Zondag 36 Gebruik de naam van de HERE frank en vrij

18-11-2015 07:30

 

 

 

Hieronder vind je een preek die ik gehouden heb toen ik predikant was van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) van Dronten-Noord.  Aan de linkerkant vind je de oorspronkelijke liturgie. De gezangen komen uit het Gereformeerd kerkboek en uit het Liedboek (oud). De gebruikte Bijbelvertaling is de NBV. Aan de rechterkant vind je de liturgie genomen uit het Gereformeerd kerkboek met de 41 gezangen zoals die nu in de GKN gebruikt wordt. 

Wanneer deze preek gelezen wordt graag even een mailtje naar mij zodat ik weet waar deze preek gelezen is.  dsjrvisser@gmail.com

 

ORDE VAN DIENST

 

Votum                                                      Votum

Vrede/Zegengroet                                    Vrede/Zegengroet

Psalm 92:1,2                                            Psalm 92:1,2

Geloofsbelijdenis                                      Geloofsbelijdenis

Gezang 64 (Speelwerk)                             Gezang 28

Schriftlezing: Openbaring 11:1-14           Schriftlezing: Openbaring 11:1-14

Gezang 116:1,2,3,4,7                                                    Openbaring 13:1-9 

Schriftlezing: Openbaring 13:1-9              

Psalm 105:1,4,5                                       Psalm 105:1,4,5 

Tekst: Zondag 36                                     Tekst: Zondag 36

Preek                                                        Preek

Psalm 119:18,19                                      Psalm 119:18,19 

Dankgebed                                               Dankgebed

Collecte                                                    Collecte 

Psalm 71:8,9                                            Psalm 71:8,9 

Zegen                                                       Zegen

 

Gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Er zijn van die momenten dat je op je studeerkamer worstelt. Dat doe je altijd als het om het gebed voor de gemeente en voor bepaalde gemeenteleden in het bijzonder gaat. Toch zijn er momenten dat het heel indringend op je afkomt: Ik moet zondag de preekstoel op. Ik moet daar Gods boodschap voor zijn volk in het Nederland van 2007 verkondigen.

Zondag 36 over het gebruiken en het misbruiken van Gods naam is aan de beurt. Ik kan vanmiddag een preek houden over vloeken en laten zien waarom de HERE juist het eerbiedige gebruik van Zijn naam van ons wil. Ik kan dan net doen alsof allerlei discussies die er om ons heen en misschien ook wel onder ons gevoerd worden er niet zijn. Toch kan ik heel mooie dingen over de HERE, over Zijn werk, over Christus werk en Gods naam naar voren brengen. Woorden die voor de meeste van ons heel goed en aangenaam in de oren klinken.

De verleiding om vanmiddag zo te preken was heel groot. Here moet ik nu echt weer het strijdtoneel opzoeken. HERE dat wil ik niet.

En toch is er dan de Here met Zijn Geest die in die worsteling laat zien: je mag niet anders. Je mag Mijn arme volk temidden van zoveel onzekerheid en zoveel discussie en aantijgingen niet laten staan. Je moet Mijn Woord op spreken. Mijn Woord dat nu in de situatie van vandaag zo scherp actueel is.

We worden op de televisie, via de krant en in allerlei discussies indringend met het vraagstuk van discriminatie geconfronteerd.   We worden geconfronteerd met discussies waarbij het om het uitdragen van Gods naam gaat. Om het leven volgens de stem en wil van God. Mogen we de wil van God in deze samenleving nog vrijuit naar voren brengen. Mogen we nog zeggen dat een leven volgens de woorden van de ene levende God het enige goede leven is?

De ellende is dat deze discussie zich nu toespitst op een groep mensen. Waardoor ook broeders en zusters die worstelen met gevoelens voor mensen van hetzelfde geslacht zich elke keer diep getroffen voelen. Ook die broeders en zusters die juist in de gemeente de steun zoeken om in hun strijd om aan eigen gevoelens op dit punt niet toe te geven weer pijn voelen. Steeds weer voelen hoe de steun die ze zoeken om ook op dit punt in alle teerheid volgens Vaders wil te leven wegvalt. Openheid is nodig juist om met elkaar in de veilige omgeving te zijn waar we elkaar steunen om elkaar op de zwakke punten van ons leven steeds weer te ondersteunen in een leven volgens Gods wil. Door tranen, door heel moeilijke momenten heen. Ook nadat we gestruikeld zijn en vergeving en liefde en opvang zo heel erg nodig hebben. De discussie die gevoerd wordt gaat veel verder en dieper dan homoseksualiteit. Mogen we de naam van de HERE in ons land nog duidelijk laten horen ook als dat tegen de mening van de meerderheid van de samenleving ingaat. Mogen we dan nog zeggen dat alleen de weg van Christus, de weg die de Verlosser in Gods Woord aanwijst de goede weg is? Of moeten we zulke dingen maar zeggen achter de deuren van de kerk, achter de deuren van onze vergaderlokaaltjes, achter de deuren van onze huizen? Moeten we daarover dan alleen maar onderling spreken? Al deze vragen hebben ook alles met het derde gebod te maken. Ik verkondig jullie het evangelie van het derde gebod onder het thema:

 

GEBRUIK DE NAAM  VAN DE HERE FRANK EN VRIJ

 

 Het derde gebod: “Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan.” Je ziet hoe de HERE het misbruik van zijn naam niet wil. Let er wel op dat Hij het misbruik niet wil. Hij wil niet dat Zijn naam aan dingen die Hij verkeerd noemt verbonden wordt. Hij wil niet dat Zijn Naam die alle eer verdiend zonder eerbied gebruikt wordt. Hij wil dus zeker niet dat we vloeken en Hem, Zijn naam zwartmaken. Dat zijn allemaal dingen die de HERE niet wil. Zaken die ook heel actueel zijn. Die ook een plaats in de catechismus gekregen hebben. Toch gaat wat de HERE hier zegt verder dan alleen het negatieve. De Here Jezus heeft in Zijn onderwijs in de Bergrede heel duidelijk aangewezen dat Gods geboden ook laten zien wat de HERE in ons leven juist wel wil. Waarin Hij wil dat we heel actief en positief bezig zijn.

Het is niet alleen zo dat je er alleen heel goed voor uit moet kijken dat je Gods naam niet verkeerd gebruikt. Het is niet zo dat je alleen er op moet letten dat je niet vloekt. Dat je alleen tegen anderen zegt: Denk erom dat je geen gvd zegt. Nee, hierin klinkt ook die stimulerende stem van God die zegt: Spreek over Mij en over de dingen die Ik gedaan en gezegd heb. Draag dat vrijuit uit in deze wereld. Ook in de samenleving van Nederland in 2007. Ook daarvoor heeft de catechismus oog. Luister maar: “Kortom, dat wij de heilige naam van God alleen met ontzag en eerbied gebruiken, zodat Hij door ons naar waarheid beleden en aangeroepen en in al onze woorden en werken geprezen wordt.” Ant 99

Dat zijn heel mooie woorden. Woorden die ook echt de stem van onze hemelse Vader laten horen. Het zijn geen grote woorden zonder grond. Het is de Here Jezus zelf die in Matt 10 zegt: “Een ieder dan, die Mij belijden zal voor de mensen, hem zal ook Ik belijden voor Mijn Vader, die in de hemelen is, maar al wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal ook Ik verloochenen voor mijn Vader, die in de hemel is.” (1951)

Paulus schrijft later geleid door de Heilige Geest: “Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered. Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered.”

Maar wat moet je nu doen als de samenleving daaraan aanstoot neemt?  Moet je dan een deel van het evangelie achter je kiezen en achter de kerkdeuren houden? Of moet je zelfs zeggen dat de cultuur en de wereld waarin we nu leven zelfs duidelijk maakt dat die dingen geen deel van de kern van het evangelie zijn? Moet je de naam van God gebruiken en verbinden met zaken waaraan mensen van onze tijd en onze cultuur zich mateloos ergeren? Vraag je dan juist niet om het misbruiken en het lasteren van God en van Christus door mensen in de samenleving? Heel belangrijke vragen voor ons in het democratische Nederland van 2007. Juist in de omstandigheden van vandaag en met de vragen van vandaag is het goed om eens te letten op wat we in Openbaring 11 en 13 lezen. We lezen in Openbaring 11 dat de kerk van Christus na de uitstorting van de heilige Geest het evangelie onder de mensen zal uitdragen en in wat voor wereld dat vaak zal gebeuren. Daarmee geeft de Here Christus ons juist moed. Laat Hij zien dat we niet verbaasd moeten zijn als we het evangelie uitdragen in een samenleving die laat merken dat ze daar niet op zitten te wachten.

Laten we samen eens op enkele punten in Openb 11 letten.

Johannes krijgt iets in zijn handen waarmee hij moet meten. Hij ziet voor zich de tempel met de mensen die daar met hun hart op God gericht aanbidden. Hij krijgt de opdracht om alleen de tempel op te meten en niet de voorhof.  Dat opmeten betekent dat de tempel en zij die in de tempel zijn door de HERE op een heel bijzondere manier bewaard worden. De tegenstanders van Christus en Zijn gemeente kunnen er niet voor zorgen dat de ware gelovigen buiten het huis van God blijven. Al worden kinderen van God zelfs gedood vanwege hun leven met Christus toch blijven zij leven bij de HERE. Dan gaan ze door de dood heen zelfs naar de hemel waar de HERE woont. Dan zijn ze in de hemelse tempel, het hemelse Jeruzalem. Zeker van die bescherming zal het vaak zo in de geschiedenis zijn dat de kerk en de boodschap die ze brengt aangevallen wordt.  Het is niet zo dat we in de tijd tussen Christus hemelvaart en Zijn terugkeer kerk zullen zijn in een wereld waarin er geen tegenstand is. We zijn kerk in een wereld waarin de voorhof  aan de ongelovige wereld gegeven is. Wat dat betekent lees je in het vervolg van Openbaring 11.

De gemeente van Christus wordt hier aangeduid met twee getuigen. Hier zijn we terug bij het derde gebod. Wat is onze taak als gemeente van Christus in deze wereld? Om Christus’ getuigen te zijn. Om de naam van God, om de naam van Christus hoog te houden in deze wereld. Om Gods naam in deze wereld te belijden. Om in deze wereld steeds weer openlijk te vertellen wie de HERE is, wie Jezus Christus is. Om publiek te vertellen wat de HERE gedaan heeft en doet en gaat doen. Om ook te vertellen wat de wil van God voor de wereld en voor ieder mens is. De kerk is een betrouwbare getuige als ze niet haar eigen verhaal vertelt maar vertelt wat de Heilige Geest jou en mij al verteld heeft. In het Woord van God, in de Bijbel. Niet als een of ander antiek boek met allemaal verhalen van mensen van vroeger. Nee, als we laten zien dat wat de HERE in de Bijbel vertelt voor vandaag van het grootste belang is. Daarin spreekt God zelf ook de mensen in 2007 aan. Als we het zo doen zijn we betrouwbare getuigen, mensen die de stem van God verder deze wereld indragen. Dan zijn we zoals twee getuigen die hetzelfde verhaal vertellen en zo laten zien dat het echt zo is. Als we gehoorzaam aan het derde gebod Gods naam gebruiken doen we het niet op de manier waardoor we de samenleving alleen maar een aai over de bol geven. Dan zeggen we niet alleen: je zou bepaalde dingen ook op een andere manier kunnen doen.

Dan wordt ook duidelijk dat je met een boodschap komt die haaks op de gevoelens en de meningen van velen in de samenleving staat. Je ziet dat ook aan de twee getuigen. Ze hebben namelijk een boetekleed aan. (vs 3)

Ze roepen mensen, de samenleving op om een ander leven te gaan leiden. In de woorden van Christus trouwe kerk klinkt er bewogenheid en verdriet met de wereld mee. Met een  samenleving en mensen die zonder Christus leven. Mensen die tegen die wil van God inleven liggen onder het oordeel van God. Het is zo nodig dat mensen verdriet over hun verkeerde leven krijgen en hun leven veranderen. Met verdriet over eigen verkeerde dingen bij God komen en om vergeving vragen. Juist die oproep tot een ander leven, tot bekering is kenmerkend voor de trouwe kerk van Christus op aarde. Juist zo wordt de naam van de HERE met eerbied gebruikt als zo met bewogenheid het evangelie gebracht wordt. Als zo de naam van Christus in de samenleving klinkt.

Dat kun je alleen als olie die van God komt in je leven stroomt. De twee olijfbomen en de twee lampenstandaards wijzen op de Heilige Geest die Christus kerk, die in de gelovigen die getuigen woont. Zij brengen de boodschap door de kracht van Gods Geest. Die kracht van de Geest en de bijzondere bewaring door God hebben we nodig om in deze wereld getuigen van Christus te zijn. Om echte belijders van Gods naam te zijn. Die bescherming en bewaring zegt Christus ons ook toe. Als die bijzondere bescherming er niet is, zou de trouwe kerk al lang niet meer bestaan.  Dan zou de wereld de kerk allang zo bestormd hebben dat er niets meer van de kerk over was. Op het gebed van Gods kinderen zijn er in de geschiedenis steeds weer heel bijzondere momenten waarop Christus zorgt dat Zijn kerk blijft bestaan. Dat er mensen al vloeit het bloed van de vervolging zijn die tegen de stroom van het bloed en de gevangenschap in tot geloof in Christus komen. Die tegen de stroom van de meerderheid in door de kracht van de Geest Christus blijven belijden in de samenleving.

Al is er de bijzondere bescherming van Christus voor wie Gods naam in deze wereld belijdt toch zal het vaak heel moeilijk voor de kerk op aarde zijn. De belijders van Christus naam en van Zijn wil in deze wereld zullen soms heel sterk met de weerstand daartegen te maken krijgen. Dan klinken er de woorden discriminerend tegenover vrouwen, tegenover homoseksuelen, tegenover niet gelovigen. Dan wordt de kerk en wat de HERE in de Bijbel zegt aan de schandpaal genageld. Je moet toch wel heel dom zijn en eigenlijk slecht zijn als je vanuit het evangelie erop wijst dat de HERE alleen seksuele gemeenschap in het huwelijk tussen een man en een vrouw wil. Je bent toch wel echt achterlijk als je wijst op de eigen taak die man en vrouw van God gekregen hebben. Mensen die dit soort dingen zeggen moet eigenlijk de mond gesnoerd worden in onze maatschappij. Steeds weer op andere punten staat het evangelie tegenover de gevoelens en de ideeën van de ongelovige wereld. Dan is de druk heel groot om de naam van Christus niet meer aan dat deel van het evangelie te verbinden. Dat roept weerstand tegen de kerk en ook tegen jezelf op. Als je dan toch ook vrijuit over dat deel van het evangelie blijft getuigen, moet je niet gek staan te kijken als het je heel moeilijk gemaakt wordt.

Ook dat zien we in Openbaring 11. Want wat gebeurt er als  Christus kerk Gods naam in deze wereld met eerbied voor hem hoog gehouden heeft?  Dan komt het beest dat tegen de kerk begint te strijden. Heel actief. Dat beest uit de aarde staat lezen we in Openbaring 13 in dienst van het beest dat uit de zee komt. Van dat beest lezen we o.a. het volgende: “het had een kroon op elke horen, en er stonden godslasterlijke namen op zijn koppen …… Het beest kon zijn bek gebruiken voor grootspraak en godslasteringen, en dat tweeënveertig maanden lang.  Het opende zijn bek en lasterde God, zijn naam en zijn woning en hen die hemel wonen. Het mocht de strijd met de heiligen aanbinden en hen overwinnen. Ook kreeg het macht over alle landen en volken, over mensen van elke stam en taal.”

Er zijn tijden in de geschiedenis dat je zou zeggen: laat ik alsjeblieft stil blijven. Moet je eens kijken hoe de wereld, hoe de venijnige spot met de woorden van God, de venijnige vijandschap tegen mensen die in liefde volgens Gods Woord willen leven de ene overwinning na de andere behaalt. Dan lijkt het soms alsof Christus trouwe, getuigende kerk wel moet verdwijnen. Dan lijkt het soms alsof de mensen die leven uit diepe eerbied voor de HERE en Zijn woorden er eigenlijk niet meer zijn. Nog een enkele tegendraadse enkeling die ook bijna moedeloos raakt.

Dan zie je weer die bijzondere bewaring die God geeft. Christus laat Zijn kerk die in diepe liefde voor de HERE Zijn naam niet kan verzwijgen. Die niet kan zwijgen van de redding die er alleen ligt in Christus die aan het kruis de straf voor de gelovigen droeg. Hoe dat geluid soms ook onderdrukt en uit elkaar gejaagd wordt. Toch blijft de Geest van Christus werken. Blijft werken ook als de wereld cadeautjes geeft omdat ze die mensen die gehoorzaam wilden zijn aan het derde gebod overwonnen heeft. Dan is er door de kracht van de Geest van Christus ineens, als uit de dood opgestaan,  weer dat geluid, dat tegendraadse geluid. Dat heerlijke evangelie dat gezondmakend in deze wereld klinkt. De bek van het beest kan er niet voor zorgen dat het evangelie, het hooghouden van Christus naam op deze aarde voor altijd verdwijnt.

Gods naam betekent namelijk iets. De naam HERE: Ik ben die Ik ben, de naam van de enige God zal nooit voor altijd het onderspit delven. Het is namelijk waar die titel die Jezus Christus in Openbaring 1 krijgt: de vorst van de koningen van de aarde. Niets en niemand kan de HERE, kan Jezus Christus tegenhouden. Je kunt spotten, vloeken en tieren. Je kunt dat grof doen, je kunt sarcastisch over Christus en de gelovigen praten.  Je kunt christenen verdacht en belachelijk maken. Je kunt ze zelfs in de gevangenis gooien en doodmaken. Kijk maar eens in Openbaring 13:9,10: “Wie oren heeft, moet horen. Wie gevangenschap moet verduren, zal in gevangenschap gaan. En wie door het zwaard moet sterven, zal sterven door het zwaard. Hier komt het aan op de standvastigheid en trouw van de heiligen.”

Het hooghouden van Gods naam frank en vrij kan veel van ons vragen. Het komt aan op standvastigheid, op trouw. Trouw aan de enige God en Verlosser! Het gaat om standvastigheid doordat je hebt leren zien dat Christus en Zijn liefde alleen echt voor eeuwig goed is voor je leven. Doordat we hebben leren zien dat verbonden zijn aan God in liefde het enige is dat voor altijd goed is. Weet je wat nog het beste van alles is? Dat de HERE zelf je die standvastigheid en trouw wil geven.  Hij wil ons geven de liefde die het niet kan laten om vol eerbied over de HERE in deze wereld te spreken, al moet het tegen de stroom in. Die belofte hebben we vanmorgen in de dienst gehoord bij de doop van Tirza van Barneveld. De Geest wil in jou wonen. Hij leert je dan om de HERE, om Christus, om Gods naam boven alles te stellen en zo ook te spreken. Juist uit echte liefde voor je naaste want alleen de weg van Christus is de weg van het leven. Laten we zo spreken. Laten we bidden om trouw en standvastigheid. Die hebben we vandaag hard en hard nodig om ook ten aanzien van het derde gebod daders van het Woord te zijn en te blijven.

 

AMEN