ORDE VAN DIENST
Votum
Vrede/Zegengroet
Psalm 65:1,2
Gezang 1:1,2
Lezing van Gods wet
Gezang 1:13
Gebed
Schriftlezing: Markus 14:22-52
Psalm 22: 3,4,7,8
Tekst: Leviticus 16: 11,15-17
Verkondiging van het evangelie
Psalm 79:3,4,5
Dankgebed
Collecte
Gezang 16
Zegen
Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes
Er was veel bloed in de tabernakel en de tempel te zien. Elke dag vloeide er bloed van dieren. Soms heel veel. Wanneer dit in onze tijd zou gebeuren, was de kans op protest en zelfs op een voorstel tot verbod van o.a. de Partij voor de dieren heel groot. Waarom al dat bloed? Waarom al die dieren die moesten sterven?
Ook op de Grote Verzoendag is er weer heel nadrukkelijk bloed te zien. Er wordt een stier geslacht waarvan bloed wordt opgevangen voor de hogepriester. Er wordt een bok geslacht waarvan het bloed wordt opgevangen en dat wordt later door de hogepriester Gods huis ingebracht tot in het Heilige der heilige. Wanneer de hogepriester zijn werk in het Heilige der heilige gedaan heeft, gebruikt hij van het meegenomen bloed ook nog op andere plaatsen in Gods heiligdom. Daarna wordt er nog een ram geofferd als brandoffer door de hogepriester. Dieren worden geslacht. Bloed vloeit. Altijd weer, elke dag kleurde het rood in de tabernakel en later in de tempel.
Was dat wreed? Was dat een soort misbruiken van dieren? Nee! De HERE deed deze dieren de eer aan dat ze in dienst van de verzoening gebruikt werden. Een verzoening waar ook de schepping, ook de dieren naar uitkijken. De verzoening die er voor zorgt dat de wereld komt waarop geen mens en ook geen dier meer de dood zal vinden. Waar de sterflijkheid en ook het doden van dieren om eten te krijgen voor altijd voorbij is.
Het bloed dat in de tabernakel/tempel en ook buiten de tempel voor gewone offers vloeide, was er omdat wij als mensen de zonden en daarmee de toorn van God de wereld hadden binnengebracht. Juist dat bloed in Gods heiligdom liet zien hoe erg de zonden van ons leven zijn maar ook hoe de HERE uit liefde alleen de weg van verlossing en verzoening heeft gelegd. Dat is het ook waarop de Heilige Geest wijst in Hebreeën 9: “Ook de tabernakel en ook al de voorwerpen voor de eredienst besprenkelde hij op dezelfde manier met het bloed. En bijna alles wordt volgens de wet door bloed gereinigd, en zonder het vergieten van bloed vindt er geen vergeving plaats.” vs 21,22
We zien het bloed vloeien in de zondoffers voor de hogepriester en voor het volk. Dit bloed wordt op het verzoendeksel en op de vloer in het Heilige der heilige gedruppeld. Ook hierin spreekt de HERE vandaag tot ons. Ik verkondig jullie vanuit onze tekst het evangelie van Jezus Christus onder het volgende thema:
DE HOGEPRIESTER BRENGT ZONDOFFERS EN GAAT ALLEEN NAAR HET HEILIGE DER HEILIGE
Grote Verzoendag. De gewone offers die voorgeschreven zijn voor het begin van de dag zijn gebracht. De hogepriester gaat zich nu omkleden om in zijn eenvoudige kleren die hij alleen op deze dag van het jaar moet aantrekken zijn werk voor de Grote Verzoendag te gaan doen. Hij moet twee zondoffers brengen. Eerst een voor zichzelf en voor zijn huis. We moeten bij dat huis denken aan alle priesters. Zij stammen als het goed is allemaal van Aaron af. Zowel het volk als de priesters zijn in alles van de zegen van de HERE afhankelijk zoals we daarover o.a. lezen in Psalm 115: “De HEERE heeft aan ons gedacht: Hij zal zegenen, Hij zal het huis van Israël zegenen, Hij zal het huis van Aäron zegenen. Hij zal zegenen wie de HEERE vrezen, de kleinen met de groten.” Vs 12,13
De hogepriester moet een zondoffer brengen voor zichzelf en zijn huis. Dat bestond uit een stier. Wanneer dit offer gebracht was, moest hij door de tabernakel, tempel heen naar het Heilige der heilige. Daar moest hij van het bloed dat opgevangen was van het offerdier brengen. Dan ging hij weer terug naar het volk. De weg voor de verzoening van de HERE met het volk stond nu open. De hogepriester had voor zich verzoening gedaan en kan nu als vertegenwoordiger van het volk dit gaan doen voor het volk. Hij moet dan eerst voor het volk ook een zondoffer brengen door een bok te offeren en daarvan een deel van het bloed in het Heilige der heilige te brengen.
Er is een bijzonder zondoffer voor de hogepriester en zijn huis en voor Gods volk nodig om verder in vrede met de HERE te kunnen leven. Dit is nodig om er voor te zorgen dat er ook in het komende jaar vergeving is en dat de HERE in de tempel onder Zijn volk kan en zal wonen. Er staat op de Grote Verzoendag voor het hele volk heel veel op het spel. Zullen ze in het komende jaar bij de HERE met hun hele leven kunnen komen of niet? Zullen hun gebeden door de HERE met liefde en zorg gehoord worden of niet? Zullen ze in het jaar dat komt onder Gods heilige bescherming staan of niet?
Wanneer we er op letten dat de hogepriester zijn werk voor zichzelf en zijn huis moet gaan doen en voor het volk, valt er nog iets heel bijzonders op. Dat is weer de heiligheid van de HERE. Dat Hij met Zijn hele wezen de zonden haat en niet kan uitstaan. Je kunt niet zonder dat er voor jouw zonden betaald is en jij die beleden hebt bij Hem komen. Dat kost je het leven, dat kost je de eeuwige vrede met Hem.
Dat zie je wanneer we lezen dat er op de tijd dat de hogepriester op Grote Verzoendag zijn werk doet er niemand in de tabernakel/tempel mag zijn. Kijk maar in vers 17: “Geen enkel mens mag in de tent van ontmoeting zijn, als hij er binnengaat om in het heiligdom verzoening te doen, totdat hij naar buiten komt. Zo moet hij verzoening doen voor zichzelf, voor zijn gezin en voor heel de gemeente van Israël.”
De HERE is op zo’n bijzondere manier in de tabernakel als de tent van de ontmoeting. De tent die laat zien hoe er een echte ontmoeting tussen de HERE en Zijn volk op aarde is. Hier zie je ook dat de gedachte dat de HERE toch overal is en het dus niet uitmaakt waar je bent en dat een kerkdienst niets extra’s geeft op dit punt niet waar is. De HERE is van altijd af alomtegenwoordig en toch is Hij op een heel bijzondere manier met Zijn heerlijk aanwezig in de tempel. Dat zie je ook bij de berg Sinai toen wanneer de HERE de 10 geboden afkondigt. Toen mocht ook geen mens de berg op anders zou Gods heerlijkheid de mensen of de dieren die het deden verteren.
De HERE was in de tempel op een bijzondere manier aanwezig om Zijn volk te ontmoeten. Nog meer op die Grote Verzoendag. Dat vraagt om diepe eerbied. Zo is het ook als we zondag naar de kerk komen. Dat is maar geen onderling feestje of samenkomst van gelovigen. Dat is de ontmoeting met onze heilige God en Vader. Hij komt op gehoorafstand van Zijn Woord bij ons. Hij roept ons zoals Hij Zijn volk Israël riep. Hij wil ons ontmoeten als mensen die in al hun strijd, in al hun moeiten en blijdschap, die met al hun vragen, met heel hun leven bij Hem komen. Waarbij wij Hem in alle eerbied die uit ons leven, uit onze kleding, uit ons hele leven straalt ontmoeten in de kerkdiensten. Dan komen we als mensen die zich niet op de borst kloppen, niet als mensen die komen vertellen dat we het toch wel weer heel aardig de afgelopen week gedaan hebben. Nee, dan denken we aan het zondoffer dat de hogepriester voor zichzelf en zijn huis en voor het volk moest brengen. Een volk dat beseft dat er voor ieder van hen door Christus het grote zondoffer gebracht moest worden. Hij was niet alleen de Grote Hogepriester maar ook zelf het offer. De hogepriester in het Oude Testament moest eigen zonden belijden, dat moest het volk ook doen. Die offers waren er elke dag en een keer per jaar nog nadrukkelijker. Om te laten zien dat er steeds weer vergeving en belijdenis van schuld met ons hart nodig is! Dat is iets om nooit te vergeten in je leven. Juist als het om het offer van de Here Jezus gaat, bestaat er in onze tijd een groot misverstand dat steeds weer de kop op steekt. Dat kerken en een leven dicht bij de HERE verwoest. Dat mensen vervreemdt van de kern van het evangelie en het leven met Christus.
Dat is dat er alleen gekeken wordt naar het offer dat als vervulling van het zondoffer dat door Christus gebracht is. ‘Dan wordt gezegd dat we het eigenlijk niet meer over de zonden hoeven te hebben in de kerk van nu. Dat was iets van het Oude Testament. Gelukkig leven we niet meer in die tijd want het moet wel heel somber zijn geweest. Daar hebben wij geen last meer van. Wij hoeven niet veel meer over zonden na te denken want Christus heeft de vergeving verdiend. In allerlei variaties speelt dit een rol bij mensen.’
Ze lijken gelijk te hebben want Christus heeft het offer toch gebracht! Er is nu toch geen offer meer nodig. Dat lezen we toch ook in de brief aan de Hebreeën: “En zoals het de mensen beschikt is, éénmaal te sterven en daarna het oordeel, zo zal ook Christus, nadat Hij Zich éénmaal geofferd heeft om veler zonden op Zich te nemen, ten tweeden male zonder zonde aanschouwd worden door hen, die Hem tot hun heil verwachten. ….. Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden. En ook de heilige Geest geeft ons daarvan getuigenis”. Hebr 9:27,28 …. 10:14,15
Christus heeft het grote zondoffer gebracht en daarmee betaald voor onze zonden. Dat heeft Hij als de grote hogepriester gedaan, is daarmee strijden tegen de zonden en het belijden van de zonden en het vragen om vergeving van de baan? Nee! Juist het denken aan het offer dat Christus als onze enige Hogepriester gebracht heeft, laat ons er ook aan denken dat Christus nog elke dag in de hemel voor ons pleit. ( Hebr 7:25 )Wie vandaag en morgen elke dag vol eerbied voor God tot hem komt en eigen zonden belijdt mag weten dat het pleiten van Christus elke dag voor jou in de hemel betekent wat we lezen in Mattheus 10: “Een ieder dan, die Mij belijden zal voor de mensen, hem zal ook Ik belijden voor mijn Vader, die in de hemelen is; maar al wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal ook Ik verloochenen voor mijn Vader, die in de hemelen is.” Vs 32,33
Op grond van Christus’ offer worden we geroepen om elke dag tot God te gaan en onze zonden te belijden in de naam van de Here Jezus. Dan pleit Christus elke dag voor jou en is er elke dag vergeving omdat Hij voor je pleit. Dan kun je bij de HERE komen in vrede om Zijn werk.
Dan zie ik daar de hogepriester in de tijd van het Oude Testament op Grote Verzoendag met het bloed en met het reukwerk de tempel doorgaan. Naar Gods troonzaal op aarde. Er is verder niemand in de tempel. Hij moet dit zonder verdere hulp helemaal alleen doen.
Dan zie ik de Here Jezus die het werk van de hogepriester op aarde komt vervullen. Die komt om ook de Grote Verzoendag op aarde overbodig te maken. Om de schaduw van Christus die ook in de Grote Verzoendag te zien is tot werkelijkheid te maken.
Dan zie ik hoe de zonden van de gelovigen op Hem die en de Hogepriester en het zondoffer zelf is, geladen wordt. Dan zie ik hoe de Zondeloze tot zonde gemaakt wordt. De zonden van ieder in de geschiedenis die eigen schuld en zonden met zijn of haar hart heeft beleden wordt op Hem gelegd. Al meer. Hij de Zoon van God die mens geworden is, heeft zich daarvoor uit vrije wil beschikbaar gesteld. Gods liefde in Christus.
Dan zien we de Here Jezus naar God gaan om als de grote Hogepriester het offer van Zijn leven te brengen. Om de losprijs te betalen voor jou en mij! Helemaal alleen zonder enige hulp. Op weg naar het heiligdom op Golgotha om daar echt geofferd te worden onder Gods toorn vanwege mijn zonden. Ik en jij hebben er voor gezorgd dat Hij zo alleen moet gaan naar de offerplaats.
Dan zie je hoe de Here Jezus al meer in Zijn leven alleen komt te staan. Om de Hogepriester te zijn die helemaal alleen naar God moet om door Hem veroordeeld te worden. Om Zijn bloed te geven. Zijn zondeloze leven voor zondaren zoals jij en ik om ons onverdiend te redden.
Eerst zijn de mensen enthousiast over Hem. Hij krijgt veel steunen van velen terwijl de leiders niets van Hem moeten hebben. Ze willen Hem zelfs koning maken. De Here Jezus maakt duidelijk dat hij niet die machtige koning wordt die de Joden een wereldmacht zullen maken. Hij wijst dan in Joh 6
er heel duidelijk op dat alleen wie elke keer weer bij Hem en niet bij zichzelf het zoekt gered zal worden. Dan lopen de duizenden bij de Here Jezus weg. Ze vinden zijn woorden hard. Een harde boodschap. Die willen ze niet. De Here Jezus vraagt zelf aan Zijn leerlingen die elke dag bij Hem zijn of ze Hem ook niet willen verlaten. Zij blijven zelfs met de belijdenis door Petrus uitgesproken: “Heere, naar wie zullen wij heen gaan? U hebt woorden van eeuwig leven. En wij hebben geloofd en erkend dat U de Christus bent, de Zoon van de levende God.”vs 68,69 HSV
Een week voordat de Here Jezus sterft, leeft de steun en sympathie voor Hem weer heel even op. Dit dooft weer en slaat in het tegendeel om wanneer de Here Jezus weer duidelijk maakt dat Hij niet de koning zal worden die van de verdrukking door de romeinse bezetter zal bevrijden.
De Here Jezus zal om de Verlosser te zijn en de Koning met een hoofdletter een veel diepere en zwaardere strijd moeten voeren. Hij is als de Hogepriester die het beslissende zondoffer gaat brengen op weg naar het kruis. De leerlingen van de Here Jezus zouden Hem niet verlaten. Maar door wat er volgens Gods plan gebeurt, komt er de twijfel en de Here Jezus moet al meer alleen naar het altaar.
We zijn in Getsemane. De Here Jezus is bezig om al meer met onze zonden beladen te worden. Het drukt zwaar op Hem. Er is bij Hem dodelijke angst. Verschrikkelijk wat Hij moet dragen. Als dit mogelijk is laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan. Maar niet Mijn wil maar Uw wil laat die gebeuren. De leerlingen vallen steeds weer in slaap in deze ongelooflijk zware tijden voor de Here Jezus. Hij gaat al meer alleen. Hij de Hogepriester, die daardoor de Herder is, komt al meer alleen te staan. Hij moet alleen naar het kruis zonder enige steun. Zo diep is de straf voor mijn zonden.
Zo diep moet Hij er onderdoor! Dat zegt de Here Jezus ook na de viering van het eerste avondmaal als ze op weg gaan naar de Getsemne: “En Jezus zeide tot hen: Gij zult allen aanstoot aan Mij nemen, want er staat geschreven: Ik zal de herder slaan en de schapen zullen verstrooid worden.” Mark 14:27
Petrus protesteert nog. Hij zegt dat als iedereen aan de Here Jezus een aanstoot zal nemen en Hem alleen zal laten hij dat zeker niet zal doen. Dat is de mens die zoveel van zichzelf en zijn eigen geloof verwacht. Dan is de Here Jezus gevangen genomen. Dan lezen we: “En zij lieten Hem alleen en vluchtten allen.” Mark `14:50
Dan verlaten al Zijn leerlingen hem. En Petrus? Die zelfverzekerde Petrus hij steekt die nacht drie keer een dolk in de rug van zijn Meester. Drie keer klinkt het die nacht terwijl de Here Jezus helemaal alleen voor de Joodse Raad staat die hem haat: Ik ken Hem niet, ik ken Hem niet, ik ken hem niet.
Denk niet dat jij het als je toen geleefd had het er beter afgebracht zou hebben. Daar staat de Here Jezus helemaal alleen. Met al zijn vijanden om zich heen. De Hogepriester naar de orde van Melchizedek die komt om het beslissende offer te brengen staat helemaal alleen.
Veroordeeld tot het kruis. Daar gaat Hij als de Grote Hogepriester helemaal alleen naar het heiligdom op Golgotha. Hij laat zich op het altaar spijkeren zonder enige menselijk steun. Hij komt God daar onder ogen als het offer dat een en al zonden is. Hij brengt zichzelf als offer. Zo alleen! Voor wie elke dag een beroep doet op Zijn voorbede omdat Hij nu leeft in de hemel.
Zo alleen! Zelfs van God verlaten in de 3 uren duisternis. Hij voelt alleen de toorn van God tegen mijn zonden omdat God de duivel in dat donker zonder enige beperking alle mogelijkheden geeft om Christus het zwaar te maken. Hij die zoveel van Gods kinderen houdt, Hij die een en al liefde voor Vader in de hemel is laat zich straffen. Hij is de Hogepriester en het offer in een. Hij gaat vol onbegrijpelijk grote liefde voor zondaars zoals jij en ik. Hij brengt het bloed, Zijn eigen leven daar op het altaar. Hij brengt het offer in Zichzelf bij God om ons te verzoenen met God. Hij vernedert zich onder Gods slaande hand. Om jou en mij en ieder die in diepe eerbied zijn zonden voor God belijdt en wil leven volgens de wil van de hemelse Vader het leven te geven!
Hij moest alleen gaan. Hij heeft het gedaan al was Hijzelf het offer dat Hij moest brengen. Zou jij jouw leven niet bij deze Hogepriester zoeken die zoveel liefde heeft gegeven dat jij je dat zelfs niet kunt indenken! Of voel je je hier te goed voor? Te goed voor dagelijks belijdenis van schuld. Dan kom je eens bedrogen uit.
Wie in al zijn of haar kleinheid naar deze Hogepriestergaat, mag weten: de losprijs is voor mij betaald. Ik mag juichen in mijn Heiland. “In het kruis zal eeuwig roemen …. Christus droeg de vloek voor mij.
Dank u Here Jezus!
AMEN