Lukas 2:40-51: Jezus is bij Vader thuis

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 122

Lezing van de wet

Psalm 101:1,2,3

Gebed

Schriftlezing: Lucas 2:40-51

Gezang 6

Tekst: Lucas 2:40-51

Preek

Psalm 119:13,14,15

Dankgebed

Collecte

Psalm 84:5,6

Zegen

 

 

Broeders en zusters, jongens en meisjes, gemeente van onze Here Jezus Christus

 

De Here Jezus is geboren. Hij is met Jozef en Maria naar Nazareth gegaan. Hij groeit daar op. Jongens en meisjes de Here Jezus was een echt kind en een echte tiener zoals jullie dat zijn. Hij moest leren lopen, leren praten. Hij moest ook leren om te kunnen schrijven en lezen. Het was niet zo dat de Here Jezus dat allemaal vanzelf al kon.

Jezus was een kind onder de kinderen in Nazareth. Toch was er een ding waarin Hij van al die andere kinderen verschilde. Waarin hij anders was. Waarin Hij anders was dan al de  mensen op deze wereld. Hij heeft nooit iets gedaan of gezegd dat verkeerd was. Hij heeft altijd geleefd zoals Vader in de hemel het wil.

Hoe zou jij reageren op iemand in jouw klas die nooit meedoet met iets dat niet goed is? Die nooit iets doet dat niet in de haak is? Hoe denken wij broeders en zusters over kinderen of jongeren die heel serieus en ernstig met de HERE leven? Die over de dingen van Vader in de hemel met grote eerbied spreken en die echt volgens de wil van de HERE willen leven? Hoe praten jullie jongelui over iemand die zo wil leven? Zijn we dan niet gauw geneigd om te zeggen: wat een vroom jochie? Wat doet die bekrompen, het lijkt wel een oud mannetje. Je bent toch maar een keer jong en dan is het toch niet nodig om zo serieus te zijn?

Hoe denken en spreken we er als ouders over? Hoe praten we onder elkaar? Moedigen we elkaar aan om echt te groeien in het leven met Christus? Om al hoe meer een met Christus en Zijn wil te worden? Of zeggen we eerder: Het is niet nodig om zo serieus met Christus te leven, dat kan later nog wel? Zijn we er niet vaak heel makkelijk in om een leven waarin we het niet zo nauw met de HERE en Zijn wil nemen niet zo erg te vinden? Ach,  zo ernstig als je jong bent, is toch niet nodig?

Het is altijd weer nodig om onszelf ook op deze punten te toetsen aan het blijde evangelie van Christus. Ik verkondig jullie dat evangelie onder het thema:

 

JEZUS IS BIJ VADER THUIS

 

  1. Daarom groeit de afstand met Zijn ouders
  2. Daarom is Hij bezig met de dingen van Zijn Vader
  3. Daarom is Hij gehoorzaam aan Zijn ouders

 

  1. Daarom groeit de afstand met Zijn ouders

 

De Here Jezus groeit op in een gezin waarin de HERE met eerbied en liefde gediend wordt. Jozef en Maria willen als kinderen van Vader in de hemel leven. Ze willen luisteren naar Zijn stem. Dat is ook de reden waarom ze volgens Gods bevel elk jaar (Ex 32:14-17; 34:22,23; Deut 16:16) voor het paasfeest naar Jeruzalem gaan. Om er samen met Gods volk de machtige bevrijding uit Egypte te vieren. Om de HERE daarvoor in de tempel te danken. Om de HERE dan ook te danken voor de oogst die Hij gegeven heeft. Het is een blij feest dat een week duurt. Een feest dat in alles van dankbaarheid aan de HERE spreekt.

Het was toen voor Jozef en Maria geen vraag of ze naar Jeruzalem zouden gaan. Het was voor hen een goede gewoonte geworden. Een gewoonte die meer dan een menselijke traditie is. De wil van God had zo diep in hun leven ingegrepen dat het  patroon van hun leven op dit punt was gaan beheersen.

De Here Jezus is nu 12 jaar. Hij gaat met Zijn vader en moeder mee. Je hoort of leest nog wel eens dat dit de eerste keer voor de Here Jezus zou zijn geweest dat Hij naar Jeruzalem ging. Let erop dat we dat in onze tekst nergens lezen. Gelovige ouders namen hun kinderen in die tijd van jongs af al mee naar de feesten in Jeruzalem. Het gaat er in deze geschiedenis om wat toen die keer met Jezus en Jozef en Maria gebeurd is.

Jozef en Maria blijven het hele paasfeest in Jeruzalem. De dag om weer terug te gaan is aangebroken. De Here Jezus is niet bij zijn vader en moeder. Jozef en Maria maken zich daarover geen zorgen. Ze verwachten dat ze Hem ergens op weg weer zullen tegen komen. Als ze op die plaats gekomen zijn gaan ze zoeken. Waar is Jezus? Hebben jullie onze Jezus gezien? Nergens is de Here Jezus te vinden. Nu komt er wel zorg en onrust in het hart van Jozef en Maria. Ze gaan ongerust terug naar Jeruzalem. Ze gaan daar vragen en zoeken. Drie dagen zoeken ze zonder Jezus te vinden. Je kunt begrijpen hoe ongerust Jozef en Maria als ouders dan zijn.

De derde dag zoeken ze weer. Ze komen dan in de tempel. Ergens in de tempel zien ze mannen bij elkaar zitten. Wie zien ze daarbij zitten? De Here Jezus. Hij is met al Zijn aandacht bij het gesprek daar betrokken. Hij luistert en vraagt allerlei dingen. Gesprek en dan vragen beantwoorden was toen de manier om onderwijs te geven. Zo gaven de Schriftgeleerden toen les aan hun leerlingen.

De leraren in Israel zijn verbaasd als ze de Here Jezus horen praten. Hoe is het mogelijk dat een jongen van 12 jaar zo’n kennis en inzicht in de Schrift heeft! Hij weet niet alleen veel. Hij heeft ook inzicht en kan verbanden leggen. Kijk maar in vers 47. Jezus’ kennis van het Oude Testament is maar niet iets dat hij uit zijn hoofd geleerd heeft zonder het te begrijpen. Het is de levende kennis van het Woord van Zijn Vader. Het is duidelijk dat de leraren van Israël graag met de Here Jezus praten. Hij is voor hen een talent, een grote belofte voor de toekomst. Ze kennen het geheim van Zijn leven niet dat Hij de Messias, de Zoon van God is. Jozef en Maria kennen dat geheim wel. Toch is er bij Jozef en Maria geen blijdschap als ze Jezus daar in de tempel met de leraren van Israel zien praten. Ze zijn waren ontzet, ontsteld. Hoe kan Jezus dit nu doen? Hoe kon Hij nu in de tempel blijven tERWIJL zij op weg terug naar Nazareth gingen?

De familieband, dat zij de ouders van Jezus zijn,  is voor hen het belangrijkste. Jozef en Maria kijken en denken nu niet verder. Ze vatten wat hier gebeurt heel emotioneel op. Zij voelen het zo aan dat de leraren in de tempel belangrijker voor Jezus zijn dan zij als vader en moeder. Daarom komt uit de mond van Maria dit duidelijke verwijt: “Kind, wat hebt U ons dit aangedaan? Zie, Uw vader en ik hebben U met angst gezocht.”

Het is duidelijk dat de Here Jezus hier door Maria als een kind gezien wordt die nog niet genoeg wijsheid heeft. Zij ziet Hem hier alleen als het kind waarvan zij en Jozef de ouders zijn. Het antwoord dat de Here Jezus geeft maakt duidelijk dat er een afstand tussen Hem en Zijn ouders op aarde groeit: “Waarom hebt u Mij gezocht? Wist u niet dat Ik moet zijn in de dingen van Mijn Vader?”

Jezus laat hier zien dat het niet juist van Zijn moeder is om Hem alleen als kind te zien die nog niet weet wat Hij moet doen. De fout ligt niet bij Hem maar bij Zijn ouders. De Here Jezus maakt hier duidelijk dat Hij geen gewoon kind is. Hij is niet alleen het kind van Maria maar ook de Heer en Leraar van haar. Hij is de Zoon van God. Maria mag dat nooit vergeten. Jezus is meer dan Zijn moeder. Jezus is ook heiliger dan Zijn moeder want Hij is zonder enige zonde.

Maria moet leren om Jezus, die ze negen maanden in haar buik gedragen heeft, als meer dan haar kind te zien en te behandelen. Om Hem echt als de Zoon van God, als de beloofde Verlosser te behandelen. Wat Jozef  en Maria hier in Jeruzalem moeten leren is iets dat we allemaal ook vandaag moeten leren. Jij en ik zijn niet de ouders van Jezus. Toch moeten ook wij leren om vanuit Christus als onze Redder en Here te denken en te leven. In alles. We moeten leren om niet de bloedband op de eerste plaats te zetten. We moeten ook leren dat niet het belangrijkste is dat je vader, moeder of kind bent.

Het belangrijkste is dat we leven en denken vanuit de liefde en gehoorzaamheid aan Christus, de Zoon van God. Dan luister je vanuit die verbondenheid aan Christus als ouders en kinderen, als jongeren en ouderen in de gemeente naar elkaar. Dan willen steeds weer samen zien wat de wil van God is. Als dan een kind tegen zijn vader zegt: Vader het klopt toch niet wat u nu zegt of doet want de Here wil en zegt het toch anders. Als een kind dat beleefd naar voren brengt met respect mag je daarover niet kwaad zijn. Nee, dan komt in dat kind de HERE zelf naar je toe en spreekt je aan. Het is dan je kind die je weg van het leven voorhoudt. Je ziet dan het werk van de Heilige Geest in je kind. Dat is dan iets om heel dankbaar voor te zijn.

De Here Jezus zegt tegen zijn ouders met alle respect dat Hij meer dan hun kind is. Dat Zijn taak is om zich met de dingen van Zijn Vader bezig te houden. We letten daarop in het tweede punt.

 

  1. Daarom is Hij bezig met de dingen van Zijn Vader

 

Jezus vraag waarom Zijn ouders Hem gezocht hebben. Het was niet nodig geweest om Hem te zoeken. Ze konden toch geweten hebben waar Hij was?

Waarom zegt Jezus dit tegen Zijn ouders?

Hij kan dit zeggen omdat zij het grote geheim van Zijn leven kennen. Nog voor de geboorte van de Here Jezus is er een engel persoonlijk op bezoek geweest bij Maria en Jozef afzonderlijk. De engel heeft verteld wie de Heilige Geest in Maria verwekt heeft. Jozef en Maria hebben gezien hoe de herders in de nacht van Jezus’ geboorte gekomen zijn en verteld hebben wat er in het veld van Efrata gebeurd is. De wijzen uit het Oosten zijn gekomen en hebben de Zoon van God bijzondere eer bewezen. Een engel is aan Jozef verschenen om te zeggen dat ze naar Egypte moeten gaan. Een engel is gekomen om te vertellen dat de tijd gekomen was om weer naar Nazareth terug te keren. Jozef en Maria weten wie Jezus is.

De woorden van de twaalfjarige Jezus maken dit heel duidelijk. Hij is de Zoon van God. Wat hoort er meer bij Hem dan dat Hij in het huis van Zijn Vader is. Dat Hij in de tempel is waar Zijn Vader op een bijzondere manier op aarde woont. Daar in de tempel spreekt alles van de Vader.  Daarom spreekt alles daar ook van de Here Jezus en van de taak die Hij op aarde moest komen doen. De hele tempel, de hele inrichting daarvan, al de offers die de priesters brengen, spreken van de Verlosser die komt. Alles wat op de goede manier vanuit de Schrift naar voren gebracht wordt, wijst op Jezus en wat Hij komt doen. De Here Jezus zal later tegen de Joden zeggen: “U onderzoekt de Schriften, want u denkt daardoor eeuwig leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen.”.  Joh 5:39

Het is voor de Here Jezus heerlijk om in de tempel te zijn. Bij Vader thuis te zijn. Het is heerlijk voor Hem om met anderen over het Woord van Vader in Zijn huis te spreken. Hij is dan zo thuis bij Zijn Vader. Het gaat hier maar niet om een of ander gevoel. De Here Jezus zegt namelijk tegen Zijn vader en moeder: “Wist u niet dat Ik moet zijn in de dingen van Mijn Vader?”

Dat woordje moeten  gaat in het leven van de Here Jezus steeds met Hem mee. Het is het moeten  waarmee de Heilige Geest ons wijst op de opdracht van de Vader die de Zoon tot verlossing van Gods uitverkoren kinderen moet uitvoeren. Zie o.a: Ps 40:7; Joh 10:17,18; Luc 4:43; 9:22; 13:33; 19:5; 22:37; 24:7,26,44. Het is wat de Vader Hem oplegt. Alleen zo kan Hij de echte Verlosser voor de kinderen van God zijn.

Jozef en Maria zouden nu moeten terugdenken aan wat de Engel Gabriel voor Jezus geboorte gezegd heeft: “Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader ​David​ geven, en Hij zal over het huis van ​Jakob​ ​Koning​ zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen.” Luc 1:32,33

De Here Jezus wil steeds weer met de dingen van Zijn Vader bezig zijn. Hij moet de wil van Zijn Vader voor Zijn leven op aarde vanuit het Oude Testament helemaal begrijpen en tot Zich nemen. Zijn werk is helemaal gericht op de opdracht als Verlosser die Hij gekregen heeft.

Jozef en Maria moeten leren om Jezus te zien in het ambt, in de taak die Hij van de Vader gekregen heeft. Als ze dat goed gezien hadden, zouden ze niet lang gezocht hebben. Dan zouden ze als eerste naar de tempel, naar het huis van Zijn Vader gegaan zijn. Voor niemand dan voor de 12 jarige Jezus was het zo heerlijk om en zo vertrouwd om in de tempel te zijn. Zo dicht bij Vader! Voor niemand meer als voor de Here Jezus spraken deze woorden: “Mijn ziel verlangt, ja smacht naar de voorhoven des Heren; mijn ​hart​ en mijn vlees jubelen tot de levende God..”Ps 84:3.

Niemand heeft meer dan de Here Jezus gejuicht toen Hij hoorde dat ze naar de tempel gingen: “Ik ben verblijd, wanneer zij tegen mij zeggen: Wij zullen naar het ​huis​ van de HEERE gaan!” Ps 122:1

De Here Jezus wil vanuit die bijzonder liefde en verbondenheid met Zijn Vader niets anders dan volledig in liefdevolle gehoorzaamheid aan de wil van Zijn Vader leven. We letten daarop in het laatste punt.

 

  1. Daarom is Hij gehoorzaam aan Zijn ouders

 

Zelfs Jozef en Maria begrijpen niet wat de Here Jezus zegt.  Ze nemen het onderwijs van de Zoon van God nu niet ter harte. We zien hier iets van het lijden van de Here Jezus op aarde. Zelfs mensen heel dicht bij Hem, zelfs zij die meer van Hem weten dat al de andere mensen begrijpen en volgen Zijn onderwijs niet. Jezus wordt hier door Zijn ouders miskend. De Zoon krijgt niet de eer die Hij verdient. Wij zijn door onze zonden zo vaak ongevoelig voor God en Zijn wijsheid. Ook zo hardnekkig in het verwerpen ervan. We zien dat hier bij Jozef en Maria.

Als wij zo behandeld waren en wisten dat we het bij het rechte end hadden. Dan is de kans heel groot dat we opstandig en ongehoorzaam aan onze ouders zouden zijn. De Here Jezus niet. Jozef en Maria komen Hem halen en willen dat Hij weer meegaat naar Nazareth. De Here Jezus is zonder brutaliteit gehoorzaam. Hij offert zich op. Al verlangt Hij nog zo naar het huis van Zijn Vader. Toch is Hij gehoorzaam aan Zijn vader en moeder op aarde.

Zolang zij Hem geen opdrachten geven waardoor Hij zonde moet doen onderwerpt Hij zich aan hun gezag. Dat is namelijk de wil van Vader in de hemel zoals dat in het vijfde gebod tot ons komt.

Jezus wil echt in alles volgens de wil van Vader leven. Dat betekent voor Hem dat de dag komt dat Hij aan het kruis geslagen zal worden. Om dan tot in de verschrikkelijke ellende van de hel de schuld en zonden van de gelovigen te dragen. Zo diep en ver gaat Zijn zelfverloochening en gehoorzaamheid voor zondaren die tot Hem vluchten. Jezus is  de Verlosser. Wij hebben Hem als onze Verlosser zo nodig. Zelf kunnen we het niet. Voor de kinderen van God is Hij ook het voorbeeld van gehoorzaamheid en toewijding aan God en Zijn wil.  We mogen dat nooit vergeten.

Jezus was het kind en de mens die in volledige liefde en gehoorzaamheid aan Vader leefde. Hoe reageer jij op een kind, op een jongere die in diepe ernst voor de HERE leeft? Hoe reageer jij op iemand die voor het samen Bijbelstudie doen ook als jongere werk van voorstudie maakt? Die ook met een hart dat op de Here gericht is aan de bespreking meedoet? Hoe praten we over iemand die nog jong is maar al heel duidelijk voor Christus leeft? Praten we over zo iemand negatief? Is hij of zij te serieus. Als je jong bent hoeft alles toch niet zoals het in de Bijbel staat. Je bent toch jong en je wilt wat. Jong en wild horen toch bij elkaar? Het hoort er toch bij om op oudejaarsdag eens flink te drinken. Om je roes de volgende dag uit te slapen en dan maar een keer op Nieuwjaarsdag niet in de kerk te zijn.  Praat je zo dat je uitdraagt dat je er trots op bent dat je een paar keer flink dronken was? Ik wil wel een keer dronken zijn in mijn leven want dat moet iedereen toch een keer meegemaakt hebben. Dat hoort erbij om volwassen te worden.

Broeders en zusters, jongens en meisjes laten we heel eerlijk tegen elkaar zeggen: het is dwaze, ongelovige taal die niet bij ons als volk van God hoort. Om alleen bij dit ene voorbeeld te blijven, luister maar eens naar de Here Jezus zelf: “Wees op uw hoede dat uw ​hart​ niet op enig moment bezwaard wordt door roes en dronkenschap en door zorgen over de alledaagse dingen, en dat die dag u niet onverwachts overkomt.” Luc 21:34

Vind jij het allemaal te serieus als mensen na de kerkdienst over de preek napraten? Veroordelen we in onze gesprekken misschien liever andere mensen die dingen een beetje anders als ons doen en praten we liever over de sterren van de wereld dan samen te groeien in een leven met de Here? Zijn wij op dit punt goede voorbeelden voor onze kinderen? Beginnen we elke dag met onze kinderen door samen te lezen en te bidden? Of vinden we dat allemaal wat te?

Wij mogen het leven met Christus als onze Redder nooit losmaken van het leven met Hem als ons grote voorbeeld! Als je christen bent,  gooi je onverschilligheid en slordigheid weg uit je leven. Dan lachen we niet om anderen die in liefdevolle ernst steeds weer vragen: Wat wil de Here dat ik doe in mijn leven. Dan willen we juist in gehoorzaamheid aan Christus in ons leven groeien. Dan willen we groeien in het vol overtuiging leven volgens de wil van Vader in de hemel. Zo voeden we onze kinderen dan ook op. In diepe liefde en eerbied voor Hem.

Weet je wat de duivel nu hoopt? Dat je nu in de gang van de kerk of voor de kerk of als je zo thuis bent zegt: De preek van  vanochtend was wel een beetje te hè!

Dan weet hij zeker dat je niet in de voetstappen van Christus gaat en dat er alle openheid is om je te stimuleren in een leven volgens ons eigen zondige hart. Geef aan de duivel geen voet in je leven!

Volg Christus als de enige Verlosser! Vertrouw en leef voor Hem dan ben je door Zijn lijden thuis bij Vader.   Een beter thuis is er niet!

 

AMEN