Ezra 2:1-42 Gods volk keert uit Babel terug naar Jeruzalem

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 20:1,2  (2 kinderen)

Lezing van Gods wet

Psalm 15

Schriftlezing: Jeremia 29:1-14

Gebed

Psalm 85

Tekst: Ezra 2:1-42

Verkondiging van het evangelie

Psalm 84:5,6

Dankgebed

Collecte

Gez 18 

Zegen

 

 

Broeders en zusters, jongens en meisjes, geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus      

 

Ik kan me voorstellen dat je niet met enthousiasme naar de tekst voor de preek kijkt. Dat moet met al die namen bijna wel zeker een saaie preek worden. Wat moeten we met al die namen. Geslachtsregisters of stukken die erop lijken zijn onder is niet erg populair. Laten we eerlijk zijn: we kunnen er ook op een verkeerde manier mee bezig zijn.  Je kunt er zo mee bezig zijn dat je daaruit allerlei dingen wilt halen die er niet in zitten.

Toch is het de moeite waard om deze zondag en de volgende keer ons met dit hoofdstuk waarin veel namen staan bezig te houden. Wanneer er een lijst met namen en plaatsen in de Bijbel verschijnt is, het goed om er op te letten of je daarin opvallende dingen kunt vinden. Om te zien of hier bij al die namen een bijzondere boodschap van die HERE naar ons toekomt. Dan lees je niet alleen de namen maar dan ga je ook naar de verbanden kijken. Dan ga je ook naar getallen kijken die genoemd worden en of die iets te zeggen hebben over het leven van Gods volk op dat moment.

De HERE geeft door koning Kores Zijn volk de beloofde mogelijkheid om na 70 jaar terug te keren uit de ballingschap. Een deel van de ballingen is al 70 jaar in Babel en omstreken. Een ander deel woont er nu ruim 40 jaar.  Ineens doordat de HERE er voor gezorgd heeft dat niet meer de Babyloniërs maar de Pers Kores regeert.

Nu de mogelijkheid zich voordoet om terug te gaan naar het land waar de tempel herbouwt kan en moet worden, waar ze weer dicht bij de HERE kunnen zijn, is de grote vraag wie er teruggaan naar het beloofde land. Wie in vertrouwen en daarom in gehoorzaamheid naar het land Israël teruggaan.  Daarin ligt ook voor ons een heel belangrijke boodschap. We zien dat als ik jullie het evangelie van Jezus Christus onder het volgende thema verkondig.:

 

     

Gods volk keert uit Babel terug naar  Jeruzalem

 

1.       Als een klein volk  (rest)

2.       Met veel priesters

3.       Met weinig levieten

 

 

1. Als een klein volk

 

Gods volk kan terug naar Jeruzalem. De tempel kan herbouwd worden. Er kan een nieuw begin gemaakt worden. De HERE laat zien dat Hij woord houdt. Je kunt op Hem altijd aan. Hij heeft beloofd dat ze 70 jaar na het begin van de ballingschap terug mogen. Dan is het genoeg geweest. De HERE maakt in Zijn genade een nieuw begin!  De HERE heeft voordat ze in ballingschap gingen gezegd dat het ongeveer 70 jaar gaat duren. Hij heeft daarbij ook gezegd dat Hij in Zijn onverklaarbare genade het goede voor dit volk zoekt. We lezen dat o.a. in Jeremia  29:

“Want zo zegt de HEERE: Voorzeker, pas wanneer zeventig jaren in Babel voorbij zijn, zal Ik naar u omzien en over u Mijn goede woord gestand doen, door u terug te brengen naar deze plaats. Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad,namelijk om u toekomst en hoop te geven.”vs 10,11 HSV

Het is de HERE die er ook voor zorgt dat er mensen onder Gods volk ook echt gehoor geven aan de oproep om terug te gaan. We hebben in de eerste preek gezien hoe het de HERE is die de geest van mensen opwekt om terug te gaan. 1:5. Zonder dat werk van God zou er niets gebeuren. Toch neemt dat de eigen verantwoordelijkheid van mensen niet weg. Het is dan ook goed om te kijken wie en hoeveel er nu van de zeker enkele miljoenen Joden terug naar Jeruzalem gingen. 

We zien dan de opsomming in onze tekst. Eerst worden de leiders genoemd. Daarna lezen we in vers 3-35 de mensen die geen priester of leviet zijn. Een paar dingen die hierbij opvallen zijn de volgende:

a.       In vers 3-20 worden 18 grote families genoemd. Daarbij valt ook op dat deze families genoemd worden naar de voorvader die nog in Israël zelf gewoond heeft. De Geest laat zo zien dat het hier echt om de terugkeer van Gods volk gaat. Het zijn maar niet een stel avonturiers die eens ergens anders heen willen gaan. De HERE brengt een rest van Zijn volk terug om in het beloofde land volgens Gods belofte de Christus voort te brengen.  Dat is niet maar zomaar een feitje. Dat laat zien dat de HERE trouw is aan Zijn Woord en ook zorgt dat wat Hij beloofd heeft ook echt gaat gebeuren. Wat heeft de HERE o.a. belooft als het gaat om de komst van de Verlosser van zonden en schuld? Over Christus die komt. We lezen bij Micha die voor de ballingschap profeteerde o.a. dit: “En u, Betlehem Efrata, al bent u klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid” 5:1  Verder wordt ook steeds weer duidelijk dat de Christus die we elke dag zo nodig hebben ook echt uit Israël en dan ook nog uit de familie van David geboren moet worden. De HERE maakt duidelijk dat het echt Zijn volk is dat terugkeert.

b.       Dan lees je vanaf vers 21-35 geen families maar mensen die vanuit een bepaalde stad uit Israël afkomstig zijn. Je ziet hier dus weer hoe de HERE er de nadruk op legt dat mensen die echt in Israël horen terug komen. Het zal hier gaan om mensen die als een gezin of een kleine familie teruggaan. Mensen die vaak uitzonderingen zijn binnen de grotere familie waarvan ze deel uit maken. Je ziet hier hoe mensen ook los van grotere gehelen keuzes maken. je kunt in je familie of in je vriendenkring op een bepaald moment een keuze maken vanuit je liefdesband met de HERE waardoor je apart komt te staan. Hier betekent het dat je ook bijna zeker voor het leven afscheid nam. De gehoorzaam uit liefde voor de HERE vraagt dan ook echt offers. Dingen die je nog lang zeer kunnen doen. Toch is de blijdschap groter dat je de HERE bent gevolgd en juist ook daar mag komen waar de HERE je graag wil hebben. Waar Zijn Woord voluit verkondigd wordt.

 

Er is nog iets anders wat opvalt als je de hele lijst met namen leest. Dat is het aantal mensen dat naar het beloofde land terugkeert. Dat zijn er tussen de 40 en 50.000. Dat lijkt een heel groot aantal. Maar is het dat eigenlijk wel?    Als we aan het volk Israël van voor de ballingschap denken was het een volk van miljoenen. Een groot volk. Ook als als we het over de twee stammen hebben die in Juda woonden en daarbij de stam Levi waaruit de priesters en de levieten kwamen meetellen, waren er zeker meer dan een miljoen. Wanneer in Davids tijd het volk geteld wordt, heeft alleen Juda al 470.000 mannen die het zwaard kunnen dragen. Dan zijn dus de kinderen, de vrouwen en de ouderen niet meegeteld.  Zie 1 Kronieken 21:5

Als je dan nog eens naar deze aantallen kijkt dan zijn het er maar weinig! Dan zie je dat een kleine minderheid van het volk er voor kiest om terug te gaan naar het land waarnaar de HERE ze roept. Waarvoor de HERE nu ook de mogelijkheden gegeven heeft. Natuurlijk zijn er zieke en oude mensen die niet mee kunnen. Maar ook dat is maar een kleine minderheid van het volk.  De profeten spreken ook geregeld over de rest van het volk dat terug zal keren. Wat zien we hier gebeuren? We zien hier hoe mensen die bij de kerk horen, bij het verbondsvolk horen zich al meer gaan thuis voelen in de wereld.  We hebben in Jeremia 29 gelezen hoe het volk de opdracht krijgt om zich echt in Babel te vestigen. Ze moeten Gods straf aanvaarden. Ze zijn echt niet voor eventjes in ballingschap. Daarom moeten ze er echt gaan wonen en er echt gaan leven. Huizen bouwen en er aan hun toekomst bouwen. De HERE heeft ze gegeven om er 70 jaar te wonen. Met het doel om van Gods straf te hebben geleerd. Om daar in de vreemde juist als God volk te leven. vol verwachting dat als de tijd komt dat volgens Gods belofte ze terug kunnen ze daarvoor klaarstaan.

Je ziet bij een grote meerderheid dat zelfs de straf van de ballingschap ze niet met hun hele leven naar de HERE heeft teruggebracht. We weten uit opgravingen dat een flink deel van de Israëlieten het goed gegaan is in Babel. Ze hebben daar een goed bestaan opgebouwd. Een deel is gaan leven als de Babyloniërs en si zo in de andere volken opgegaan. Ze zijn andere goden gaan dienen. De wereld heeft ze helemaal opgeslokt.  Dat kan in ons leven ook gebeuren. Ook wij worden geroepen om echt in deze wereld te leven. Om ons niet afzijdig te houden maar te werken en te leven in de wereld waarop de HERE ons een plaats gegeven heeft. Dat is het Nederland van vandaag ook echt in een wereld waarin de grote meerderheid Christus niet volgt en voor het hier en nu op aarde leeft. In die wereld leven we. Met mensen die zo denken en voelen werken we wij, praten wij.  Met deze mensen doen we zaken. Neemt deze wereld je mee of leef je daarin voluit als een volgeling van Christus? Ben je hier op aarde iemand die hier echt leeft maar die zich thuis voelt en zich burger van het rijk van Christus, van het hemelrijk weet?  Wat is het belangrijk ook als je met weinig bent overgebleven om steeds weer het oog en het hart op Christus gericht te hebben. Om vanuit de liefdesband tot hem dicht bij de HERE te blijven leven. Om elkaar te helpen om niet met de wereld en het wereldse vermaak mee te gaan. Om je niet te gaan thuis voelen in een leven en een omgeving waarin tegen Gods wil ingeleefd en gevoeld wordt. Om werkelijk elke dag met je hart te bidden en te luisteren naar de HERE. Ook als de HERE je in je leven misschien wel met harde hand stilgezet heeft en je eigenlijk goed weet dat dit o.a. is om je te waarschuwen om niet op de verkeerde weg te gaan waarop je al meer bent gegaan. De wereld, een leven zonder in alles Christus te volgen kan zo aan ons trekken. De duivel wil ons zo langzaam maar zeker van de HERE en Zijn trouwe kerk losweken.

Dat gebeurde met een groot deel van het verbondsvolk dat in de tijd van de ballingschap definitief de overstap naar de wereld nam om een makkelijker en welvarender leven te hebben. Dan was er ook nog een groot deel dat wel Israëliet bleef.  Die ook op hun manier in de HERE geloofden maar die te gehecht waren aan het al opgebouwde bestaan dat ze niet terug wilden. Ze hadden het nu goed. Je weet niet wat er gebeurt als je naar Israël gaat. Je brengt je eigen welvarende, goede leven in gevaar. Waarom zou je met zo’n kleine groep meegaan? In het land Kanaän wonen ook andere mensen en hoe wordt je daar ontvangen, hoeveel vijandschap zal er bij die mensen niet zijn?   Onze kinderen of kleinkinderen willen niet mee dus dan blijven wij ook hier. Ze laten de keus om echt gehoorzaam aan de HERE te zijn over aan de omstandigheden en maken het eigenlijk los van Gods belofte! De HERE heeft belooft dat Hij ze op een goede manier weer thuis zal brengen in het beloofde land. Ze kennen o.a. deze profetie van Jesaja er over: “Hoor, iemand roept: Bereidt in de woestijn de weg des Heren, effent in de wildernis een baan voor onze God.  Elk dal worde verhoogd en elke berg en heuvel geslecht, en het oneffene worde tot een vlakte en de rotsbodem tot een valle.” 40:3,4

Wat is het belangrijk dat ook wij vandaag de HERE willen volgen en daarin de mensen om ons heen juist de weg willen wijzen. Niet eigenwijs maar wijsgemaakt door de Heilige Geest. Dan leren we in geloof met Hendrik de Cock zeggen: “Blind voor de toekomst ziende op het gebod’. Wie op de HERe let en op Zijn Woord Zijn weg gaat, kant twijfelen en er wordt aan je getrokken. Maar als je die weg gaat dan is het de HERE die je om Christus werk draagt, dan komt de zegen van de Geest echt over je leven. Dan telt niet het aantal maar de weg die de HERE je wijst. Dan is het opvallend dat bij dit kleine volk er dan verhoudingsgewijs zoveel priester zijn. We letten daarop in de tweede plaats.

 

2. Met veel priesters    

 

Wanneer we gaan kijken naar de namen en de aantallen van de priesters zijn dat er ruim 4000. Zie vers 36-39. Dat is dus ongeveer 10% van de hele groep die teruggaat. Misschien zeg je wel dat is toch eigenlijk normaal want er waren 12 stammen en als er dan 10% is dan is dat redelijk gewoon. Toch klopt dat niet. In de eerste plaats gaat het hier vooral om mensen die uit het Tweestammenrijk komen. Nog belangrijker is dat het hier om priesters gaat en niet om levieten. De priesters waren binnen de stam van Levi alleen de nakomelingen van Aaron! Dus een klein deel van de stam van Levi!

Toch is 10% van het geheel priesters! De HERE zorgt er voor dat juist van de priesters er een groot gedeelte is dat na de verwoesting van de tempel de waarschuwing echt ter harte heeft genomen! Hij zorgt er voor dat als de tempel herbouwt wordt er genoeg mannen zijn die ook de offers kunnen brengen en die al het andere werk dat alleen priesters mogen doen, kunnen doen. De tempel kan herbouwd worden. Het hoeft geen leeg huis te blijven. De HERE wil er wonen en Hij zorgt er voor dat er mannen zijn die het heilige werk van verzoening in de tempel kunnen doen.

Dat zien we steeds weer. De HERE houdt de dienst van verzoening aan de gang. Hij zorgt dat de echte vrede met God door het grote offer dat gebracht moet worden er komt. Steeds weer wijzen de offers die de priesters brengen daarop. In de tijd dat de Here Jezus op aarde is, zijn de priesters er. De priesters brengen de offers in de tempel. Daar is veel over te zeggen. Er zijn er onder de priester veel die niet echt met de HERE leven maar er is bijvoorbeeld ook de vrome Zacharias en zo zullen er ook velen geweest zijn. We lezen bijvoorbeeld in Handelingen 6: “En het Woord van God verbreidde zich en het aantal discipelen in Jeruzalem nam sterk toe; en een grote menigte priesters werd aan het geloof gehoorzaam.”vs 7 HSV maar hoe het ook is met de afzonderlijke priester de offers worden gebracht. Je kunt pessimistisch zijn over wat mensen er van maken. Juist dan komt de Zoon van God Jezus Christus naar de wereld. Als de grote Hogepriester die door Zijn offer aan het kruis alle offers en alle dienst van de priesters die nakomelingen van Aaron zijn overbodig maakt. De HERE zorgt dat Zijn volk ook in de eredienst op weg kan naar de beloofde Verlosser. Hij is gekomen. Jij en ik mogen rust in hem vinden. Jij kunt in liefde en gehoorzaamheid samen met Gods volk op weg achter Christus aan. Het grote offer is gebracht dat voor jou en mij de zekerheid mag zijn dat we eens thuis komen bij de HERE. Christus heeft daarvoor de weg gebaand. Dan is er geen scheiding meer russen kerk en wereld. Dan is de hele wereld kerk. Dan is je hele leven zelfs zonder verleiding en aanvechting priesterdienst. Je bent dan helemaal toegewijd aan de HERE en dat is elk moment de blijdschap van je leven.  De priester die in onze tekst teruggaan moet veel werk wel alleen doen want er komen erg weinig levieten mee.    

 

3. Met weinig levieten

 

De stam van Levi bestond zeker voor meer dan 90% uit niet priesters. Dus levieten. De levieten waren die mannen uit de stam van Levi die de helpers van de priesters waren. Zij mochten geen offers in de tempel brengen. Zij moesten er voor zorgen dat alles in de tempel op orde was. Zij waren het die ook bij de zang in de tempel betrokken waren. Zij waren het zogezegd die bij de begeleiding van de eredienst betrokken waren. Ook als ze niet in de tempel waren, waren het juist de levieten die voor allerlei hand en spandiensten in de dienst voor de HERE gebruikt werden. Juist deze helpers zijn er bitter weinig als het om de terugkeer naar Jeruzalem gaat.  Het lijkt er op dat de levieten hun bestaan in Babel niet willen opgeven om hulp te zijn in de tempel. Het geeft te weinig toekomst. Het is eigenlijk te min om daarvoor terug te gaan naar het beloofde land. Als je uitrekent hoeveel levieten er meegingen dan was er voor 85 priesters 1 leviet. Terwijl de levieten ver in de meerderheid waren in de stam van Levi. Dat gewone werk in de tempel, dat onderhoudswerk, dat begeleidingswerk is voor veruit de meeste levieten niet de moeite waard om terug te gaan naar het beloofde land. Dat is de HERE hun niet waard. Een positie en aanzien in de wereld, welvaart in Babel is hen meer waard.

Zo kan het in ons leven ook zijn. Je kunt het idee hebben dat je in de kerk niet erg meetelt. Je hebt er volgens je eigen gevoel geen echt belangrijke plaats. Daarin kan veel zijn wat niet klopt. Toch is die belangrijke plaats nooit het belangrijkste! Waar gaat het in de kerk en de kerkdienst om dat ik, dat wij samen thuis mogen zijn als arme zondaren bij de rijke God. dat we de verkondiging van de verzoening alleen door het bloed van Christus horen. Kom naar die Christus met de hele last van je leven! als de enige Verlosser die jij ook zo nodig hebt. Kom daar waar in de kerkdienst en de prediking alles van de HERE spreekt! Dan zit je goed. Dan heb je Gods genade in de kerk zo rijk gekregen. Dan wil ik daar altijd weer zijn. Dan gaat door het werk van de Geest voor mij zo spreken wat we lezen in Psalm 84: “Want één dag in uw voorhoven is beter dan duizend (elders);  ik wil liever staan aan de drempel van het huis mijns Gods dan verblijven in de tenten der goddeloosheid.’ vs 11 Wie waren er nu drempel of dorpelwachter bij Gods heiligdom? De levieten! Zie 1 Kron 9:17 e.v.

Laten we bij de HERE thuis willen zijn en wat mensen dan van ons denken is niet echt van belang maar dat we thuis zijn bij Hem! Dan is Hij het die ons om het offer van Christus welkom heet in Zijn huis om er eeuwig te wonen.

Laten we allemaal thuis komen en thuisblijven waar het Woord van God, het evangelie van jezus Christus klinkt om thuis te zijn bij je lieve Heiland, bij de HERE als je Vader!

 

AMEN