Voorbereidingsblad preek over Openbaring 5:8-14 31 januari 2016
VOORBEREIDINGSBLAD VOOR DE PREEK VANUIT OPENBARING 5:8-14
Zondag 31 januari hopen we ’s ochtends samen te luisteren naar de verkondiging van het evangelie vanuit Openbaring 5:8-14
Je vindt hieronder een leesrooster en ook iets voor de kinderen.
LEESROOSTER
Maandag 25 januari 1 Kronieken 29:10-19 Wat valt je in vers 18 op ook als je denkt aan het loven
van God door ons?
Dinsdag 26 januari Psalm 141 Wat heeft het reukwerk in de tempel met onze
gebeden te maken?
Woensdag 27 januari Johannes 1:29-34 Waarom wordt de Here Jezus het Lam van God
genoemd?
Donderdag 28 januari 1 Korinthe 5:1-8 Wat is echt christelijk feestvieren?
Vrijdag 29 januari 1 Petrus 1:13-25 Wat is de kracht van Christus bloed?
Zaterdag 30 januari 1 Petrus 2:1-10 Wat zijn onze taken als priesters en koningen?
Zondag 31 januari Psalm 33 Wat betekent het dat we een nieuw lied voor
de HERE moeten zingen? Vers 2.
VOOR DE KINDEREN
VOOR DE KINDEREN UIT DE KERKGESCHIEDENIS
Vader zit op zijn praatstoel. Het is gezellig thuis. Ze zitten samen om het brandende hout in de open haard. Buiten is het donker en koud. Hier is het lekker warm. Rufus ziet dat vader er heel ontspannen bij zit. Hij vraagt of vader nog iets weet over christenen in andere plaatsen dan Rome.
‘Rufus jongen, ik heb net gehoord dat onze broers en zussen voor wie het gevaarlijk is om als christen bekend te staan een nieuwe manier hebben om aan elkaar te laten weten dat ze gelovig zijn. Je moet wel bedenken dat we dat zo lang mogelijk geheim moeten houden.”
“Maar waarom doen ze dat en hoe dan?” “Ze doen dat omdat er op veel plaatsen mensen zijn die een hekel aan christenen hebben. Als ze weten dat er in de stad een rechter of burgemeester is die een hekel aan christenen heeft, gaan ze daarnaar toe. Dan zeggen ze dat iemand christen is en is de kans groot dat die in de gevangenis komt.”
“Maar vader wat heeft dat met wat u net zei te maken?”
“Jongen als je weet dat iemand een christen is en je wilt met hem of haar praten, kun je dat waar anderen bij zijn laten zien. Dat doen ze door gauw een visje in het zand te tekenen. Of met je vinger gauw een visje te tekenen in de lucht.”
“Dat is gek vader! Wat heeft een vis nu met de Here Jezus te maken?” “Heel veel!”
“Wat dan vader?”
“Wij praten Rufus Latijn maar het Nieuwe Testament in het Grieks geschreven. Ze hebben nu iets heel handigs bedacht. Je kunt het woord ICHTUS als een heel mooie afkorting gebruiken. Ik zal het even voor je op de vloer in het zand schrijven:
ICHTUS:
I: Jezus (Grieks: Iesous)
CH: Christus (Grieks: Christos)
T: van God (Grieks: Theou)
U: Zoon (Grieks: Huios)
S: Verlosser (Grieks: Soter)
Dus wat staat hier Rufus?”
“Ja, ik zie het: Jezus Christus Zoon van God Verlosser.”
“Precies! Dus als je aan iemand wil laten weten dat je christen bent en het is beter dat anderen het niet weten, maak dan gauw het tegen van een vis.”
Dat was wel heel slim en mooi bedacht, vond Rufus.