Preek over Mattheus 13:24-30; 36-43 Gelijkenis van het graan en het onkruid
ORDE VAN DIENST
Votum
Vrede/Zegengroet
Psalm 92;1,2,7
Lezing van Gods wet
Lezen: 1 Joh 5:20,21
Psalm 1
Gebed
Schriftlezing: Mattheus 13: 24-43
Psalm 59: 1,2,6,7 (7 kinderen)
Tekst: Mattheus 13:24-30;36-43
Verkondiging van het evangelie
Gezang 20:3,4,5
Dankgebed
Collecte
Gezang 13:5,6
Zegen
Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes
De gelijkenis van de zaaier is verteld. We hebben vorige week samen gezien wat die gelijkenis betekent. Ook voor ons vandaag. De here jezus gaat verder met het vertellen van het grote nieuws door gelijkenissen. Op de gelijkenis van de zaaier volgt die van het samen opgroeien van het goede zaad en van het onkruid.
Ook dit is voor ons vandaag een belangrijke gelijkenis. Het is ook een gelijkenis die niet zo makkelijk te begrijpen is. Een gelijkenis waarvan ook de leerlingen van de Here Jezus hun vragen hebben. Het is de Here Jezus zelf die ons een verklarende woordenlijst bij deze gelijkenis geeft. Niet omdat Hij moeilijke woorden gebruikt. Ook niet omdat het een moeilijk verhaal is dat Hij vertelt. Wel om duidelijk te maken wat de punten zijn waar het Hem om gaat in dit verhaal. Het eerste wat bij deze verklarende woordenlijst opvalt is dat de Here Jezus bepaalde elementen in de gelijkenis niet noemt. Daarmee maakt Hij duidelijk dat die er alleen in staan om het verhaal en wij daar verder geen eigen betekenis aan moeten geven. Wat we lezen in vers 29 is er voor het verhaal maar daaraan moeten we niet zelf een betekenis willen geven. De Here Jezus maakt duidelijk dat Hij dat niet met die bedoeling zo gezegd heeft. Ook daarin moeten we de Here Jezus erkennen als onze hoogste Leraar!
Een ding wil ik in de inleiding nog noemen. Dat is dat de Here Jezus ons duidelijk maakt dat de akker waarover Hij hier praat de wereld is. Dat maakt duidelijk dat het Hem hier niet om de kerk gaat. Hij wil ons duidelijk maken wat we terwijl we op de wereld leven, tegenkomen. Bedenk de achtergrond van de gelijkenis van de zaaier die Hij net verteld heeft. Dat eindigde met het zaad dat in de goede aarde viel. Dat ook echt vrucht draagt. Dat zijn de mensen die de Geest hun leven laten bepalen. De mensen die zich zo door de Geest laten leiden dat ze niet luisteren naar hun zondig hart als de beste leraar maar naar wat de Geest ons in Gods Woord leert. Deze mensen moeten beseffen dat ze leven op een wereld waarin ze nog veel mensen zien die niet zulke goede aarde zijn. Die moeten beseffen dat ze opgroeien op een wereld waarop een groot deel van de mensen zo niet wil leven. Hoe ga je er mee om dat je leeft op een wereld waarop nog zoveel slechts, zoveel tegenstand tegen God en Zijn goede geboden te vinden is? Zou het ooit wel goed komen want als je om je heen kijkt wordt de wereld er niet beter op. Op deze vragen krijgen we antwoord in de gelijkenis die de Here Jezus hier vertelt.
Ik verkondig jullie vanuit deze gelijkenis het Woord van God onder het volgende thema:
CHRISTUS HAALT OP ZIJN DAG DE OOGST BINNEN
1. Graan en onkruid groeien samen op
2. Graan en onkruid worden bij de oogst gescheiden
1. Graan en onkruid groeien samen op
De Here Jezus sluit aan bij de vorige gelijkenis. Toch moeten we goed blijven opletten en de dingen niet door elkaar halen. Het gaat in allebei de gelijkenissen over zaad dat gezaaid wordt. Toch is het zaad niet in allebei de gelijkenissen hetzelfde. In de gelijkenis van de zaaier is het zaad het Woord van God. In deze gelijkenis is het zaad mensen.
Met dat in ons achterhoofd volgen we de gelijkenis en nemen daarbij meteen mee wat de Here Jezus als uitlegging erbij geeft. Dan zien we ook wat de onderdelen van de gelijkenis voor ons vandaag betekenen.
Let er op dat Christus hier zegt dat het Koninkrijk van de hemel overeenkomt met iemand die goed zaad gezaaid heeft op zijn akker. Let er op dat hier de persoon die het zaad zaait de Zoon van de mens genoemd wordt. Dat is Christus. Hij is de Zoon van God die ook meteen die heel bijzondere mens is. Die ene mens die door de Geest uit de maagd Maria verwekt is. De Zoon van God die mens geworden is. Van die Zoon van de mens lezen we in Dan 7:13,14: “Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot de Oude van dagen, en men leidde hem voor deze; en hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen dienden hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en zijn koningschap is een, dat onverderfelijk is.”
In Christus die naar de wereld gekomen is, is het Koninkrijk van de hemel in eigen Persoon op de wereld gekomen. Wat doet Christus op aarde en ook later als Hij na Zijn werk op aarde te hebben gedaan weer naar de hemel is gegaan? Hij zaait het goede zaad op aarde. Hij zorgt door Zijn Geest dat er mensen komen die niet meer naar hun eigen zondige hart luisteren maar hun hart hebben gezet op een leven volgens Gods wil. In navolging van Christus.
De Here Jezus zelf maakt al mee dat niet alleen het goede zaad gezaaid wordt. Juist als de Here Jezus op aarde is dan is het de duivel, de tegenstander van God die er alles aan doet om op de akker ook het slechte zaad te zaaien. Om de tegenstand tegen Christus die een zondeloos mens is, die het goede zaad zaait, heel sterk te maken. De Here Jezus ondervindt dat Hij niet op de wereld is zonder tegenstand. Het wordt zelfs hels groot tegen Hem. Wij staan als knechten niet boven onze Meester.
De Here Jezus vertelt ons in deze gelijkenis dat we nog leven op een aarde waarop er twee soorten mensen zijn. Op Gods aarde is nog altijd de duivel actief. Niet alleen het zaad van Christus groeit op ook dat van de duivel.
Kijk maar eens naar de gelijkenis. Het goede zaad is op aarde gezaaid. Maar in de nacht komt ook Gods grote tegenstander en zaait daar waar de gelovigen zijn ook dat slechte zaad. Het zaad komt op. De knechten zien dat er onkruid gezaaid is. De grote vraag is wat je nu moet gaan doen? Er komen ook andere vragen op. Zoals of de boer de situatie nog wel in de hand heeft. Wordt het uiteindelijk zo geen overwinning voor de duivel, voor het slechte, voor het goddeloze?
Let er weer op dat de akker de wereld is. De Here Jezus maakt duidelijk dat als Hij straks Zijn leerlingen het bevel geeft om de wereld over te gaan om het evangelie te verkondigen. Wanneer dan de wereld opgeroepen wordt om door Christus het Koninkrijk van de hemel binnen te gaan, zal dat niet allemaal zo makkelijk zal gaan.
De verkondigers van het evangelie, de echte gelovigen, de trouwe kerk van Christus zal niet alleen opgroeien op deze wereld. Er zal tot de oogst sprake van zijn dat er tegenstand en dwaling is. Je zult het steeds weer merken. Maar lang niet altijd vanaf het begin. Want wat voor onkruid is het waarvan in deze gelijkenis sprake is? Het heeft verschillende namen: dolik, hondsdraf, wilde koren. Waar het op aankomt is dat in het begin dat dit onkruid groeit je het bijna niet kan onderscheiden van het gewone graan. De ellende is ook nog dat dit onkruid zulke sterke wortels heeft dat dit het graan dreigt weg te drukken en de overhand dreigt te nemen.
Je kunt begrijpen dat de knechten in de gelijkenis meteen willen ingrijpen. Al betekent dat dat er ook van het goede graan daarbij verloren zal gaan. Het gaat nu om de reactie van de boer. Om wat de reactie van Christus hierop is. Wordt Christus als de beloofde Zoon paniekerig als Hij ziet hoe de duivel ondanks Zijn komst de tegenstand tegen hem en Gods wil zaait? Is het Christus die nu meteen wil ingrijpen al moeten er volgens Gods plan nog mensen komen die Hij in Zijn liefde uitverkoren heeft? Loopt het Christus niet uit de hand?
Laten we daar eens samen naar kijken in het leven van de Here Jezus zelf en wat het nu voor ons betekent na Christus’ hemelvaart.
De Here Jezus maakt duidelijk dat de tegenstand die er tegen de HERE, die er tegen Hem in de wereld is Hem niet verrast. Het loopt de HERE niet uit de hand. Ook dat mensen Christus niet willen erkennen als hun Verlosser en Heer gaat niet buiten Gods plan om. In alle rust zegt de boer dan ook dat het graan en het onkruid maar samen kunnen opgroeien tot het moment van de oogst. Juist dan zal heel duidelijk uit de groei blijken wat graan is en wat onkruid is. Je ziet hier dat Christus regeert en dat niets Hem uit de hand loopt. Ook als jij vandaag heel veel verkeerde dingen om je heen ziet. Ook als je je afvraagt in wat voor wereld onze jeugd en kinderen opgroeien, ben je niet zonder hoop want Christus is Koning! Dat heeft Hij zo duidelijk laten zien toen Hij zelf de tegenstand tegen Hem, tegen Gods Koninkrijk van bijna de hele wereld moest voelen. Tot Zijn eenzame lijden aan het kruis. Toen de tegenstand al erger en feller werd, hield Hij alles in alle rust in Zijn hand. Hij koos er toen niet voor om Gods oordeel al te laten komen over de ongelovigen. Hij koos uit liefde voor God en Zijn uitverkoren kinderen er voor dat het oordeel, dat de oogst nog niet zou komen. Om er zo voor te zorgen dat de hele oogst binnengehaald zou worden. Ook de mensen die als goed zaad op de aarde nog geboren moesten worden. Gods huis moest vol worden volgens Zijn Goddelijk verlossingsplan. Je ziet dat op bepaalde momenten van het leven van de Here Jezus op aarde op een bijzondere manier. Ik noem twee voorbeelden.
a. Het eerste is als de Here Jezus met Zijn leerlingen bij een stad van de Samaritanen komt. Die weigeren Hem te ontvangen in de stad. We lezen dan: “Toen de discipelen Jakobus en Johannes dit bemerkten, zeiden zij: Here, wilt U, dat wij zeggen, dat vuur van de hemel zal nederdalen om hen te verteren? Doch Hij keerde Zich om en bestrafte hen. En zij gingen naar een ander dorp.” Lukas 9:54-56 Het is nog geen tijd voor de oogst. Er moeten ook nog Samaritanen tot geloof komen!
b. De Here Jezus wordt door Judas verraden. . De soldaten staan als het slechte zaad klaar om de Here Jezus gevangen te nemen. Petrus pakt het zwaard om er op in te hakken. Petrus raakt in paniek. Niet de Here Jezus want alles is in Zijn handen. Hoe de Here Jezus ook lijdt en bedreigd wordt toch gaat Zijn liefde voor God en Zijn uitverkoren kinderen boven alles. Hij besluit vrijwillig dat Gods oordeel nu nog niet komt. We horen Hem dan het volgende zeggen: “Breng uw zwaard weder op zijn plaats, want allen, die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen. Of meent gij, dat Ik mijn Vader niet kan aanroepen en Hij zal Mij terstond meer dan twaalf legioenen engelen terzijde stellen? Hoe zouden dan de Schriften in vervulling gaan, die zeggen, dat het aldus moet geschieden?” Matt 26:52-54
Wat betekenen deze dingen nu voor ons? De Here Jezus laat ons hier in deze gelijkenis zien dat we tot Zijn terugkeer leven op een aarde waar je om je heen het kwaad ziet. Je ziet steeds weer de tegenstand tegen God en Zijn goede gebod. Er zijn op aarde twee soorten mensen. Er is geen grijs of neutraal gebied. Mensen zijn het goede zaad als ze echt vanuit de band van liefde met Christus volgens Gods Woord willen leven. Dat zijn de mensen die dat als beeld van God door het veranderende werk van de Geest in de wereld uitstralen. Ook als een meerderheid heel anders voelt, denkt en leeft. Je leeft in een wereld waarop je in je leven intensief met mensen te maken krijgt die anders willen leven dan dat Christus het ons in Zijn Woord leert. Dat is erg, dat doet zeer. Hoe reageren we daarop? Moeten we daarbij op Gods oordeel vooruit lopen? Moeten wij dan Gods oordeel over deze mensen voltrekken? Zijn wij geroepen om een abortuskliniek te bekladden, om mensen die abortus plegen eigenhandig te doden? Zijn we geroepen om bij sekswinkels en in hoerenbuurten de ramen in te gooien. Zijn wij geroepen om moskeeën in brand te steken? Ik noem zomaar een paar voorbeelden. Is dit de manier waarop wij te werk moeten gaan. De Here Jezus geeft hierop in deze gelijkenis een duidelijk antwoord. Dat is niet de stijl van God, dat is niet de stijl van Zijn Koninkrijk. We lezen dat in het Oude Testament zo: “Niet door geweld maar door Mijn Geest!” Zach 4:6
We zijn niet geroepen om de mensen die tegen het evangelie inleven te doden. De Here Jezus zegt zelf dat wie in de strijd voor Hem op aarde het zwaard opneemt er door zal vergaan. Christus wil dat we in deze wereld door Zijn Geest strijden. Dat we laten zien in onze woorden en in ons leven wie de echte Koning is. Die op deze wereld alle eer en gehoorzaamheid verdiend omdat we op het grondgebied van Zijn Koninkrijk leven. Dan is ons wapen dat de Geest ons leert om mensen met liefde te vertellen wie Christus is. Dat we het evangelie verkondigen. Dat we mensen met liefde, met bewogenheid, met Gods Woord wegroepen bij een leven met Allah, wegroepen bij een leven waar seks en overspel onze god is, dat we mensen laten zien dat het aborteren van een ongeboren kind moord is. Dat zelfs na zo’n moord er voor mensen die zich met berouw over die moord bekeren vergeving bij Christus te vinden is. Gods geduld is gericht op bekering, op komen tot geloof. Dat geldt voor ons en voor mensen op deze hele wereld. We kunnen in vertrouwen zelfs op deze wereld in verbondenheid aan Christus verder. Al zien we nog zoveel onkruid. Nog zoveel invloed van de duivel. Want we zijn op weg naar de oogst. Op weg naar de dag dat de Here Jezus op wolken als de grote Rechter terugkomt. Daarom kunnen we geduldig zijn zoals we daarover lezen in Jakobus 5: “ Hebt dus geduld, broeders, tot de komst des Heren! Zie, de landman wacht op de kostelijke vrucht des lands en heeft geduld, totdat de vroege en late regen erop gevallen is. Oefent ook gij geduld, sterkt uw harten, want de komst des Heren is nabij. Broeders, zucht niet tegen elkander, opdat gij niet onder het oordeel valt; zie, de Rechter staat voor de deur.”vs 7-9
Laten we nu letten op het einde van deze gelijkenis als we zien dat de oogst wordt binnengehaald.
2. Graan en onkruid worden bij het laatste oordeel gescheiden
Blijft het Koninkrijk van God, blijft het leven een leven waarin ook het slechte steeds weer aanwezig is en gevoeld wordt? Blijft de toekomst een toekomst met moeite en verdriet? Blijft de duivel en het zondige altijd greep op het leven hebben?
De Here Jezus maakt in de gelijkenis duidelijk dat dit niet zo is. Gelukkig! Je ziet daarin het Koningschap van Christus die de duivel en de dood overwonnen heeft. Je ziet dat als eerste in het leven van de Here Jezus zelf. De Here Jezus krijgt als Zoon van de mens die het goede zaad zaait met de grootste tegenstand van mensen en de duivel te maken die er is. Hij wordt tot op het kruis in het nauw gedreven. Alles wijst er op dat de duivel en het kwaad overwonnen hebben. Dat het Koninkrijk van God voor altijd van de aarde verjaagd is. Dat het voor altijd bij het rijk van de duivel zal horen. Het lijkt of de zaaier van het slechte zaad overwonnen heeft. Dan zijn er op de derde dag na Christus dood de engelen. Ze verschijnen en schijnen met hemels Goddelijke licht bij het graf van de Here Jezus. De Zoon van de mens die bij Zijn opstanding bewijst dat Hij de Zoon van God is! staat op uit de dood. Christus laat zien dat het Koninkrijk van de hemel heeft overwonnen. Hij haalt de oogst binnen en niet de duivel. De aarde is van de HERE en blijft van Hem. De aarde wordt door Hem, door Christus’ overwinning bij Zijn terugkeer voor altijd van al het verkeerde schoongemaakt.
De HERE heeft de engelen uitgezonden toen Christus opgestaan was in het graf. Zij maken triomfantelijk het graf voor de Overwinnaar open. Christus gaat naar de hemel en engelen komen dan Zijn leerlingen vertellen dat de Here Jezus in de hemel is en eens op de wolken zal terugkomen.
Bij de terugkeer die op Gods vastgestelde tijd komt, zullen engelen komen en alles en iedereen wat niet in liefde aan Christus verbonden is bij elkaar brengen. Om voor altijd van de aarde weggedaan te worden. Ook de ongelovigen zullen dan opstaan en door de engelen bij elkaar gebracht te worden. Om door Christus in het openbaar veroordeeld te worden. Om dan voor altijd met lichaam en ziel naar de hel te verhuizen. Wie niet bij het graan, bij het gelovige volk van Christus wil horen heeft eens geen plaats meer op Gods aarde. Dan leef je voor altijd daar waar het voor altijd ellendig is. De beelden van de vurige oven en het tandengeknars maken dat duidelijk. Dan heb je voor eeuwig spijt dat je niet volgens de wil van Christus heb willen leven, je niet aan Hem hebt toevertrouwd. Dan is bekering niet meer mogelijk. De Here Jezus vertelt dit niet om mensen bang te maken. Nee, Hij doet dat om jou en mij en ieder die het hoort op te roepen om juist tot Hem te komen met heel je leven. Hij eindigt de uitleg van deze gelijkenis met de woorden: “Wie ore heeft, die hore!” Mensen luister toch want wie zich op deze wereld, waar je zoveel kwaad ziet, waar het leven in zonden je wordt aangeprezen, zich tot Christus bekeert zal van deze ellendige toekomst bevrijd worden. De engelen halen ieder die zonder Christus leeft voor altijd van de aarde weg. Gods Koninkrijk zal schitteren door Christus’ werk voor altijd zonder dat er nog iets of iemand is die nog iets zwarts en duisters laat zien. Het zal er schitteren van Gods heerlijkheid en van al het goede dat er is. Geweldig om daar te leven. Je zult dan schitteren in het licht. Dat geweldige licht zal dan ook van de mensen die daar leven stralen. Wie zich hier op aarde met verdriet over eigen zonden en in de strijd daartegen aan Christus heeft toevertrouwd die zal dan voor altijd van de zonden verlost zijn. Dan schittert je leven door Christus’ lijden voor jou, door het werk van de Geest aan jou als kind van de hemelse Vader.
Je ziet hier in Christus’ woorden oplichten wat we ook al lezen in Dan 12: “ Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen. En de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel, en die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altoos.”
Wat is het belangrijk en beslissend dat jij en ik verstandig zijn. Dat we ons afkeren van ons eigen zondige hart. Dat we het goede zaad willen zijn. Dat we op een wereld waarop er nog zoveel slecht zaad opkomt echt in geloof, in liefde voor Christus willen leven. Hem boven alles stellen. Dat we heel goed in onze oren knopen en in ons hart koesteren wat de Here Jezus aan het einde van de gelijkenis van de vijf wijze en de vijf dwaze meisjes zegt: “Wees dan waakzaam, want u weet de dag en ook het uur niet waarop de Zoon des mensen komen zal.” Matt 25:13
Leven in liefde op een wereld vol tegenstand tegen de HERE, is leven vol verwachting. Vol hoop voor wie bij Christus horen. Niet het slechte zaad overwint maar het goede door het werk van Christus. Leef met Hem dan kun je vol verwachting uitkijken naar de toekomst. Dan leer je vol dankbaarheid en diepe blijdschap bidden: “ Amen, kom, Here Jezus!” Openbaring 22:20
AMEN