Preek Hebreeën 13:17: Gehoorzaam de ambtsdragers

11-11-2019 10:30

GEHOORZAAM DE AMBTSDRAGERS

 

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 29:1,5

Lezing van de wet

Psalm 119:60,62

Gebed

Schriftlezing: Hebreeën 13

Psalm  135:1,2,3,12                                             

Bevestiging ambtsdragers                                

Gez 38: 3,6

Tekst: Hebreën 13:17

Preek

Psalm 125:1,2

Dankgebed

Collecte

Psalm 134

Zegen

 

Broeders en zusters, jongens en meisjes, geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus

 

De tekst voor de preek is niet bepaald tijdvriendelijk. Het is geen tekst die meteen op grote instemming van ons gevoel in onze tijd kan rekenen. Deze tekst staat voor velen tegenover de manier waarop wij in onze tijd over gezag, gehoorzaamheid en ambtsdragers praten en denken.

Juist dit is voor mij de reden geweest om voor deze tekst bij het bevestigen van de ambtsdragers te kiezen. Het is namelijk altijd weer zo dat juist die elementen het eerst uit ons geloof, uit ons leven als gemeente van Christus verdwijnen die niet bij de tijd passen waarin wij leven. Juist die punten vragen dan extra onze aandacht om echt op de weg van Christus te blijven. Om ons denken en ook ons gevoel door het werk van de Geest weer in het rechte spoor te krijgen. Het is voor ons niet zo moeilijk om mee te gaan met wat de meerderheid in de samenleving vindt en voelt. Het is niet zo moeilijk om te doen wat de meeste anderen doen. De Here Jezus wijst daarop o.a. in de Bergrede. De Here Jezus zegt dan: “Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen, opdat u kinderen moogt zijn van uw Vader, die in de hemelen is; …. Want indien u liefhebt, die u liefhebben, wat voor loon hebt u? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde? En indien u alleen uw broeders groet, waarin doet u meer dan het gewone? Doen ook de heidenen niet hetzelfde? U dan zult volmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is.” Matt 5:44,46-48

De manier waarop wij met de ambtsdragers omgaan, hoe wij over hen praten, hoeveel respect wij als jongeren en ouderen aan hen geven, heeft er alles mee te maken of wij als nieuwe mensen willen leven. Leven als ware gelovigen, als burgers van Christus Koninkrijk. Mensen die Gods beeld in deze wereld willen uitstralen ook in de manier waarop wij in onze gezinnen  en met elkaar over de ambtsdragers praten en in de praktijk naar hen luisteren. De Heilige Geest heeft ons duidelijk gezegd hoe we dat volgens de wil van God hebben te doen. Hoe dat echt goed is, ook voor onszelf als gemeente. Laten we er luisteren als ik jullie het evangelie vanuit Hebreeën 13:17 onder het volgende thema verkondig:

 

 

GEHOORZAAM DE AMBTSDRAGERS

 

  1. Vanwege hun werk
  2. Zodat ze hun werk met vreugde kunnen doen

 

  1. Vanwege hun werk

 

De schrijver van de brief aan de Hebreeen heeft in hoofdstuk 12 de grootheid en heiligheid van God sterk benadrukt. Hij maakt daar heel duidelijk dat we van de HERE nooit ons maatje, ons vriendje kunnen maken. Hij is niet een of ander vriendje die op gelijke hoogte met ons staat. Hij is en blijft de Heilige God die al onze eerbied verdient. Met wie we heel eerbiedig hebben om te gaan. Het moet voor ons een wonder zijn en blijven dat we Hem als onze Vader mogen kennen en met Hem als onze Vader mogen leven. Dat wij zo met Hem mogen leven dat Hij die een verterend vuur is niet door Zijn vuur van heiligheid ons verteert. Hij heeft Zijn eigen Zoon in onnoemelijke liefde gegeven om ons van dat verdiende vuur te redden. We lezen dan als afsluiting van hoofdstuk 12: “Laten wij derhalve, omdat wij een onwankelbaar koninkrijk ontvangen, dankbaar zijn en hierdoor God vereren op een Hem welbehaaglijke wijze met eerbied en ontzag, want onze God is een verterend vuur.” Vs 28,29.

Hierna volgen dan allerlei concrete aanwijzingen voor een echt christelijk leven. Een leven vanuit liefde voor de HERE dat ook meteen eerbied en ontzag voor Hem is. Dan zien we hoe de liefde van God jouw en mijn leven in beslag hoort te nemen, ook naar onze naaste toe. We lezen dat bijv in hoofdstuk 13:1-3: “Laat de broederlijke liefde blijven. Vergeet de herbergzaamheid niet, want daardoor hebben sommigen, zonder het te weten, engelen geherbergd. Denkt aan de gevangenen, alsof u met hen gevangen was; aan hen, die mishandeld worden, als mensen, die ook zelf een lichaam hebt.”

Bij dat echte christelijke leven, bij het leven dat juist in Christus gemeente normaal hoort te zijn, hoort ook de omgang en waardering voor de ambtsdragers. Eerst lezen we daarover in vers 7: “Houdt uw voorgangers in gedachtenis, die het woord Gods tot u hebben gesproken; let op het einde van hun wandel en volgt hun geloof na.”

Het gaat hier om de ambtsdragers die al gestorven zijn. Mensen die de gemeenten in naam van Christus geleid hebben. Mensen die ook in moeilijke ogenblikken en tijden juist op de Here bleven vertrouwen. Die ook tegen de geest van de tijd in de weg van Christus bleven wijzen. De gemeente moet aan deze gestorven ambtsdragers blijven denken en in dankbaarheid over hen praten. Natuurlijk kun je ook gebreken en fouten van deze ambtsdragers noemen. Ook zij waren geen zondeloze en volmaakte mensen. Toch hebben zij in hun leven de weg van het leven gewezen en daarop gelopen tot het einde van hun leven toe. Daarop moeten wij vooral letten, als we aan hen denken en over hen praten. Om hen in datzelfde geloof ook na hun sterven nog te willen volgen. Gelukkig hebben we niet alleen met ambtsdragers te maken die gestorven zijn. Christus blijft voor Zijn kerk zorgen. De Geest geeft steeds weer nieuwe ambtsdragers aan Zijn gemeente. Christus zorgt ervoor dat Zijn kerk door ambtsdragers geleid en verzorgd wordt. Daarom vinden we in vers 17 hoe wij als gemeente met de ambtsdragers die dienst doen, hebben om te gaan. Ook de nieuwe ambtsdragers zijn voorgangers in dienst van de grote Herder van de schapen Jezus Christus. Zij zijn er ook aan gebonden om de leiding te geven, om voor te gaan volgens het onveranderlijke Woord van God dat ons overgeleverd is. We zien dit na de dienst ook in de ondertekening door de broeders die bevestigd zijn van het ondertekeningsformulier.  De kerk is geen godsdienstige vrijwilligersorganisatie die volgens de smaak van mensen op dit ogenblik geleid mag worden. Nee, de kerk is de gemeente van Christus die geleid moet worden volgens het Woord dat niet vanuit mensen komt maar dat van God komt en aan ons gegeven, aan ons overgeleverd is. De Heilige Geest heeft daarvoor gezorgd en zegt tegen ons door Paulus in 1 Kor 15:1,2: “Ik maak u bekend, broeders, het evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat u ook ontvangen hebt, waarin u ook staat, waardoor u ook behouden wordt, indien u het zo vasthoudt, als ik het u verkondigd heb, hetzij u tevergeefs tot geloof gekomen bent.”

De Heilige Geest vindt het nodig om de gemeente aan te spreken in verband met de ambtsdragers van nu. De oproep om hen te gehoorzamen en je aan hen te onderwerpen maakt duidelijk dat dat ook toen niet vanzelfsprekend was. Het is nodig om dit heel duidelijk tegen de Hebreeën te zeggen. Het lijkt erop dat een deel van hen dat in de praktijk niet doet en er in de harten van een deel van de gemeente tegenstand tegen bestaat. Wij denken zo vaak zo menselijk. Wij halen er in onze tijd gauw op een verkeerde manier allerlei menswetenschappen bij. Wij wijzen dan heel gauw naar ambtsdragers die  niet genoeg sociale vaardigheden hebben en daarmee kunnen we dan verklaren en begrijpen dat mensen niet naar hen luisteren. Dan gebruiken we op zichzelf nuttige aanwijzingen, ook voor de ambtsdrager!,  om zelf niet te groeien in het leven met de HERE en onze naaste. Dan zijn we bezig om onszelf of anderen te ondersteunen in ongehoorzaamheid aan de HERE en Zijn Woord. Het kan ook zo zijn dat iemand een leeftijdsgenoot is of zelfs veel jonger als jou is. Het kan zijn dat iemand ambtsdrager geworden is waarvan jij weet dat er vroeger in zijn leven een zondige levenstijl was. Hem gehoorzamen, jou aan hem onderwerpen is toch echt teveel gevraagd. Het kan ook zijn dat de ander andere ideeën dan jij hebt zonder dat je kunt zeggen dat ze met Gods Woord in strijd zijn. We zijn ook vaak besmet met het virus dat we overal over mee moeten kunnen praten en het liefst of nog kunnen beslissen. Alsof de gemeente van Christus een democratie is. Zo is het niet en daarin is Gods eigen Woord heel duidelijk! Het Woord van Christus heeft te regeren o.a. door de ambtsdragers.  Wij zijn vaak geneigd om op de eerder genoemde manieren te denken. Om niet vanuit vertrouwen maar uit wantrouwen te reageren. Dan zeggen we heel gauw: die ouderling, diaken of dominee moet eerst mijn vertrouwen winnen. Natuurlijk is het goed dat een ambtsdrager zijn best doet om al meer vertrouwen te krijgen maar dat neemt niet weg dat wij allemaal met vertrouwen moeten beginnen. Vanaf het moment dat iemand ambtsdrager is. Waarom? Omdat wij als het goed is onze Verlosser Jezus Christus volledig vertrouwen! Hij die Zijn leven voor ons wantrouwige, zondige mensen volledig gegeven heeft. Hij die Zijn Geest over de gemeente uitgestort heeft. Hij is het, de Heilige Geest is het die concreet deze broeders tot ambtsdragers geroepen heeft en daarom verdienen zij uw, jouw vertrouwen. Wij vertrouwen Christus en de Heilige Geest toch wel in de Goddelijke wijsheid waarmee God juist deze broeders aan ons als onze ambtsdragers gegeven heeft?! Het is de Heilige Geest die de ambtsdragers over de gemeente als kudde van Christus aangesteld heeft. Zie o.a. Hand 20:28. Het is heel belangrijk dat wij bij de oproep van de Geest om de ambtsdragers te gehoorzamen en ons aan hen te onderwerpen nooit het volgende vergeten: “Als Christus de taak van ambtsdrager  in de gemeente gegeven heeft, mogen wij in onze houding en optreden daar geen vraagtekens bij plaatsen.” Behalve natuurlijk als de ambtsdrager het pad van Gods Woord verlaat.

Waarin ligt het  nu dat wij aan de ambtsdragers in de kerk gehoorzaamheid verschuldigd zijn? Dat ligt in het bijzondere werk waartoe de HERE de ambtsdragers geroepen heeft. Wij lezen daarvan in onze tekst: : “Want zij zijn het, die waken over uw zielen, daar zij rekenschap zullen moeten afleggen.”

Ouderling, diaken, dominee zijn is maar niet een of ander erebaantje in de kerk. Het is ook geen machtspositie die je kunt gebruiken om je eigen ideeën een keer vorm te gaan geven. Nee, je hebt de opdracht gekregen om over “de zielen te waken”. Om de gemeente, om de schapen bij Christus te houden, naar Christus te leiden. Om jou steeds weer met liefde en diepe bewogenheid in te zetten om broeders en zusters bij het evangelie, bij het leven met de Geest te bewaren. Dan moet er intens gewaakt worden. Dat is de taak die God ons geeft. Dat betekent ook dat juist de ambtsdrager zijn mond moet opendoen als hij een schaap of een deel van de gemeente bij het leven in liefde en in gehoorzaamheid aan de HERE ziet wegdwalen. Dan geldt ook voor de ambtsdrager van vandaag wat de HERE tegen Ezechiël gezegd heeft: “Mensenkind, u heb Ik tot wachter over het huis van Israel aangesteld. Wanneer u een woord uit mijn mond hoort, zult u hen uit mijn naam waarschuwen. Als Ik tot de goddeloze zeg: U zult zeker sterven – en u waarschuwt hem niet en spreekt niet om de goddeloze voor zijn goddeloze weg te waarschuwen ten einde hem in het leven te behouden, dan zal die goddeloze in zijn eigen ongerechtigheid sterven, maar van zijn bloed zal Ik u rekenschap vragen. Maar als u de goddeloze waarschuwt en hij bekeert zich niet van zijn goddeloosheid en van zijn goddeloze weg, dan zal hij in zijn eigen ongerechtigheid sterven; maar u hebt uw leven gered.” Es 3:17-19.

De ambtsdragers hebben allemaal op hun eigen terrein: ouderlingen, diakenen, predikanten een heel verantwoordelijke taak gekregen. De zorg voor de schapen heeft God op een bijzondere manier aan hen toevertrouwd. Zij zijn daarvoor op een bijzondere manier verantwoordelijk en moeten daar op de dag van hun sterven verantwoording van afleggen aan God. Dat is de ernst en de zwaarte van het ambt. Dan is het zo dat geen ambtsdrager  volmaakt is. Ook de ambtsdrager heeft steeds weer nodig om van vergeving, van genade alleen te leven.  Ook de ambtsdragers hebben steeds weer Gods kracht nodig. Hebben steeds weer nodig om op God, om op Christus te letten. Om steeds weer kracht en liefde te ontvangen om de gemeente te leiden en te verzorgen. Dan kijken we steeds weer naar de HERE als de volmaakte Herder om van Hem te leren. Dan willen we Hem volgen die in Ez 34 tegenover de herders die zichzelf zoeken zegt: “Ik zelf zal mijn schapen weiden, Ik zelf zal ze doen neerliggen, luidt het woord van de  Here HERE; de verlorene zal Ik zoeken en de afgedwaalde terughalen; de gewonde zal Ik verbinden en de zieke versterken, maar de vette en krachtige zal Ik verdelgen. Ik zal ze weiden zoals het behoort.” Vs 15,16.

Dat weiden en leiden betekent ook dat de ware leer de ambtsdragers heel na aan het hart ligt. Want wat gebeurt er als er verkeerde dingen verkondigd worden? Dan leren we de HERE niet meer kennen zoals Hij is! Dan beginnen we in eigen beelden van God te geloven. Dan gaan we leven op een manier die niet volgens de wil van Christus is. Dan gaan we op de weg die van Christus onze Verlosser en Here afleidt. Waken over de zielen betekent dat we juist de hele gemeente al nader aan God en het tere leven met Hem willen brengen.

Zie je wat een verantwoordelijke taak de ambtsdragers gekregen hebben! Zou je voor hen dan geen groot respect hebben en voor hen in liefde bidden?! Zou je dan niet graag naar hen willen luisteren en hen willen volgen als zij jou onderwijs geven in de weg van Christus?! Als wij door dit niet te doen hun het leven zwaar maken is dat tot ons eigen nadeel. We zien dat in het tweede punt.

 

  1. om hun werk tot een plezier te maken

 

Wij maken in onze tijd in het kerkelijke leven meerdere keren mee dat ambtsdragers na een tijdje ontheffing van hun ambt vragen, dat predikanten overspannen raken. Omdat het werk hun te zwaar geworden is. Ze kunnen het niet meer aan. Daarvoor kunnen heel veel redenen zijn. Dat kan o.a. omdat mensen steeds weer en heel makkelijk met kritiek komen. Alles moet gaan zoals zij dat willen. Bij ambtsdragers zijn er gebreken zoals wij die allemaal hebben maar kijken we wel eerst altijd naar onszelf?  

Is het een goed teken als mensen steeds kritiek hebben hoe een ambtsdrager iets zegt terwijl duidelijk is dat hij het Woord van ons Heiland ons voorhoudt? Is het een goed teken als wij de woorden van ambtsdragers of  van een kerkenraad met wantrouwen benaderen en al gauw aan verborgen agenda’s denken. Terwijl we niet echt naar de inhoud van wat gezegd wordt luisteren. Is het een goed teken als we vanuit de geest van onze tijd over alles steeds weer willen discussiëren omdat wat de HERE in Zijn Woord tegen ons zegt ons niet aanstaat? Is het een goed teken als we steeds weer vanwege allerlei bijzaken menen kritisch te moeten wezen? Die dingen kunnen ambtsdragers doodmoe maken. Kan hen moedeloos maken. Dan kan het lijken alsof je in je gewone werk als ambtsdragers zo weinig gedragen wordt. Dan kan de vreugde om de Here en Zijn gemeente als ambtsdrager te mogen dienen omslaan in een zware en moeilijke last die je op je schouders voelt drukken. Hoe belangrijk is het gemeente dat u positief tegenover de ambtsdragers staat en dit laat blijken. Dat jij niet jouzelf zoekt maar het voordeel voor de hele gemeente. Hoe nadelig is dat voor de gemeente en voor de  echte geestelijke groei. Voor die geestelijke groei willen we ons toch samen vooral inzetten om zo Gods naam te heiligen en Zijn Koninkrijk te bouwen!

Laten we van jong tot oud in liefde Christus als de grote herder van de schapen willen volgen. Laten we van jong tot oud onze zonden willen kennen en belijden. Laten we ons door de ambtsdragers willen laten helpen en leiden. Laten we hun leiding aanvaarden ook als we persoonlijk soms andere ideeën hebben maar niet kunnen zeggen dat het in Gods naam zo moet. Laten we klein willen zijn en de vrede van de gemeente willen zoeken. Als we zo gemeente zijn, is het niet nodig dat de ambtsdragers zuchten. Dan dragen de ambtsdragers de vreugde van het ambt ook uit en stimuleert dit ook tot wat we in 1 Tim 3:1 lezen: “Dit is een betrouwbaar woord: indien iemand staat naar het opzienersambt, dan begeert hij een voortreffelijke taak.”

Broeders en zusters, jongens en meisjes bidt ook steeds weer voor de ambtsdragers en bidt ook voor jezelf dat jij jou door hen wil laten leiden. Zo wil Christus ook jou op de weg van de eeuwige redding van zonde en schuld leiden. Sla die leiding niet uit jouw leven tot je eeuwige ondergang weg. Laten we toch samen als gemeente en ambtsdragers leven in de vreugde van onze Here. Een vreugde en vrede die alle verstand door Christus werk te boven gaat.

 

AMEN