Samenvatting preek over Lukas 15:25-32
SAMENVATTING PREEK LUKAS 15:25-32 17 JUNI 2018
De Here Jezus heeft in de verloren zoon laten zien dat een leven los van Hem je in de verlorenheid brengt. Hoe blij is de Vader met iedereen die uit die verlorenheid weer naar Hem terugkeert. De Here Jezus laat nu ook zien dat iedereen die denkt dat eigen werk en eigen vroomheid hem redt op het verkeerde spoor zit.
JEZUS CHRISTUS ROEPT IEDEREEN DIE DENKT DAT HIJ RECHTVAARDIG LEEFT OP OM VAN GENADE TE LEVEN
- De komst van de oudste zoon
- Het protest van de oudste zoon
- De onvoorwaardelijke liefde van Vader voor deze zoon
- Het feest is in volle gang. De oudste zoon komt van het werk in dienst van vader thuis. Hij hoort de rede waarom er plotseling feestgevierd wordt. Kijk vs 27. Dat antwoord maakt de oudste zoon woedend. Hoe is dat nu mogelijk? Hoe kun je feest vieren voor iemand voor wie je je eigenlijk alleen maar kunt schamen? Hij wil de jongste niet meer als zijn broer aanvaarden. Hij praat ook heel afstandelijk van “die zoon van u”. vs 30. De vader wijst de oudste zoon in vs 32 de goede weg met: “uw broer”. De Here Jezus wijst juist de weg van diepe liefde voor mensen de van Christus en Zijn gemeente weggedwaald zijn. Het zijn afvallige verbondskinderen naar wie onze liefde heeft uit te gaan. Kijk 2 Tes 3:14,15. Het is nodig om hen in liefde terug te roepen. Met liefde. Gal 6:1.
Maar de Here Jezus zegt toch dat ze voor ons als de heiden en de tollenaar moeten zijn? Matt 18:17 Dat betekent niet dat onze liefde niet naar hen moet uitgaan. Jezus zoekt juist de heiden en de tollenaar met het evangelie op! Kijk hier ook het formulier voor “de uitsluiting uit de gemeente van Christus”: “Beschouw hem niet als een vijanden. Integendeel, tracht hem te vermanen zoals men een broeder doet.”
- De oudste broer wil geen feest vieren. Zijn broer is dat voor hem niet waard. Zijn hart is een hart waarin er geen echte liefde voor God is. Hij heeft een slavenhart. Hij rekent. Hij heeft zoveel en zo trouw vader gediend. Hij verdiend veel eerder een feest en hij heeft het nooit gekregen. Kijk vs 29. Zo denken ook de Farizeeën en Schriftgeleerden. Denk hier ook aan de gelijkenis van Lukas 18:9-14. De tollenaar roept om genade en hij en niet de Farizeeër gaat gerechtvaardigd naar huis. Wij moeten ook ons hart hieraan spiegelen. Waarom gaan wij naar de kerk, waarom doen wij dingen in dienst van God? Omdat we rekenen en daarmee iets moois willen verdienen? Om onze plaats in de hemel zelf veilig te stellen? Vertrouwen we daarbij op ons gelovig bezig zijn, onze gewoonten en regels, onze geestelijke groei?
Hoe erg is het als wij op ons gereformeerd zijn, op onze heiligheid, onze geestelijke groei, op wat wij voor de HERE doen bouwen. Als wij God dienen om de beloning. Wij hebben steeds weer nodig om te zien dat de HERE ook ons als “goddeloze” rechtvaardigt. Rom 4:5 Dan reken je niet meer maar ben je intens blij dat je door Gods genade bij Hem mag horen en vraag je steeds weer: HERE hoe kan ik u het beste dienen.
- De liefde van God gaat niet alleen naar tollenaars en zondaars uit zoals de jongste zoon. Ook naar mensen die erg hun best doen en dan denken dat ze een heel eind op weg zijn. Denk maar aan de rijke jongeling. De Here Jezus kreeg hem lief. Marc 10:21. Vader doet er alles aan om ook de oudste zoon op het feest te krijgen. Hij heeft hem lief: “Kind”. Mijn kind kom toch tot inzicht! Jij bent zo bevoorrecht al is er nu geen feest voor jou. Jij was altijd bij Mij! Het was daardoor voor jou altijd feest als je ziet hoe goed het is om van Mijn genade te leven.
We lezen in onze gelijkenis niet of de oudste zoon naar het feest gegaan is. Er is een open einde. Waarom? Omdat Gods oproep in liefde blijft klinken: Mijn kind dat rekent en op eigen vroomheid bouwt, kom tot inkeer. Leef van genade alleen en wees blij met ieder die van een leven zonder Christus tot Hem en Zijn gemeente terugkeert. Dan is het leven echt feestelijk.