Zondag 42 De HERE van wie alles is, wil de bescherming van ieders eigendom
Hieronder vind je een preek die ik gehouden heb toen ik predikant was van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) van Dronten-Noord. Aan de linkerkant vind je de oorspronkelijke liturgie. De gezangen komen uit het Gereformeerd kerkboek en uit het Liedboek (oud). De gebruikte Bijbelvertaling is de NBV. Aan de rechterkant vind je de liturgie genomen uit het Gereformeerd kerkboek met de 41 gezangen zoals die nu in de GKN gebruikt wordt.
Wanneer deze preek gelezen wordt graag even een mailtje naar mij zodat ik weet waar deze preek gelezen is. dsjrvisser@gmail.com
ORDE VAN DIENST
Votum Votum
Vrede/Zegengroet Vrede/Zegengroet
Psalm 24:1,4 Psalm 24:1,4
Geloofsbelijdenis Geloofsbelijdenis
Psalm 62:4,5,6 Psalm 62:4,5,6
Schriftlezing: Spreuken 30:1-9 Schriftlezing: Spreuken 30:1-9
2 Korinthe 9 2 Korinthe 9
Gebed Gebed
Psalm 112 Psalm 112
Tekst: Zondag 42 Tekst: Zondag 42
Verkondiging van het evangelie Verkondiging van het evangelie
Psalm 146:1,5,8 Psalm 146:1,5,8
Dankgebed Dankgebed
Collecte Collecte
Gez 10 (Schakel) Gezang 41
Zegen Zegen
Broeders en zusters, jongens en meisjes, gemeente van onze Here Jezus Christus
Het is het jaar 1620. Het schip de Mayflower gaat op weg naar Amerika. Vanuit de haven van Plymouth. Aan bord zitten gelovigen die in hun eigen land juist om hun geloof vervolgd worden. Ze zoeken de vrijheid om te leven volgens wat de HERE in de Bijbel zegt. Ze gaan naar dat onbekende land Amerika waar ze alles van de grond zullen moeten opbouwen. Er is nog bijna niets. De Indianen wonen in dit grote land en in grote delen van Amerika woont er verder bijna niemand.
Ze komen in November 1620 in Amerika aan land. Het is er winter. Ze zijn moe en verzwakt. Het ziet er niet goed uit. Ze hebben geen eten meer. Verder dreigt er gevaar. Het is maar de vraag of de Indianen hun goed gezind zullen zijn als ze ontdekt worden. De wilde dieren lopen er rond en het is koud. Terwijl ze zo aan land zijn gekomen, vinden ze al gauw een grote voorraad maïs die de Indianen er voor slechte tijden opgeborgen hebben. De Pelgrimfathers danken de HERE dat ze in hun nood dit voedsel gevonden hebben.
Als ze bij hun vrouwen en kinderen komen die vol spanning staan te wachten, vertellen ze van die prachtige vondst. Ze laten het maïs zien dat ze al meegenomen hebben. Maar meteen zeggen ze er het volgende bij: “In Gods ogen is diefstal een zonde, maar het is een nog veel grotere zonde om onze gezinnen te laten verhongeren terwijl er voedsel is, daarom beloven we plechtig dat we het zullen vergoeden, ook al weten de Indianen er niets van.”
Door het voedsel dat ze gevonden hebben overleven ze de winter. Het volgende jaar hebben de mensen daar in hun kolonie zelf het maïs op het land staan. Ze houden zich aan de belofte die ze gedaan hebben. Ze geven van hun eerste oogst aan de Indianen dat terug wat ze zonder toestemming van de Indianen het vorige seizoen gebruikt hebben. Ze weten zich met hun hele leven verbonden aan het gebod van hun Here en God dat je niet mag stelen. Ze waren daarin ook voor ons voorbeelden van liefde en gehoorzaamheid aan Gods goede geboden. Laten we zien wat Gods gebod om niet te stelen vandaag ook voor ons betekent.
Ik verkondig jullie het goede nieuws van van Christus onder het volgende thema:
DE HERE VAN WIE ALLES IS WIL DE BESCHERMING VAN IEDERS EIGENDOM
1. Geen grijpgrage vingers
2. geven met gulle hand
1. Geen grijpgrage vingers
We hebben het over stelen. Stelen betekent dat bepaalde dingen niet van jou zijn maar van een ander. Jij hebt daarover niet de vrije beschikking. Als je het wilt hebben of gebruiken moet je dat aan de ander vragen. Als die nee zegt moet je dat nee ook accepteren. Niet alle dingen op deze wereld zijn van jou. Ook niet als je veel geld en macht hebt. Ook dan heb je wat van een ander is zo te laten.
Je ziet dat heel duidelijk in het paradijs. De HERE heeft alles gemaakt. Alles is van Hem! Hij is de Schepper en de Koning. Hij heeft alles zo gemaakt dat het echt goed is. Echt goed voor elk schepsel. Bij dat goede hoort ook dat de HERE tegen de mens zegt: Je mag van alle bomen eten maar van de ene boom midden in het paradijs mag je niet eten. Alles is van de HERE en daarom is Hij het ook die alles in de schepping aan ons geeft om te gebruiken. Op de manier zoals Hij dat wil en daarom ook goed is. Het eten van de boom van kennis van goed en kwaad was dan ook de eerste diefstal in de geschiedenis. De HERE had als de eigenaar gezegd: daar mag je niet van eten, de vruchten daarvan mag je zelfs niet aanraken. Toch waren wij als mensen het die Gods eigenaarschap niet eerbiedigden. We vonden dat we niet genoeg hadden. Terwijl er in het paradijs een geweldige vrede en welvaart was. Je ziet hoe in de eerste zonde al het element van ontevredenheid zit, nooit genoeg hebben. Juist daarom willen we steeds meer voor onszelf en daarom verdwijnt het echt denken aan de naaste. Als de naaste daardoor in problemen komt, doet ons dan niet zoveel. Je ziet hoe mensen voor zichzelf leven en dat juist dat en niet het er zijn voor de HERE en je naaste op de eerste plaats komt.
Het is nog niet zolang geleden dat ik op de televisie een uitzending zag waarbij jonge dokters in Duitsland werk hadden gevonden. Ze werkten in ziekenhuizen. Ze hadden het er erg naar hun zin. Ze kregen er een goed salaris. Toch zeiden de meesten dat ze later weer in Nederland aan het werk wilden. Je kunt je daar van alles bij voorstellen. Toen werd verder gevraagd naar de reden was de belangrijkste dat je in Nederland tot drie keer meer kon verdienen. Ook op de vraag waarom ze medicijnen waren gaan studeren was het antwoord van meerderen: omdat je dan veel kan verdienen.
Je ziet hoe het veel verdienen voor heel veel mensen de drijfveer is om een bepaald werk te gaan doen. Veel verdienen en rijk zijn is niet verkeerd. Als we daarin Gods zegen zien en die rijkdom ook gebruiken tot zegen van Christus kerk en onze naaste. Het is verkeerd als het ons er om gaat om zelf al rijker, al welvarender en al meer te krijgen. Als dat het is waarvoor we leven. Juist die drijfveer zorgt ervoor dat de echte liefde, de liefde van God en de liefde voor je naaste al minder wordt. Jouw geld, jouw bezit en jouw welvaart staat dat dan in de weg. Dat was het grote probleem met die rijke jongeman die bij de Here Jezus komt. De Here Jezus ziet dat deze jongeman, die nu al rijk is zich aan de geboden van God wil houden. De Here Jezus komt dan ook liefdevol naar deze jongeman toe. Vol liefde legt Hij het hart van deze jongeman bloot. Hij hangt in zijn hart teveel aan zijn geld en bezit. Dat neemt bij hem de plaats in van de HERE. Dat zorgt ervoor dat er niet de liefde is voor de naaste zoals die er hoort te zijn. Deze jongeman wil zijn rijkdom niet inzetten voor Christus’ koninkrijk en zijn naaste. Hij wil daar met zijn rijkdom geen offers voor brengen. Als het zo in je leven is, ga je al meer op jezelf gericht raken. Dan ga je vragen om geld voor je naaste in nood en voor Christus’ kerk als bedriegend en belastend ervaren. Dan ga je kiezen voor een goedkoper kaartje voor toneel, film en ander vermaak boven de hulp aan je naaste die honger leidt. Denk aan de preek van vanmorgen.
Voor veel mensen is het rijk willen worden een bedreiging. Veel van ons kunnen de weelde van rijk, welvarend zijn niet aan. Je ziet dat ook in de Bijbel. Als het met Israel goed gaat, als ze een welvarende periode in hun volksbestaan hebben, gaat het bijna altijd in het leven met de HERE slecht. Dan is het moeilijk om echt vol liefde voor Christus en je naaste te leven. We lezen dan ook een heel opvallend gebed in de Bijbel . In Spreuken 30: “Twee dingen vraag ik u, gun ze me zolang ik leef: Houd me ver van leugen en bedrog. Maak me niet arm, maar ook niet rijk, voed me slechts met wat ik nodig heb. Want als ik rijk zou zijn, zou ik u wellicht verloochenen, zou ik kunnen zeggen: Wie is de HEER? En als ik arm zou zijn, zou ik stelen en de naam van mijn God te schande maken.” Vs 7-9
Wat is nu dat je genoeg hebt? Wat is wat je nodig hebt om een goed leven te hebben. Ook daarop geeft de HERE zelf antwoord. We lezen in 1 Tim 6 het volgende: “Maar voor wie tevreden is met wat hij heeft, is het geloof grote winst. Wij hebben niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. Wij hebben voedsel en kleren, laten we daar tevreden mee zijn.”. vs 6-8
Wanneer het je dus wat je nodig hebt? Als je een dak boven je hoofd hebt, als je goede kleren hebt om in te lopen. Het gaat hier dus niet om een kast vol waardoor ik elke dag wat anders aan kan doen. Als je dat hebt dan ben je in Bijbelse zin rijk. Als je genoeg te eten hebt om gezond te kunnen leven. Als je daar eens over nadenkt zijn de meeste van ons in Bijbelse zin rijk! Wij hebben met al onze zorgen die er zijn over het algemeen alle reden om tevreden te zijn. Wij zijn daarom heel goed in staat om de broeders en zusters in ons midden die op dit punt het wel moeilijk te hebben te helpen. Om daarvoor volgende week gul te geven. Ook als ik daardoor misschien een bepaalde broek of legging of dvd nu niet meteen kan kopen. Als ik daardoor deze maand dan een keer niet extra kan shoppen.
Tevreden zijn en daardoor het eigendom van een ander respecteren betekent ook heel concreet je houden aan regels die je heel makkelijk naast je neer kun leggen. Waarvan je ook weet dat heel veel mensen, ook in je eigen omgeving dat doen.
Laat ik je eerst een vraag stellen. Wat vind je van winkeldiefstal? Ik denk en ik hoop dat we daarop allemaal zeggen dat dingen uit een winkel weghalen zonder te betalen verkeerd is. Echt ook zonde in Gods ogen is. Toch zijn er dingen die hetzelfde zijn maar waar we makkelijk anders omgaan. Dan denk ik aan het kopiëren van boeken, artikelen, cd’s en dvd’s tegen de regels die daarvoor zijn. Dan denk ik aan het illegaal gebruiken van computerprogramma’s of computerspelletjes. Dan denk ik aan sites op het internet waar je dingen kunt downloaden waarvan heel duidelijk is dat het illegaal is. Omdat voor het gebruik daarvan niet het nodig geld wordt afgedragen aan de wettige eigenaar. Laten we juist als gelovigen ook op deze punten in de eerste plaats naar de HERE luisteren en niet naar ons gevoel waardoor we graag voor niets bepaalde dingen willen gebruiken of kijken. Omdat we er nu geen geld voor hebben of dat geld er niet voor willen uitgeven. Diefstal wordt niet minder erg als het makkelijk gaat en als niemand er achter komt. Diefstal wordt niet minder erg als jij maar een beetje steelt en je weet dat anderen dat veel meer doen. Laten we ook als het hier om gaat de grenzen eerbiedigen die de HERE gesteld heeft. Dat geldt ook voor het invullen van mijn belastingformulier en als ik onkosten voor mijn werk of voor iets anders opgeef. Laten we juist als mensen die bij Christus willen horen daarin helemaal betrouwbaar zijn al kost dat ons in de ogen van anderen geld, misschien wel veel geld. Beter minder geld en dat je weet dat je als kind van God leeft en uitleeft wat Gods wil is. Wie in verwondering juist zijn of haar leven in God, in Christus, in de echte genade van God zoekt wil ook met gulle hand geven. We letten daarop in de tweede plaats.
2. geven met gulle hand
Alles op deze wereld is van de HERE. Hij is de grote Eigenaar. Wat jij in je leven verdient, wat jij in je leven erft, wat jij in je leven krijgt, is van God. Jij krijgt het om te gebruiken. Om daarmee tegenover de HERE verantwoord om te gaan. Je ziet dat ook terug in Zondag 42. Denk maar een aan vr/ant 111: “Wat gebiedt God in dit gebod? Dat ik het welzijn van mijn naaste, waar ik kan en mag, bevorder en zo met hem doe, als ik wil dat men met mij doet. Bovendien dat ik mijn arbeid trouw verricht, om ook de behoeftige te kunnen helpen.”
Juist vanuit de blijdschap, vanuit de dankbaarheid dat je van de liefde, dat je vanuit de vergeving door Christus mag leven, leer je zien dat geven voor de naaste en geven voor Christus kerk iets heel moois is. Wat heeft de HERE ons veel gegeven! Wat geweldig dat jij en ik bij het volk van God mogen horen. Dat de HERE ons heeft laten horen wie Hij is, wie de Here Jezus is. Hoe nodig wij Christus als de Verlosser van ons leven hebben. Hoe graag Hij zich voor ons aan het kruis heeft willen geven. Christus heeft voor diep schuldige mensen die alleen maar straf verdiend hebben een geweldige rijkdom verdiend. Dat je altijd in vrede met God mag leven. Een grotere rijkdom is er niet. Die rijkdom is alleen maar onverdiende liefde die aan je wordt gegeven. Over dat geweldige werk van de Here Jezus voor wie bij Hem met zijn of haar leven schuilt, lezen we in 2 Kor 8:9: “Tenslotte kent u de liefde die onze Heer Jezus Christus heeft gegeven: hij was rijk, maar is omwille van u arm geworden opdat u door zijn armoede rijk zou worden.”
Als je zo rijk bent, hoef je hier op aarde niet alles uit je eigen leven te halen. Dan heb je alles in je leven, in je vrede met de HERE. Dan leer ik om niet meer voor mezelf te leven maar echt bewogen te zijn met mensen in je omgeving en verder op de wereld die het zoveel minder in materieel opzicht hebben als ons. Het is dan ook Paulus die vanuit dat geweldige werk van de Zoon van God die voor ons arm geworden is, de collecte voor de arme gemeente in Jeruzalem aanbeveelt. Het is vanuit de liefde van God heerlijk om te geven. Dat hoort ook bij het leven als kind van God. Wie vanuit Gods liefde zijn hart niet in liefde wil openstellen voor de behoeftige naaste, kent Gods liefde niet echt.
Paulus zegt het in 2 Kor 9 zo: “Bedenk dit: wie karig zaait, zal karig oogsten, wie overvloedig zaait,zal overvloedig oogsten.” Vanuit je overvloed graag geven. Ook volgende week in de collecte van de diakonie. Vanuit de blijdschap van het geloof er graag voor willen zorgen dat andere mensen met minder zorgen in de wereld staan. Als mensen zo de liefde van God door anderen heen zien, komt die liefde van God ook zo naar ze toe. Als mensen de Here Christus hebben leren kennen, zullen ze daar God ook vol blijdschap voor danken. Dan leidt ook jouw en mijn geven tot het grootste doel van ons leven dat God de eer krijgt. Paulus zegt dat in verband met de collecte voor Jeruzalem zo: “Uw bijdrage aan de collecte heft immers niet alleen het gebrek van de heiligen in Jeruzalem op, maar leidt er bovendien toe dat ze God uitbundig danken. Ze prijzen God omdat u er blijk van geeft gehoorzaam te zijn aan het evangelie van Christus, wat u bewijst door de ruimhartigheid waarmee u met hen en alle anderen wilt delen. In hun gebed voor u spreken ze hun verlangen naar u uit, omdat ze zien hoe overstelpend goed God voor u is geweest.’vs 12-14
Niet stelen is ook de oproep: geef vanuit de door God gegeven rijkdom graag voor anderen. Niet om op te vallen, niet om door anderen bewonderd te worden. Dat zien we teveel in deze wereld dat mensen zo nodig moeten laten zien hoeveel zij wel voor anderen geven. Nee, laten we vanuit de rijkdom die God ons geeft en wil geven zo geven dat ik en anderen mij niet op de borst kloppen. De Here Jezus zegt in de Bergrede: “laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet.” Matt 6:3.
Als je een baantje hebt, als je voor het eerst werk hebt, is toch het eerste wel waar je aan denkt dat je gul geeft voor de kerk en voor je naaste. Dat je ook daarin elke maand trouw bent omdat de HERE jou zoveel gegeven heeft. Leer dat vanaf dat je jong bent, leer dat broeders en zusters uw kinderen. Laten we dat samen jong en oud vanuit de liefde van ons hart doen. Waarom? “Want God heeft de blijmoedige gever lief”. 2 Kor 9:7
Waarom? Omdat de HERE die rijke God die zo vol liefde uitdeelt alle eer en lof verdiend.
AMEN