ORDE VAN DIENST
Votum
Vrede/Zegengroet
Psalm 90:1,8
Lezing van de wet
Ps 78:1,2
Schriftlezing: Psalm 8
Psalm 139:1,6,7,8
Doop
Psalm 105:5
Tekst: Marcus 10:13-16
Verkondiging van het evangelie
Psalm 147:1,5
Dankgebed
Gezang 35
Zegen
Broeders en zusters, jongens en meisjes. Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus.
We hebben iets heel bijzonders aan de mensen in onze omgeving te vertellen als er een kindje in de kerk gedoopt is. Dat is echt geweldig nieuws. Dan heb je mensen in je omgeving echt iets te vertellen. Bij de doop van zo’n klein hummeltje zie je een wonder gebeuren. Je ziet daar hoe de heilige en enige God zich aan het leven van dat kleine mensje verbindt. Hoe Hij het initiatief neemt en zegt: “Ik wil in deze wereld vol gevaren voor je zorgen. Ik wil jou in Mijn handen nemen en jou het belangrijkste geven wat je nodig hebt: vergeving van je zonden en daardoor vrede met Mij. Voor altijd zonder einde!” Dat is geweldig nieuws. Dat is nieuws om daarmee andere mensen te laten verlangen naar dat leven met de Here God. Het leven met Christus als de enige Redder.
Ik wil de geweldige vreugde die er rond de doop is nu niet bederven. Dat zou ik ook niet mogen. Toch wil ik er aandacht aan geven dat het er op lijkt dat het ons al moeilijker valt om zo vol vreugde over de doop van een klein kind in de gemeente te spreken. Om het geweldige te zien dat we vanaf het begin van ons leven in Gods verbond zijn opgenomen. Als je bij familie of vrienden bent, hoor je steeds weer over mensen die heel dicht bij je staan en vragen bij de kinderdoop hebben. Die ondanks een gereformeerde opvoeding niet weten of ze hun kind dat op komst is wel moeten laten dopen. Zou het niet beter zijn om onze kinderen aan de HERE op te dragen en dan later als ze zelf gekozen hebben dat ze zich dan laten dopen? We krijgen al meer met dit soort vragen te maken. Het is opvallend dat deze vragen vooral opkomen in een tijd waarin wij als mensen zo veel nadruk leggen op onze eigen keuze. Wij moeten kiezen, het gaat om onze beslissing. Wij besluiten tot onze eigen doop. Wij besluiten om ons kind aan God op te dragen. Dat is onze actie. Wie eerlijk naar de geschiedenis kijkt ziet daarin iets heel anders. Het is vanuit de Bijbel duidelijk dat de eerste actie van de HERE in de hemel komt. Dat is niet iets dat pas begint nadat wij als mensen tegen God zijn opgestaan. Denk maar eens aan de schepping. Wij hebben ons bestaan en ook ons ontstaan op geen enkele manier aan onszelf of aan de kracht van de natuur of de evolutie te danken. Hoe zijn wij gemaakt? Het is de HERE die grond nam en van die grond een pop maakte. Die pop was zonder leven. Toen blies de HERE de adem in Adam en zo werd Adam de eerste levende mens. Door God gevormd en door God het leven gekregen. Zo begon ons bestaan. Na de zondeval zijn wij als mensen verloren door eigen schuld. Dan is het weer de HERE die naar ons toekomt. Die dan zelfs uit onverdiende liefde alleen met Zijn belofte van de Redder voor zondaren komt. Zondaren die op grond van Gods belofte in hun leven tot Hem komen. Dat zie je ook weer bij Abraham als de HERE de besnijdenis als teken en zegel op Zijn verbond instelt. Hij komt naar Zijn volk toe. Hij komt bij het begin van je leven naar je toe met Zijn belofte! Hij neemt het initiatief. Zijn liefde en trouw zijn zo groot dat Hij bij het verbondsvolk niet pas naar je toekomt als jij komt. Nee, Zijn liefde in het verbond is zo bijzonder dat Hij al naar je toekomt en Zijn liefde en vergeving je aanbiedt als jij nog van niets weet!
Als je dan naar de geschiedenis kijkt, zie je dat de doop vanaf het begin in de kerk van Christus aan de gelovigen en hun kinderen, hun kleine kinderen bediend is. In de kerk van Christus is vanaf het begin in praktijk gebracht wat Petrus op de Pinksterdag verkondigde. Hij roept de mensen dan op om zich in de naam van Christus te laten dopen en zegt daarbij: “Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen, die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal.“” Hand 2:39.
Bij de doop gaat het om die machtige belofte van God, Zijn liefdesverklaring die naar ons toekomt. Daarvan is de doop het teken en de garantie. Onze kinderen mogen daarin delen! Dat zien we ook in onze tekst. Ik verkondig jullie het evangelie onder het volgende thema:
JEZUS ONTVANGT DE KINDEREN GRAAG
- Het verzet van de leerlingen
- Het bevel van Jezus
- De zegen van Jezus.
- Het verzet van de leerlingen
De Here Jezus is in Judea. Hij heeft een grote groep mensen onderwijs gegeven over huwelijk en echtscheiding. Het lijkt erop dat Jezus nu met de kleinere groep leerlingen alleen is. Jezus heeft een heel drukke tijd achter de rug. Hij heeft echt wel rust nodig.
Dan komen ouders met hun kleine kinderen richting de Here Jezus. Het gaat hier echt om heel jonge kinderen. Wanneer Lucas ditzelfde verhaal vertelt gebruikt hij voor de kinderen in het Grieks een woord dat wijst op kinderen van 0-4 jaar.
Het is duidelijk dat de mensen met hun kleine kinderen bewust naar de Here Jezus willen. Zij verwachten van Jezus bijzondere dingen. Ze willen dat de Here Jezus hun kinderen aanraakt. Ze beseffen dat van Jezus een heel bijzondere kracht uitgaat. Ze hebben gehoord of gezien hoe de Here Jezus door zieken aan te raken die zieken genezen heeft. Deze ouders willen hun jonge kinderen bij deze bijzondere man brengen. Zij vertrouwen erop dat de aanraking van Jezus voor hun kinderen een positieve uitwerking op hun toekomst zal hebben. Het is voor deze ouders belangrijk dat hun kinderen, van wie het leven zeker in die tijd zo broos was, onder de bescherming van Christus staat. Deze ouders zijn met hun kinderen die nog niet veel begrijpen naar de Here Jezus op weg. Zij verwachten juist voor hun kinderen veel van Hem.
Als je daaraan denkt, gaan je gedachten ook naar de doop van de kinderen van de gelovigen. De doop die teken van God is. Het is Zijn aanraking op Zijn initiatief als je nog heel erg jong bent. Het is God zelf die dan je het zegel, de garantie geeft: jij hoort bij Mijn volk, Ik wil jou Mijn liefde en verlossing geven.
Gaan wij ook met grote verwachting en grote blijdschap naar de kerk als een baby uit ons midden gedoopt wordt? Of is dit voor ons iets heel gewoons dat er nu eenmaal bij hoort? Of hebben we daar zelfs onze kritische vragen bij?
Laten we steeds weer beseffen hoe groot het wonder is dat de HERE in de doop, terwijl het kind zelf nog niet naar de HERE gevraagd heeft, met Zijn liefde en trouw naar je kind toekomt. Dat Hij je kind aanraakt en laat zien zo echt kom Ik met Mijn belofte naar dit kind toe. Het is heerlijk om zo als ouders je kind bij de HERE als hun God en Vader te brengen.
De ouders in onze tekst komen nu met hun jonge kinderen. Ze bereiken niet meteen de Here Jezus. Het zijn de leerlingen van de Here Jezus die als eerste deze ouders met hun kinderen zien. De leerlingen willen de Here Jezus die zo’n vermoeiende tijd achter de rug heeft beschermen. Juist nu de Here Jezus zoveel gedaan heeft en Zijn rust nodig heeft, is het toch niet nodig dat Hij zich ook nog met kleine kinderen moet bezig houden? Hij kan Zijn tijd nu wel beter gebruiken. Waarom komen die ouders Jezus nu lastigvallen met deze kinderen?! Hij heeft wel belangrijker dingen te doen. We moeten ons goed bedenken dat in die tijd onder de Joden kinderen, jongeren, gehandicapten mensen waren die als niet erg belangrijk gezien werden. De ouderen en de sterken waren de mensen waar het om ging. De zwakkeren in de samenleving kregen heel weinig speciale zorg en aandacht. De omstandigheden en de gedachten in de maatschappij van toen doen je denken aan wat we in Ezechiel 34 lezen. In dat hoofdstuk spreekt de HERE de leiders van Zijn volk heel scherp aan. De reden daarvoor is dat ze alleen voor elkaar zorgen en alleen de sterken en de belangrijken hun aandacht en zorg krijgen. We lezen daar dan in vers 4-6:“zwakke versterkt u niet, zieke geneest u niet, gewonde verbindt u niet, afgedwaalde haalt uniet terug, verlorene zoekt u niet, maar u heerst over hen met hardheid en geweldenarij. Zij raken verstrooid, omdat er geen herder is, en worden tot voedsel voor al het gedierte van het veld; zo raken zij verstrooid. Mijn schapen dwalen rond op alle bergen en op elke hoge heuvel; over de gehele aarde zijn mijn schapen verstrooid zonder dat er iemand is die naar hen vraagt of ze zoekt.”
De leerlingen van Jezus zijn zo door het denken van hun tijd beïnvloed dat ze deze ouders met hun kinderen niet bij Jezus willen laten. Ze willen verhinderen dat kinderen die nog niet zelf beslissingen kunnen nemen bij Jezus komen. Die kinderen zijn daarvoor nog niet belangrijk genoeg. Laat ze eerst zelf maar eens bewust hun eigen verantwoordelijkheid kunnen dragen. Laat ze eerst maar eens mondig worden.
De grote vraag is of dit de goede houding in de kerk van Christus is. Gaat het zo toe in het Koninkrijk van de enige Verlosser van dood en zonden? Gaat het de Verlosser eigenlijk om de volwassenen, de gezonden, de belangrijken die Zijn aandacht en hulp zoeken? Gaat het de Here Jezus om een kerk van gezonde en sterke volwassen mensen? Gaat het Hem vooral om een kerk vol belangrijke en invloedrijke personen? Wil Hij een kerk die trots in de wereld kan staan omdat ze zo sterk en invloedrijk is? Een kerk van mensen die allemaal vol overtuiging hun eigen besluiten kunnen nemen? Gelovigen die vinden dat ze een sterk geloof hebben en neerzien op anderen die worstelen? De Here Jezus geeft daarop zelf antwoord. We zien dat in het tweede punt.
- Het bevel van Jezus
De Here Jezus ziet vanaf een afstand wat er gebeurt. Hij ziet hoe Zijn leerlingen de ouders zelfs berispen, bestraffen. Zij sturen de ouders en hun kinderen weg. Wanneer de Here Jezus dat ziet, raakt dat Hem diep. Het woord dat in vers 14 met “zeer kwalijk nemen”vertaald is, is een heel sterk woord. Het laat zien dat iemand echt kwaad, echt verontwaardigd is. Onze Verlosser vindt het vreselijk wat Zijn leerlingen nu doen. Zijn Koninkrijk is niet het koninkrijk van de sterken en de mensen die zelf hun beslissingen kunnen nemen. Het is niet het Koninkrijk van de belangrijken. Het is niet het Koninkrijk van de mensen die zich sterk genoeg weten om voor Christus te kiezen. Je krijgt geen toegang tot het Koninkrijk van Christus omdat je volwassen bent en omdat jij zo sterk bent dat jezelf je besluiten kunt nemen. Je bent in Gods Koninkrijk niet aanvaardbaar omdat je een bepaald niveau of een bepaalde leeftijd in je leven bereikt hebt. Niemand mag vanwege zijn leeftijd of omdat zij een beperking heeft of vanwege de positie in de samenleving buiten de kerk van Christus, buiten Zijn Koninkrijk gehouden worden.
De Here Jezus laat dat duidelijk zien als Hij Zijn leerlingen openlijk corrigeert: “Laat de kinderen tot Mij komen, verhindert ze niet; want voor zodanigen is het Koninkrijk Gods.”
Juist als het om het Koninkrijk van Christus gaat, horen de kinderen erbij. De kinderen van de gelovigen hebben van de HERE een volwaardige plaats in Zijn Koninkrijk gekregen. Juist dan zie je zo duidelijk dat die kinderen gedoopt horen te zijn. Het is niet zo dat ze er een beetje bij hangen en we ze daarom aan de HERE opdragen. Nee, voor hun is het koninkrijk en de HERE laat dat aan het begin van hun leven zien door zichtbaar naar ze toe te komen in de doop. We ontnemen ons veel rijkdom die God ons wil geven als we de doop aan onze kinderen onthouden. We houden onze kinderen dan toch een beetje op afstand terwijl de HERE zelf dat niet doet.
De kinderen van de gelovigen horen heel echt bij Gods verbond. Deze kinderen delen in de belofte van God. Ze horen bij Hem. Het Koninkrijk van God is voor het volk van God waarbij ook heel echt de kleine kinderen horen. Het is dan ook maar niet een ondergeschikt punt als gezegd wordt dat kleine kinderen beter niet gedoopt kunnen worden en dat we kiezen voor het opdragen van kinderen. Dan onthouden we met allerlei goede bedoelingen onze kinderen dat de HERE zichtbaar met Zijn heerlijke beloften naar hen toe wil komen. Juist vanuit die geweldige beloften aan ons en onze kinderen gedaan, is het zo belangrijk om onze kinderen steeds weer bij de Here Jezus te brengen. Wat is het belangrijk dat we thuis onze kinderen elke dag weer over de HERE vertellen. Dat we als ouders echt elke dag er tijd voor nemen om ook onze kleine kinderen te vertellen of voor te lezen uit de kinderbijbel. Dat moeten we niet aan de school overlaten. Natuurlijk is het belangrijk om onze kinderen op een school te doen waar juist vanuit diepe eerbied voor de HERE en Zijn Woord lesgegeven wordt. De eenheid gezin, kerk en school hoort echt bij het leven in het verbond. Bij het elkaar steeds weer brengen bij de HERE. Zijn dit ook de dingen waar ons hart warm voor loopt? Waarvoor we samen met onze kinderen leven? Daarvoor warm lopen omdat we onze kinderen juist steeds weer bij Christus willen brengen. We willen ze toch juist niet verhinderen om Christus koninkrijk in te gaan?! We willen ze toch zoveel als mogelijk heel dicht bij Christus laten leven! Daarom leren we onze kinderen toch ook om zelf te bidden volgens het onderwijs van de Here Jezus zelf.
De plaats van de kinderen is belangrijk in het Koninkrijk van Christus. Zelfs als ze voor ons nog geen verstaanbare woorden kunnen zeggen. Ook als kinderen geboren worden die door een verstandelijke beperking zich hun leven lang niet verstaanbaar voor ons kunnen maken. Ook als mensen geboren worden die verstandelijk nooit verder komen dan wat een klein kind kan begrijpen. Dan mogen we binnen Gods verbond als gelovige ouders van ons kind weten wat we lezen in Psalm 8: “Uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen
hebt U een sterk fundament gelegd, omwille van Uw tegenstanders,
om de vijand en wraakzuchtige te laten ophouden.” vs 3 HSV
Het gemummel van baby’s, de uitroepen van iemand die een verstandelijke beperking heeft, de verhalen van kleine kinderen van de gelovigen zijn in Gods verbond meer waard dan de macht van Gods vijanden. Hoe machtig en slim die ook zijn. Hij gebruikt die kinderen in Zijn verbond zelfs op Zijn manier om zondaren en tegenstanders van Hem de mond te snoeren. Het gemummel van de baby, de kreten van iemand met een verstandelijk beperking zijn in Gods verbond voor de HERE heerlijk. Hij neemt ook die klanken om het lijden van Christus in de plaats de gelovigen aan als klanken die Zijn Koninkrijk bouwen. Christus bloed vloeide ook om aan hen een plaats in Gods Koninkrijk te geven. Dat mag je zeker weten wanneer je een kind op jonge leeftijd aan de dood verliest en je iemand bent die zichzelf aan Christus verloren heeft. Als je iemand bent die leeft van Christus’ wassende bloed. Dan mag jij je vasthouden aan wat we belijden in DL I,17: “Over de wil van God kunnen wij ons alleen uitspreken op grond van zijn eigen Woord. Dit verzekert ons ervan, dat de kinderen van de gelovigen heilig zijn, niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond, waartoe zij met hun ouders behoren1. Daarom moeten godvrezende ouders niet twijfelen aan de uitverkiezing en het behoud van hun kinderen, die God zeer jong uit dit leven wegneemt.
Gen. 17:7; Jes. 59:21; Hand. 2:39; 1Kor. 7:14.”
Wanneer de Here Jezus op die heerlijke plaats van de kinderen van de gelovigen gewezen heeft, houdt Hij Zijn leerlingen zelfs het voorbeeld van de kinderen voor. De kleine kinderen zijn juist als het om vertrouwen, in God geloven en vertrouwen op Zijn Woord een voorbeeld voor de volwassenen. Wanneer kleine kinderen in een gelovig gezin horen wat de HERE gedaan heeft geloven ze dat zoals de HERE het vertelt. Dat moet voor ons als volwassenen ook een duidelijke aanwijzing zijn hoe wij de Bijbel hebben te lezen: als een kind. De HERE die de Almachtige is, geloven op Zijn Woord. Vertrouwen op wat de HERE ons beloofd heeft. Het is de HERE die beloofd heeft dat wie tot Hem vlucht Zijn zorg, liefde en vergeving zal krijgen. Dan is het door Christus zeker dat ook als je ziet dat je leven op aarde op zijn eind loopt je voor altijd bij Christus als je Redder mag leven. Bij Gods belofte aan het begin van je leven hoort ook dat de dood voor Gods kinderen een poort naar het eeuwige leven is.
Kleine kinderen zijn in hun kinderlijke vertrouwen en geloof een voorbeeld voor ons! Het is belangrijk dat ik dat steeds weer bedenk als ik volwassen word of ben. Juist als ik als kritische mens met mijn vragen tegenover wat de Geest in de Bijbel gaan staan, is het zo nodig te kijken naar dat kleine kind dat restloos vertrouwt op wat de HERE zegt. Dan laat de Geest mij zien: zo is het goed! Als ik niet van de kleine kinderen op dit punt wil leren, sta ik buiten het Koninkrijk van Christus. Dan verwerp ik de belofte die God mij gegeven heeft en die bij de doop zo duidelijk bevestigd is. Je ziet hier hoe belangrijk het is om steeds weer in je bidden te vragen: HERE leer mij kinderlijk te geloven. In diep kinderlijk vertrouwen op U. Leer mij om niet op mijn eigen menselijke wijsheid te willen vertrouwen maar op Uw wijsheid. De Here Jezus zelf leert ons ook op andere plaatsen om niet menselijke wijsheid en verstand bovenaan te zetten. Luister maar naar wat Hij zegt in Matt 11:25: “Ik dank U, Vader, Heere van de hemel en van de aarde, dat U deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, en ze aan jonge kinderen hebt geopenbaard.” HSV
Laten we als eenvoudigen in kinderlijk vertrouwen Christus volgen als onze Verlosser en God. Laten we juist vanuit eigen kleinheid roemen in de grootheid van Vader in de hemel In Zijn geweldige daden, in Zijn liefde, in Zijn heiligheid. Dan zien we ook de zegen van Jezus.
- De zegen van Jezus.
De kinderen zijn bij de Here Jezus. Hij laat zien hoe ook de kleine kinderen echt bij Zijn Koninkrijk, bij Gods verbond, bij Gods volk horen. De ouders wilden dat Jezus deze kinderen zou aanraken. Hij doet veel meer. Hij slaat Zijn armen om deze kinderen en zegent ze. Hij laat hun Zijn liefde voelen. Deze liefde is echt gemeend en komt echt naar deze kinderen toe. Zoals dat ook bij de doop gebeurt. Dan komt de HERE zelf met Zijn belofte en liefde naar onze kinderen toe.
Je kunt later nooit zeggen dat de HERE in Zijn liefde niet heel bijzonder naar je toegekomen is. Als je dan toch een andere weg gaat dan ben je het zelf die je losgemaakt hebt van Gods belofte en liefde. Gods liefde komt in de doop heel echt naar de kinderen van de gelovigen.
Het is echt geweldig jongens en meisjes dat jullie heel zeker mogen weten dat de HERE jullie met Zijn liefde wil omringen. Jullie mogen kind van God zijn! Dat is echt iets geweldigs. Dat is een voorrecht. Dat hebben jij en ik niet verdiend. Jij mag weten dat de Here Jezus je Verlosser wil zijn. Dat je dat steeds weer mag horen en Hij je steeds weer met liefde uitnodigt om tot Hem te komen. Hij wil jou op het gebed een nieuw hart geven, een nieuw mens maken. Als je zo in afhankelijkheid van de HERE leeft, geeft Christus als je Verlosser je vergeving en dat eeuwige leven dat zelfs de dood niet dood kan krijgen.
God wil jou met Zijn armen van liefde dragen. De Here Jezus heeft in onze tekst bevestigd wat we lezen in Psalm 103: “Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen,
zo ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen.”vs 13 HSV
Het is geweldig om te zien dat de Here Jezus openstaat voor mensen van alle leeftijden, van alle posities en begaafdheden. Hij staat open voor al die zondaren die in kinderlijk geloof hun leven, ook hun zonden voor vergeving bij Hem brengen.
Hij heeft het beloofd en geeft daarom zeker aan ieder die in kinderlijk geloof op Hem bouwt het volle heil, het verloste leven. Je kunt echt je hele leven aan Christus als jouw Verlosser en God toevertrouwen. Dan geeft Hij je de kracht en het geloof dat je zo nodig hebt. Of je nu oud of jong bent.
AMEN