ORDE VAN DIENST
Votum
Vrede/Zegengroet
Psalm 111:1,6
Lezing van de wet
Psalm 50:10,11
Schriftlezing: Ezra 7:1-10
Johannes 5:30-40
Bevestiging ambtsdragers
Psalm 119:30,40
Collecte
Gezang 38:5-9
Tekst: Ezra 7:10
Preek
Psalm 143:8,9
Dankgebed
Psalm 144:1,6
Zegen
Gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes
Leren van wat de HERE eerder in de geschiedenis gegeven heeft. Er zijn nogal wat mensen die geschiedenis maar niets vinden. Wat moet je nu met al die dingen die vroeger gebeurd zijn? Toch is het niet goed als je zo over de geschiedenis praat en denkt. Ik bedoel dan de woorden niet goed niet als een veroordeling. Maar veel meer in de zin dat je dan voor jezelf, voor ons leven, ook voor ons leven als kerk heel veel goede dingen bij ons weghouden. Dingen die God ons in de geschiedenis gegeven heeft om daarvan te leren. Te leren ook in heel concrete situaties van ons leven.
Het is ook daarom dat ik bij de bevestiging van ambtsdragers nu gekozen heb voor wat de HERE door Ezra in de geschiedenis gedaan heeft. De HERE heeft dat laten opschrijven zodat wij als gemeente van Christus in 2016 daarvan leren. Daarvan ook willen leren. Het is om dat goed te doen ook nodig om nu eerst te zien wat de omstandigheden van Gods volk in die tijd waren.
Het volk van God is in die tijd door ongeloof in ballingschap geraakt. Dat gebeurde eerst met het Tienstammenrijk. Later gaat ook het Tweestammenrijk in ballingschap. Door Gods grote onverdiende liefde blijft het niet zo. De HERE grijpt dan zo in dat een deel van het volk na een tijd weer naar het beloofde land kan terugkeren.
Het was in het jaar 722 voor Christus dat de 10 stammen in ballingschap zijn gegaan. Hetzelfde gebeurde met Juda, Benjamin en Levi in 586 voor Christus. Onder koning Kores mag Gods volk naar Kanaän teruggaan. Ze krijgen zelfs de opdracht om de tempel in Jeruzalem weer op te bouwen. De HERE laat Zijn volk naar het beloofde land teruggaan omdat de Christus daar geboren moet worden. De terugkeer van het gehoorzame deel van Gods volk vindt in twee keer plaats. De grootste groep van ruim 42.000 mensen gaat in 538 voor Christus terug. Dan zijn Zerubbabel en de hogepriester Jozua hun leiders. 80 jaar later komt een tweede groep terug uit ballingschap. Dat zijn enige duizenden onder leiding van de Schriftgeleerde Ezra. De HERE heeft Ezra geroepen om leider van deze groep te zijn. Hij krijgt Gods zegen. Het is daarom dat ze onder Ezra’s leiding veilig in Jeruzalem aankomen.
Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus onder het thema:
DE GOEDE HAND VAN GOD IS OVER ZIJN AMBTSDRAGER EZRA
1. Omdat hij Gods wet bestudeert
2. Omdat hij gehoorzaam aan Gods wet leeft
3. Omdat hij onderwijs in Gods wet geeft
1. Omdat hij Gods wet bestudeert
Ezra is met die enkele duizenden in Jeruzalem aangekomen. Ze hebben er vier maanden over gedaan om van Babel in Jeruzalem te komen. Dat was voor die tijd heel snel. Het laat zien dat ze een voorspoedige reis gehad hebben. We lezen dat ook in Ezra 7: “Op de eerste van de eerste maand namelijk was hij de tocht uit Babel begonnen, en op de eerste van de vijfde maand kwam hij te Jeruzalem aan, daar de goede hand van zijn God over hem was.” Vs 9
Letterlijk staat er dat Gods goede hand over hem was. We lezen in onze tekst waarom de HERE Ezra heel in het bijzonder Zijn goedheid, Zijn bescherming gegeven heeft. De reden daarvoor was heel in het kort gezegd dat Ezra een trouwe ambtsdrager was. Die trouw komt in de eerste plaats uit doordat Ezra er zijn hart op gezet heeft om de wet van de HERE te onderzoeken. Wat betekent dat nu?
Heel belangrijk hierbij is dat er staat dat Ezra “want Ezra had er zijn hart op gezet om de wet des Heren te onderzoeken en haar te volbrengen”. Het was een zaak van zijn hart. Nu moeten we niet de vergissing maken om te denken dat het hier dus alleen om zijn gevoel zou gaan. Het is niet zo iets dat hij dat leuk vond en het daarom deed. Als het om het doen met je hart, het leven met je hart voor de HERE in de Bijbel gaat, gaat het erom dat je dat met je hele persoon doet. Je bent er zelf met je hele persoon bij ingeschakeld. In de Bijbel is het hart het centrum van je leven. Met je hart bedoelt de Heilige Geest dan: Waar gaan je verlangens naar uit, waar ligt de overtuiging van je hart. Wat is in jou of beter gezegd wie is in jouw leven de belangrijkste, wie of wat is voor jouw leven beslissend.
Dan zie je dat in het leven van Ezra de HERE de belangrijkste is en dat daarom Gods Woord voor zijn hart dus voor zijn gevoelens, voor zijn verstand, voor zijn leven beslissend is. Het Woord is voor hem de richtingwijzer van zijn leven. Zo gaat hij met de Bijbel om. Als de HERE voor jou de Persoon is die je leven is, wil je Hem al meer leren kennen. Dan wil je al meer weten wat de HERE in de Bijbel tegen je zegt. Wie Hij is, hoe Hij wil dat je leeft, hoe Hij wil dat wij als gemeente leven.
Dan is het altijd weer belangrijk om er op te letten met wat voor instelling jij de Bijbel leest. Is jouw hart erbij als je zelf je Bijbel neemt en daaruit leest. Denk je er dan aan dat de HERE, dat Christus zelf dan persoonlijk met Zijn woorden je aanspreekt? Je kunt elke dag in je Bijbel lezen. Je kunt dat zelfs met veel inspanning doen maar zonder dat je hart er echt bij is. Je kunt heel veel over de Bijbel weten zonder dat je hart openstaat voor wat de HERE daarin tegen je zegt. We zien dat o.a. bij meerdere Joden in de tijd van de Here Jezus. Vooral bij leiders van het volk. Veel Schriftgeleerden in die tijd zijn intensief bezig met het onderzoeken van de Bijbel. Ze lezen veel in de Bijbel. Praten veel over de Bijbel. Maar ze laten de HERE in de Bijbel niet tot hen spreken. Ze leggen de Bijbel, ze leggen Gods stem het zwijgen op doordat ze de Bijbel lezen vanuit hun eigen ideeën en gedachten. Die heersen over het lezen van de Bijbel. Je ziet dat vandaag ook bij veel dominees en professoren die zich elke dag met de Bijbel bezighouden, die elke week vanuit de Bijbel preken. Maar weigeren om de Bijbel te zien als het onfeilbare Woord van God waar naar we ons hele leven hebben te richten. De Bijbel inspireert zeggen mensen dan maar de Bijbel heerst niet want mijn gevoel en mijn verstand zegt wat anders. Dan sta je niet open voor Gods goede, volmaakte en zuiver stem. De Here Jezus verwijt dit de Joodse leiders ook heel duidelijk in Joh 5: “Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij getuigen, 40 en toch wilt gij niet tot Mij komen om leven te hebben.” Vs 39,40
Het onderzoeken, het bestuderen van Gods Woord is van groot belang. Maar dan wel met een open hart, een hart dat wil luisteren, dat eigen verstand en gevoel aan de kant wil zetten. Ook wanneer door Gods woorden een gevoel of mening van jezelf omver gekegeld wordt. Al denk je misschien al 50 of 60 jaar zo. Ook wanneer wat de HERE je in Zijn Woord je leert je op dat moment zo slecht uitkomt. Een open hart is een hart dat door de Heilige Geest opengesteld is voor Christus. Een hart dat klopt, dat leeft vanuit het vertrouwen dat wat de HERE zegt altijd goed is. Ook goed voor jou! Dat is een hart dat leeft van de liefde die de HERE heeft laten zien in Zijn Zoon Jezus Christus.
Van die liefde leeft Ezra. Christus is nog niet gekomen. Toch leeft Ezra uit het geloof dat de HERE de Bevrijder is. Die Zijn volk uit Egypte bevrijd heeft. Die Zijn volk uit Babel geleid heeft. Die deze bevrijdingen eens zal laten uitlopen op de bevrijding door de Verlosser Jezus Christus. De bevrijding uit de greep van de zonde.
Wie in dat vertrouwen leeft wil weten wie die machtige God is die dit doet. Die wil weten wat hij gedaan heeft. Dan wil je uit dank voor wat Hij uit liefde, uit genade alleen voor je gedaan heeft leven zoals Hij dat zegt. Dan kun je niet meer onverschillig, dan kun je niet meer als een boek waarover jij heerst met de Bijbel omgaan. Dan kan de Bijbel niet meer het boek zijn dat jij gaat lezen als jij er zin in hebt. Zo af en toe? Nee, want dan wordt de Bijbel het boek van en voor je leven elke dag. Dan kan het niet zo zijn dat je alleen in de kerk uit de Bijbel hoort lezen en verder de Bijbel bijna de hele week dicht laat. Je wilt dan juist elke dag luisteren naar de stem van je God en Verlosser. Dan neem je elke dag de tijd om met grote aandacht in je Bijbel te lezen en je af te vragen: wat zegt de HERE hier tegen mij, wat betekent dit voor mijn leven. Het onderzoeken van de Bijbel is het nauwkeurig kijken wat de HERE daar zegt, wat Hij je van Hem laat zien. Het is het lezen van de Bijbel met de bedoeling er van te leren. Er dingen van te onthouden. Het in je hart te bewaren. Dat is een opdracht die de HERE ons allemaal geeft. Een opdracht voor ambtsdragers in de kerk en ook voor de niet ambtsdragers.
Voor wie ambtsdrager in de kerk is, komt deze opdracht met nog meer klem naar je toe.
Want u moet het Woord van God de gemeente steeds weer in hebben te brengen. U zult in verschillende omstandigheden met het Woord de gemeente de naar het eeuwige leven moeten wijzen. Dat gaat niet vanzelf. Daarvoor is het serieus onderzoeken en bestuderen van de Bijbel nodig. Alleen dan is het mogelijk de taak uit te oefenen die artikel 55 van de Kerkorde ouderlingen en predikanten oplegt. We hebben daar vanuit het onderwijs van Gods eigen Woord vastgelegd: “Voor het weren van valse leer en dwaling, die via lectuur en andere communicatiemiddelen het leven van de gemeente bedreigen, moeten de predikanten en ouderlingen onderrichten, weerleggen, waarschuwen en vermanen, zowel in de prediking als bij het catechetisch onderwijs en het huisbezoek.”
Alleen wie het Woord van Christus onderzoekt kan als diaken met vrucht de gemeente ingaan. Alleen dan kun je doen wat we in het bevestigingsformulier gelezen hebben: “De diakenen behoren de gemeenteleden die Christus liefdegaven ontvangen, met Gods Woord te bemoedigen en te vertroosten.”
Wie zo bezig is zal merken dat Gods goede hand op je ligt, je leidt. Die zal merken dat de HERE je de woorden in de mond legt. Zodat je later denkt: Hoe is het mogelijk dat ik dat toen gezegd heb. Wees ernstig bezig met het bestuderen van Gods Woord. Dan gaat de Heilige Geest met je mee, dan leidt Hij je juist met dat Woord. Ook als je als ambtsdrager op pad gaat. Ook als dat met knikkende knieën gebeurt.
2. Omdat hij gehoorzaam aan God wet leeft
Ezra is met enkele duizenden in Jeruzalem aangekomen. Veilig en snel. Omdat God hem met Zijn goede hand beschermde. Gods goede hand was niet alleen met Ezra omdat hij graag met Gods Woord bezig was. Ezra was niet alleen met Gods Woord bezig om veel te weten. Om mensen veel van zijn kennis van Gods Woord te kunnen laten zien. Nee, Ezra wilde veel weten om al meer een leven te leiden zoals God dat graag ziet. Het onderzoeken van de Bijbel was bij Ezra gericht op het doen van Gods wil.
Hij paste wat hij in de Bijbel las toe op zijn eigen leven. Zo werd in zijn leven duidelijk dat het bezig zijn met Gods Woord een zaak van zijn hart was. In de manier waarop de ambtsdrager Ezra leefde was hij een voorbeeld voor de mensen die met hem meetrokken. Zo was hij later een voorbeeld voor heel het volk dat uit de ballingschap was teruggekeerd.
Ezra was juist als ambtsdrager tot dat voorbeeld zijn getrokken. Ieder in de gemeente, dus ook jij wordt door God opgeroepen om Zijn wil te doen. Om als beeld van Hem op deze wereld te leven. Om een voorbeeld midden in deze wereld te zijn. Een trekkend voorbeeld tot het komen tot Christus. Toch moeten we ook zeggen dat de ambtsdragers heel in het bijzonder worden geroepen om voorbeelden van een leven volgens Gods wil te zijn. Door hun voorbeeld moeten ze de gemeente van Christus in deze wereld ook leiden.
Paulus roept Timotheus op om zo’n voorbeeld te zijn. Luister maar naar 1 Tim 4:12: “Niemand schatte u gering om uw jeugdige leeftijd, maar wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geloof en in reinheid..”
De Heilige Geest zegt het nog algemener in 1 Petrus 5. Hij zegt daar tot alle ouderlingen: “hoedt de kudde Gods, die bij u is, niet gedwongen, maar uit vrije beweging, naar de wil van God, niet uit schandelijke winzucht, maar uit bereidwilligheid, 3 niet als heerschappij voerend over hetgeen u ten deel gevallen is, maar als voorbeelden der kudde..” Vs 2 …3
De goede hand van God, Zijn bescherming is over u broeders diakenen en ouderlingen en over mij als predikant wanneer wij in ons leven voorbeelden zijn van het goede leven met de HERE. Wanneer wij de Verlosser Jezus Christus volgen. Hij is het volmaakte voorbeeld van het doen van Gods wil. Al bracht het altijd doen van Vaders wil Hem in de helse pijn. Hij bleef leven in volmaakte liefde voor God en Zijn wil. Hij zei niet: Ach dat komt me nu helemaal niet. Hij zei niet menselijker wijs is het voor mij nu onmogelijk om in gehoorzaamheid aan Gods wil te leven. Nu moet het maar voor een tijd anders. Jammer Vader in de hemel maar nu kan het even niet. Dat is toch niet erg? Dat is wel erg!
Broeders vraag de HERE in het gebed steeds weer dat Hij jullie leert om door de Geest voorbeelden voor de hele gemeente te zijn. Natuurlijk blijven wij als ambtsdragers altijd gebrekkige voorbeelden. Maar blijf je leven richten op Gods wil, op Christus als jouw voorbeeld. Dan zal Gods goede hand je steeds weer zegenen. Gemeente volg het goede voorbeeld dat u wordt voorgeleefd. Als u het goede voorbeeld ziet en dat volgt zal Gods goede hand ook over ons als gemeente zijn. Als we het goede voorbeeld niet geven of we volgen het goede voorbeeld niet zullen we als gemeente al meer van de levende God afvallen. Dan worden we een prooi van de wereld, de zonde en de duivel. Laat je leven een leven volgens Gods wil zijn! Dan is Gods hand van liefde en bescherming over ons. Zijn hand van zegen en genade. Als we zo niet willen leven komt Gods straffende hand over ons. Dat is toch wel het laatste wat we willen?!
Wie Gods wet bestudeert en doet ontvangt Vaders zegen. De ambtsdrager die Christus’ Woord onderzoekt en doet, geeft ook onderwijs aan anderen.
3. Omdat hij onderwijs in Gods wet geeft
Ezra heeft zijn hart er niet alleen op gezet om voor zichzelf met Gods wil bezig te zijn. Het is niet maar zijn hobby. Hij wil dat heel het volk, dat elk lid van de kerk Gods wil kent en doet. Daarvoor is nodig dat het volk onderwijs krijgt over wat de HERE ons in Zijn Woord leert.
In het Oude Testament waren het vooral de priesters en de Levieten die onderwijs gaven. Die steeds weer vanuit de Bijbel lieten zien wie de HERE was en wat Hij van Zijn volk vraagt. Ook Ezra komt uit een priestergeslacht. Hij is een rechtstreekse nakomeling van de hogepriester Aaron. Ezra doet zijn taak in de ballingschap en ook daarna. Dat maakt hem bij de HERE geliefd. Waar het onderwijs vanuit Gods Woord generatie op generatie met liefde en in trouw wordt doorgegeven blijft het leven met Christus bestaan. Onderwijs geven is dan broeders ouderlingen ook het beantwoorden van vragen die op de bezoeken naar jullie toekomen. Dat vraagt ook van jullie dat jullie de vragen van onze tijd kennen en die ook beoordelen in het licht van de stem van Christus. Beantwoorden vanuit het goede Woord van God. Het Woord dat de goede koers wijst in alle tijden en culturen. Laat bij het beantwoorden van vragen steeds weer zien dat je niet met je eigen gedachten komt. Maar dat je komt met de woorden van God, met Zijn antwoord. Gods Woord wijst de echte goede weg. Broeders diakenen ook jullie krijgen met vragen te maken. Als jullie woorden van echte troost en bemoediging kunnen spreken moeten jullie vanuit de Bijbel weten wie de HERE in Zijn liefde en goedheid is.
Het is ook zo dat de dienst van Christus liefde die de diakenen onder ons laten zien alleen goede ingang kan vinden als er goed onderwijs vanuit Gods Woord gegeven wordt. Vanaf de preekstoel, op catechisatie, in de bezoeken, op school en in de gezinnen.
Bedenk je ook steeds weer dat goed onderwijs heel mooi en ook onmisbaar is. Maar niets uithaalt als je het goede onderwijs vanuit Gods Woord door de ambtsdragers naast je neerlegt. Dan wordt dat onderwijs alleen maar een beschuldiging aan jouw adres. Dan leg je het onderwijs van onze Hoogste Leraar Jezus Christus naast je neer. Want Jezus Christus spreekt jou persoonlijk aan via de trouwe ambtsdragers. Die er hun hart op gezet hebben om Zijn Woord, Zijn wil voor heel je leven door te geven.
Zet daar jullie hart op broeders ambtsdragers. In het vertrouwen op Jezus Christus dat Hij jou door Zijn Geest onderwijs geeft. Zoals de Geest dat ook aan Ezra deed. Broeders en zusters leef volgens dit machtige onderwijs. Laat van ons als gemeente gezegd kunnen worden wat we in Handelingen 2:42 van de gemeente van Jeruzalem na de Pinksterdag lezen: “En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden.”
Dan zal Gods goede hand ons onverdiend om Christus offer voor ons zegenen. Ons leven goed maken. God als ambtsdrager, goed als gewoon gemeentelid.