Johannes 13:4-11 Jezus wast de voeten van Zijn leerlingen

 

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede-Zegengroet 

Psalm 143:1,8

Lezing van Gods wet

Johannes 13:34,35

Psalm 65:1,2,3

Gebed

Schriftlezing: Johannes 13:1-20

Gez 13:2,4,5

Tekst: Johannes 13:4-11

Verkondiging van het evangelie

Psalm 139:1,11

Dankgebed

Collecte

Psalm 133

Zegen

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

De Here Jezus  heeft de mensen die bij Hem horen tot het einde liefgehad. We hebben vorige week er iets van gezien. Hoe diep en intens het lijden van de HERE was. Hoe Hij uit liefde voor Gods volk daarvoor bleef kiezen.  Een lijden dieper en verder dan wij het als mensen zelfs maar onder woorden kunnen brengen. De liefde van Christus is zo intens en zo groot.  Dat is iets om nooit te vergeten.

Je spreekt daarover met meerderen door.  Gods liefde zo groot, Christus liefde zo intens en uit een stuk. Maar toch kom je er dan achter dat er in de harten dan ook leeft: Maar er is  ook de toorn, er is ook de boosheid van het Lam. Dat Lam is Christus. Er is ook het oordeel en de straf van God. Wat is die liefde van God die zo groot is dan eigenlijk waard? Dat gaan we niet begrijpen als we liefde zien als lievigheid. Als we liefde vervangen door lief en altijd verdraagzaam zijn tegenover anderen.  Als we dat doen,  begrijpen we ook niet wat de liefde van Christus is waar het in het avondmaal over gaat.

Wat is nu die liefde van Christus waarbij Hij voor de mensen die bij Hem horen, die de Vader Hem gegeven heeft, tot het uiterste gaat? Dat is de liefde waarin meekomt de haat tegen alles wat verkeerd, wat zondig is. Omdat de HERE voor 100% goed is en voor 100% van het goede houdt, haat Hij met Zijn hele hart wat daartegenin gaat. Het verkeerde moet weg. Het is verschrikkelijk in Gods ogen. Hij kan daarnaar niet met droge ogen kijken. Hij kan dat niet verdragen. Toch wil Hij uit genade, uit liefde alleen zondaren redden. Vader in de hemel stuurt Zijn Zoon. De Zoon komt uit liefde voor Gods kinderen om de zonden te dragen, weg te dragen. Hij komt om mensen door het wonder van Zijn liefde  echte liefde te leren. Liefde waarbij opoffering hoort om anderen te redden. Om anderen vol liefde en met uitzicht op de wereld waar die liefde bij ieder die er woont altijd het laatste woord heeft, te laten leven. Dat leren we bij Christus en bij Hem alleen. Ook vanmorgen wil de Geest ons bij Christus brengen om buiten onszelf het leven en de echte liefde te vinden. Ook voor onze naaste. We zien die geweldige liefde in onze tekst als ik jullie het evangelie onder het volgende thema verkondig:

 

JEZUS WAST DE VOETEN VAN ZIJN LEERLINGEN

 

1. De omstandigheden

2. Het verzet

3. Het resultaat

 

1. De omstandigheden

 

Het is donderdag. Morgen is het de dag dat de Here Jezus gaat sterven aan het kruis. Wat is er  al veel gebeurd de laatste dagen. De tegenstand tegen de Here Jezus is zo groot geworden. Wat moet dat Hem als de zondeloze, de voor 100% goede en rechtvaardige een pijn gedaan hebben. Wat moet de Here Jezus een onrecht lijden. Meer dan wij als mensen ons dat ooit kunnen voorstellen. Hij heeft woensdag afscheid van de tempel, het huis van Zijn Vader genomen. Hij heeft gezegd dat het meer op een rovershol lijkt dan op het huis van Zijn Vader. Hij heeft de tafels van de wisselaars omgegooid. Hij liet zien dat Hij vanuit de liefde van God niet kan leven met mensen die het geloof  gebruiken om er zelf op aarde beter van te worden. Het gaat niet om ons financiële voordeel maar om het in liefde dienen van de HERE. De woensdag is het afscheid van de tempel. De Here Jezus zoekt op de donderdag de rust om deze laatste dag in vrijheid met Zijn leerlingen te kunnen doorbrengen. De rust om even bij de tegenstand van velen weg te zijn en bij Zijn leerlingen en  vrienden te kunnen zijn. Het is de dag waarop de Paasmaaltijd gegeten wordt. Petrus en Johannes zijn er op uitgestuurd om te zorgen voor een zaal waar ze deze maaltijd samen kunnen gebruiken. Alles is in orde. De HERE heeft de weg gewezen naar de zaal. Deze zaal is nu helemaal gereed en het eten staat op tafel. Jezus en al Zijn leerlingen zijn er. Ook Judas.

Dan is er iets geks. Het was onder de Joden toen gebruik om voordat je aan tafel ging zitten om te eten eerst je voeten te wassen. Dat gebeurde in een groter gezelschap bijna altijd door een slaaf. Het was echt slavenwerk. Een slaaf van de eigenaar of de gebruiker van het huis of de zaal waar de maaltijd werd gehouden. Er is bij deze zaal geen slaaf die de voeten wast. Toch gaat iedereen aan tafel. Wie gaat nu het werk doen dat als toch wel vies en vernederend wordt ervaren? Het is opvallend dat tijdens deze zelfde maaltijd er een gesprek plaatsvindt over wie nu de belangrijkste onder Jezus leerlingen is. Het lijkt het meest waarschijnlijk dat wat nu in deze zaal gebeurt ook een reactie is op dat gesprek. Het gaat mij nu om wat we in Lukas 22 hierover lezen: “Er ontstond ook onenigheid onder hen over de vraag, wie van hen als de eerste moest gelden. Hij zeide tot hen: De koningen der volken voeren heerschappij over hen en hun machthebbers worden weldoeners genoemd.  Doch gij niet alzo, maar de eerste onder u worde als de jongste en de leider als de dienaar. Want wie is de eerste: die ​aanligt, of die dient? Is het niet, die ​aanligt? Maar Ik ben in uw midden als dienaar.”  vs 24-27    

Niemand heeft tot nu toe het slavenwerk gedaan. Als je gaat staan en de voeten van anderen gaat wassen, laat je toch zien dat je minder dan een ander bent? Ieder heeft wel zijn eigen reden om toch zeker niet als de minste van de groep te willen optreden. Je weet toch altijd  wel een rede die er voor zorgt dat een ander meer in aanmerking komt dan jij. Laat een ander het maar doen!  Reageren wij vaak ook niet zo?

Niemand staat op. Dan maar verder eten zonder gewassen voeten. Dan gebeurt er iets heel bijzonders. De een die ze hun Heer en Meester noemen, Hij die het ook echt is, staat op van de tafel. Wat gaat Hij doen? Het is ongehoord! Hij doet Zijn nette bovenkleed af. Je zou kunnen zeggen dat Hij het jasje van zijn pak en zijn strop afdoet. Hij trekt dan een schort aan. Hij de Meester heeft nu de kleren van een slaaf aan en doet het slavenwerk.

De Here Jezus laat zien waarvoor Hij gekomen is. Hij laat zien dat Hij niet te belangrijk is om het vuilste werk te doen wat er is. Als de Here Jezus alleen op Zijn positie als de Zoon van God gelet had, zou Hij dit slavenwerk niet gedaan hebben. Dan was Hij daarvoor veel te belangrijk. Je ziet nu Christus geweldige liefde daarin dat Hij het wel doet. Uit liefde en bewogenheid. Hij komt om te dienen tot in het vuilste slavenwerk. Zelfs tot in het dragen van de straf voor Gods kinderen. Je ziet in onze tekst concreet wat we in Fil 2 lezen: “Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in ​Christus​ ​Jezus​ was, Die, terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een ​slaaf​ aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden.”   Vs 5-8

De Here Jezus laat ons hier een geweldig en o zo belangrijk voorbeeld na. Vanuit Zijn liefde leer je om te dienen. Leer je tegenover je naaste, leer je in de gemeente en daarbuiten om te willen dienen. Dan ben je daarvoor nooit te belangrijk. Dan is geen ding je te min als je daar een ander echt mee kunt helpen. Dan staan we niet op onze strepen maar willen de andere helpende liefde geven. Dat leer je alleen als je ziet hoe nodig jij het slavenwerk van de Here Jezus hebt!  Daartegen leeft in ons als mensen verzet. Hebben we dat echt wel nodig? Dat is ook iets waarop we in de voorbereiding op het avondmaal volgende week heel goed moeten letten. Onszelf hebben te beproeven. Beseffen we dat we  het werk van de Here Jezus echt nodig hebben? We letten op het verzet dat tegen dit werk van de Here Jezus komt in het tweede punt.

 

2. Het verzet

 

 De Here Jezus is de voeten van de leerlingen gaan wassen. Het lijkt erop dat Hij er al enkele gewassen heeft. Hij knielt nu bij Petrus neer om zijn voeten te wassen.  De impulsieve en spontane leerling van de Here Jezus kan zijn mond niet houden. Het kan toch niet zo zijn dat Jezus hun Meester en Heer dit slavenwerk doet? “Here, wilt Gij mij de ​voeten​ wassen?” Dat is toch gekkigheid dat U dat bij mij zou doen! 

Je ziet en voelt het verzet van Petrus. Toch voelt het ook heel sympathiek. Petrus komt er tenminste mee dat het eigenlijk niet klopt dat de Here Jezus dit nu aan het doen is. Hij en de anderen worden door deze liefde van Christus ontdekt aan hun eigen tekort. Aan hun eigen te hoog denken van zichzelf. Aan hun eigen tekort aan opofferende liefde voor elkaar.

Je ziet dan ook dat de Here Jezus niet boos op Petrus wordt. Nee, vanuit Zijn liefde voor mensen zoals Petrus, die de Vader Hem gegeven heeft,  spreekt Hij als een leraar die echt om zijn leerlingen geeft. Die hart voor die ander heeft.

“Petrus wat Ik doe, weet u nu niet, maar u zult het later verstaan.”  Het gaat er om dat Petrus leeft in het vertrouwen op de Here Jezus. Vertrouwen betekent dat ik nog niet alles hoef te begrijpen en me toch aan de ander kan toevertrouwen. Omdat ik weet dat ik bij die ander in goede handen ben. Dan maak ik in mijn leven op dat punt ook teleurstellingen mee. Er is er Een die mij en jou nooit zal teleurstellen. Die Ene aan wie jij jou echt in alles kunt toevertrouwen. Dat is de HERE! Jij en ik zijn mensen die eerlijk moeten zeggen dat wij ondanks Zijn liefde Hem meerdere keren teleurgesteld hebben. Omdat wij dan niet vanuit Zijn liefde en in vol vertrouwen op de Hem leven. Toch komt Hij weer naar ons toe zoals ook in het Avondmaal volgende week. Hij zegt tegen ons: Laat je wassen door Mij. Ik wil het zo graag uit liefde voor jou doen!

Er kan in ons ook een ander verzet leven. Een verzet dat te maken heeft met een te goed denken over onszelf. Dat verzet kan er komen als mensen begrepen hebben waarvoor de Here Jezus gekomen is. Namelijk om mensen die schuldig tegenover God staan en daarom een uitzichtloze toekomst tegemoet gaan van  die schuld en van dat uitzichtloze leven  te redden. Als mensen dat begrepen hebben, kan de reactie ook zijn: Ik heb die Jezus niet nodig. Ik laat me niet door Hem wassen. Ik ben verantwoordelijk voor mijn eigen leven en ik ben echt niet zo slecht dat ik Jezus als Verlosser nodig heb.

De Here Jezus maakt in de voetwassing duidelijk dat je niet zonder Hem als Verlosser kunt. Je kunt jezelf niet redden. Zelfs niet voor een klein deel. Dat maakt Hij Petrus en ons allemaal heel duidelijk. Petrus  denkt het nog steeds zelf beter te weten dan de Here Jezus. Hij kan het niet over zijn hart krijgen dat Jezus voor Hem slavenwerk doet: “U zult mijn ​voeten​ niet wassen in eeuwigheid!!” Wat een uitspraak broeders en zusters, jongens en meisjes. Nee, Here Jezus nooit aan mij!  Wat zie ik dan een liefde, een geduld bij de Here Jezus met zondaren zoals Petrus en zoals jij en ik. Dan is het niet zo dat de Here Jezus weggaat. Dan zegt Hij niet: Red jezelf dan maar. Nee, nog is daar die liefde van God waarmee de HERE naar je toekomt. Zo komt Hij nu naar je toe op weg naar het Avondmaal volgende week.  Hij wijst namelijk op de consequentie van je verzet en weigering. Als je niet met de Here Jezus als jouw Redder leeft van wie je elke dag nodig hebt dat Hij je wast dan heeft dat heel ingrijpende gevolgen. De Here Jezus brengt dat tegenover Petrus zo onder woorden: “Indien Ik u niet was, hebt gij geen deel aan Mij.”

Wie de Here Jezus niet wil kennen als de Redder die je elke dag nodig hebt, hoort niet bij Jezus. Hoort niet bij de mensen die de Vader Hem gegeven heeft om ze van het oordeel te verlossen. De Here Jezus zegt dit hier tegen Petrus en tegen ons niet om ons weg te sturen. Niet om ons de weg naar de viering van het Avondmaal te versperren. Nee, uit liefde! Uit trekkende liefde. Als je je niet door Mij laat wassen en vul nu je eigen naam maar even in. Ddan hoor je niet bij Mij. Dan ben je niet verlost van het oordeel. Al zeg je nog zulke mooie dingen over Mij. Wie Mij Jezus niet wil kennen als zijn of haar dagelijkse Verlosser kent Mij niet echt. Die leeft niet met de echte Jezus. Hij wil zo graag dat we wel zo met Hem leven. Dat het juist om de Here Jezus gaat die we elke dag tot verlossing nodig hebben zien we in het vervolg, in punt 3.

 

3. Het resultaat

 

 We zien in onze tekst het levende contact tussen de Here Jezus en Petrus. Petrus weet dat de Here Jezus echt zijn Heer en Meester is. Dat je je echt in alles aan Hem kunt toevertrouwen. Dan komt er weer zo´n typische uitspraak van de impulsieve Petrus: “Here, niet alleen mijn voeten, maar ook de handen en het hoofd! ”. Er is een ding wat Petrus wil: Bij de Here Jezus horen!  Als het wassen daarbij helpt wat dat dan ook is dan moet Jezus hem helemaal wassen. Als dat er voor zorgt dat hij nog meer bij Jezus hoort dan heel graag.

Dan komt er het antwoord van de Here Jezus dat voor ons echt heel belangrijk en heel inzicht gevend is. Laten we samen kijken:

“Wie gebaad heeft, behoeft zich [alleen de ​voeten] te laten wassen, want hij is geheel ​rein; en gijlieden zijt ​rein, doch niet allen. ” Als de Here Jezus dit zegt, moeten  Zijn leerlingen bijna als vanzelf gedacht hebben aan een gebruik dat in die tijd onder de Joden bestond. Het was namelijk zo dat als je voor een maaltijd uitgenodigd was je  thuis je eerst ging  wassen. Je nam een bad in die zin dat je je hele lichaam waste. Je zorgde er voor dat je er verzorgd en schoon uitzag als je bij de ander aankwam. Je zorgde dat je niet stonk. Op weg naar de ander liep je over stoffige paden. Dat betekende dat je voeten wel weer vol stof kwamen te zitten. Daarom was er bij de ander dan iemand die je voeten waste voor je aan tafel ging. De rest hoefde dan niet meer gewassen te worden.

Dat is het beeld dat de Here Jezus hier gebruikt. De Here Jezus verwijst hier ook naar dingen die Zijn leerlingen op dat moment nog niet begrijpen. Als onze Heiland er over spreekt dat wie een bad genomen heeft schoon is dan heeft Hij het over Zijn lijden tot aan het kruis. Daar op Golgotha heeft Hij de verlossing van al onze zonden verdiend!

Christus zelf is de bron van de geweldige redding, van dat heerlijke bad. Het enige bad dat ons schoonmaakt en echt schoon voor God maakt. Wie in zijn of haar leven bij Christus het leven zoekt, heeft altijd toegang tot God.  Je hoeft dan nooit te denken: ‘zou ik wel bij de HERE als mijn God en Vader kunnen komen?’  Wie in geloof zich toevertrouwt aan Christus is door het werk van de Geest kind van God.  Dan ben je schoon. Dat was niet zo met Judas. Hij heeft Christus gevolgd om er op deze aarde beter van te worden. Hij doet uiterlijk alsof hij van Jezus houdt maar in zijn hart geeft hij zijn leven aan andere dingen. Geld is voor hem belangrijker dan in liefde met Christus als zijn Heer en Verlosser leven. Hij is niet schoon. Niet of je uiterlijk bij Christus hoort is beslissend maar of je met je hart je aan Hem verbonden hebt. Dat is ook waar we juist in de zelfbeproeving mee bezig moeten zijn met het oog op het avondmaal. Om juist te ontdekken wat bij ons er is dat ons van dat echte leven met Christus aftrekt. Wat obstakels te zijn. Om die te belijden en weg te doen om volgende week vol dankbaarheid en liefde bij Christus aan tafel te zitten.

Als dat zo is dan is het voor jou zo ongekend, zo´n wonder van genade dat je bij Gods geredde volk mag horen. Die verwondering zorgt er voor  dat je juist elke dag vanuit Christus als de bron weer vergeving zoekt. Het bad zorgt ervoor dat je elke dag je voeten bij de Here Jezus kunt wassen. Dan zoek je vanuit Gods liefde elke dag de bekering van je leven.  Hij is het ook die Gods kind elke dag leert bidden: “vergeef​ ons onze schulden, gelijk ook wij ​vergeven​ onze schuldenaren;.” Matt 6:12

Wie van de dagelijkse vergeving leeft, wil groeien in een leven al meer volgens Gods wil. Die wil er ook in liefde voor de naasten zijn.  Dan is geen slavendienst je teveel als je daarmee een ander echt helpt. Wie zegt dat dit niet belangrijk is en denkt dat het alleen om jou en de HERE gaat, kent Christus niet. Die heeft zich op weg naar het Avondmaal te bekeren.   Dan leer je  Christus als je Verlosser en ook als je Voorbeeld in de omgang met anderen, met je naasten om je heen kennen. Als we zo vanuit de liefde van Christus ook elkaar de voeten wassen, zullen we samen  groeien in het leven met de HERE en met elkaar.  Dan worden we een getuigenis, een heerlijk licht om ook anderen door Gods liefde in Christus te trekken.

 

AMEN