met de komst van Christus hebben afgedaan en dat zo aan al deze schaduwen een einde is gekomen. Daarom moeten de christenen die niet langer handhaven. Toch blijft voor ons de waarheid en de inhoud ervan in Christus Jezus, in wie zijn hun vervulling hebben.
Wel maken wij nog gebruik van de getuigenissen uit de Wet en de Profeten, om ons in het Evangelie te bevestigen en ook om overeenkomstig Gods wil ons leven in alle eerbaarheid in te richten tot zijn eer.”
De Here Jezus heeft Gods normen zoals die al in het Oude Testament tot ons komen niet afgeschaft. Hij heeft ze juist gehandhaaft. Hij laat ook Gods plan staan zoals dat in het Oude Testament tot Hem en ons komt. In de volgende preek gaan we ook zien hoe pijnlijk en zwaar dat juist voor Here jezus was. Hij wil niets afdoen van Gods plan. Hij is bereid en om de beker van Gods straf en toorn die wij verdiend hebben in onze plaats leeg te drinken tot de laatste druppel toe. Hij schaft niet af. Hij handhaaft Gods Woord! Wat zegt dat nu over het lezen, horen en toepassen van het Woord van God?
- Zo komen we weer terug op al die brillen waar we het in de inleiding over hadden. Hebben wij ons eigen brillen op waardoor we ieder op de manier die ons past de Bijbel lezen?
Dat gevaar is wel heel groot. We hebben vaak ons eigen belang om iets op onze manier te lezen of buiten spel te zetten. Het past niet bij ons wensenlijstje. Het past niet bij onze cultuur en tijd. Wij willen niet gek aangekeken worden. Zo was het ook al in de tijd van de Here Jezus. Hij laat juist zien dat de Joodse leiders meerdere keren de Bijbel met hun eigen bril op lezen. Om hun eigen ideeën te kunnen volgen. Om door de mensen geëerd te worden. Een voorbeeld daarvan noemt de Here Jezus in Marcus 7: “ En Hij zei tegen hen: U stelt Gods gebod op een mooie manier terzijde om u aan uw overlevering te houden! Want Mozes heeft gezegd: Eer uw vader en uw moeder; en: Wie vader of moeder vervloekt, die moet zeker sterven; maar u zegt: Als iemand tegen zijn vader of zijn moeder zegt: Het is korban (dat wil zeggen: een gave) wat u van mij had kunnen krijgen, is het met hem in orde. En u laat hem niet meer toe iets voor zijn vader of zijn moeder te doen, en zo maakt u Gods Woord krachteloos door uw overlevering die u overgeleverd hebt; en veel van dergelijke dingen doet u.” vs 9-13
Wat betekent het handhaven, het niet afschaffen van de woorden van God voor ons vandaag? Dat we ons steeds weer onder de kritiek van Gods Woord willen stellen. Dat we de bril die we ophebben steeds weer willen toetsen aan dat Woord van God zelf. Dat we de Geest bidden om ons te leren onze eigen bril af te zetten en de bril van Gods Woord op te zetten. Om dat Woord zelf te laten staan en te laten spreken. Om ter harte te nemen wat de Heilige Geest in 2 Petrus 1 schrijft: “Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat;
want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.” vs 20,21
Laat je leren door Gods hele Woord. Laat je meenemen door het duidelijke Woord. De HERE heeft geen geheimschrift of een of ander wazig verhaal in de Bijbel gegeven. Ons zondige hart wil dat er van maken. Baad in het licht van Gods Woord, neem toe in kennis van dat Woord met je hart. Toets uitleg van mensen aan het Woord zelf! Zet je eigen bril al meer af en laat je leiden door het Woord van de Geest dat niet afgeschaft is maar in Christus nog duidelijker en helderder schijnt. Daarover over twee weken zo de Here wil verder.
AMEN