Openbaring 11:1-4 DE KERK KAN EN MOET GETUIGEN OP WEG NAAR DE WEDERKOMST VAN CHRISTUS

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede-Zegengroet

Psalm 79:1,3

Lezing van Gods wet

Psalm 51:1,4 (Psalm van de week)

Gebed

Schriftlezing:  Openbaring 11:1-14

Psalm 79:2,4,5

Tekst:  Openbaring 11:1-4

Verkondiging van het evangelie

Psalm 97:3,5

Dankgebed

Collecte

Gezang 31

Zegen  

 

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Vorige week kwam er na de dienst een vraag over de preek. De opmerking dat in de preek wel over het bittere gesproken was dat het opeten van het boekje in de maag van Johannes gegeven had. Maar er was in de preek niet gesproken over hoe bitter ook in ons leven Gods Woord kan voelen omdat we op onze zonden zo duidelijk worden aangesproken. In de zin zoals we daar o.a. van lezen in 2 Korinthe 2: “En God zij dank, Die ons in ​Christus​ altijd doet triomferen en door ons de geur van Zijn kennis op iedere plaats openbaar maakt. Want wij zijn voor God een aangename geur van ​Christus, onder hen die zalig worden en onder hen die verloren gaan; voor de laatsten een doodsgeur, die leidt tot de dood, maar voor de eersten een levensgeur, die leidt tot het leven. Maar wie is tot deze dingen bekwaam?” vs 14-16 HSV

Het is onmisbaar in het leven van de gelovigen, van Christus kerk dat we altijd onszelf ook toetsen aan het evangelie dat we in de wereld hebben uit te dragen. Het kan niet zo zijn dat we mensen het evangelie in haar ontdekkende kracht voorhouden en onszelf daaraan onttrekken. Als we dat doen, zul je zien dat jij ook zelf in de loop van de tijd de boodschap gaat aanpassen. Het kan dat je het bittere voor iedere zondaar uit het evangelie weghaalt. Of wat ook gebeurt dat iemand het evangelie scherper wil maken dan het is. Dat je bepaalde zonden zo sterk aanwijst en Gods oordeel daarover verkondigt omdat jij zelf zo leeft maar door zo te spreken wilt voorkomen dat anderen er achter komen. Het gaat er om dat we in de wereld van vandaag  met hart en ziek getuigende kerk. Zijn. Met onze mond en met ons hart en met onze handen. Dat we juist door eerst zelf naar het evangelie in haar ontdekkende kracht te luisteren al meer beeld van God in deze wereld zijn. We worden geroepen als kerk van Christus om dat getuigenis trouw  in de wereld te verkondigen. Dat brengt o.a. met zich mee dat er bitterheid en moeite op je afkomt. De Here Jezus laat dat Zijn kerk zien. We moeten daarmee rekening houden. Het is niet zo dat als wij het evangelie op een goede en aangename manier brengen de wereld om ons heen dus heel vriendelijk en welwillend zal reageren. Het is zeker niet zo dat als wij het evangelie maar op een goede manier communiceren de mensen dus gaan geloven. We hebben nodig om zelf echt te luisteren en onszelf gewonnen te geven aan Christus als de Heer van ons leven. Om niet stil te blijven maar te getuigen. Wat dat voor ons betekent en waar we daarbij rekening moeten houden laat Christus ons zien in Openbaring 11. We horen vanmorgen wat de HERE ons in de verzen 1-4 te zeggen heeft. Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus onder het volgende thema:

 

DE KERK KAN EN MOET GETUIGEN OP WEG NAAR DE WEDERKOMST VAN CHRISTUS

 

1.  Want ze staat onder Gods bescherming

2. Want de Geest geeft daarvoor de kracht

 

1.  Want ze staat onder Gods bescherming

 

Johannes krijgt een meetlat in handen. Met de duidelijk opdracht om te gaan meten. De opdracht die de engel geeft, is dat de tempel opgemeten moet worden. Wat heeft dat meten te betekenen? Wat moeten we ons voorstellen bij de tempel waarover hier gesproken wordt?

We lezen in de Bijbel vaker over het opmeten van bepaalde zaken. Er zijn drie bedoelingen als het om meten van gebouwen gaat. Soms heeft het de bedoeling om aan de gang te gaan met de herbouw van een gebouw. Zie Jer 31:38,39; Ez 40-43. Het kan ook zijn dat iets opgemeten wordt dat juist verwoest moet of gaat worden. Zie Jes 34;11; Amos 7:7-9. We komen ook tegen dat het opmeten met de bescherming van de HERE te maken heeft. Zo zie je het bijvoorbeeld in Zacharia 2. Daar moet Jeruzalem opgemeten worden. De HERE laat dan zien dat Jeruzalem, dat Gods stad en volk in de toekomst met mensenmaat niet te meten is. Dat het alle verwachtingen door Zijn verlossing en bescherming te boven zal gaan.

Ook in onze tekst staat het meten in verband met Gods bescherming. Bedenk goed dat Christus duidelijk gemaakt heeft dat het heerlijke evangelie van verlossing door Hem alleen je in de problemen zal brengen in deze wereld. Het zal voor bitterheid zorgen die je als gelovigen zal raken. Je zal raken als je door woorden en daden niet kunt zwijgen in deze wereld.  Is er in die strijd, is er als die bitterheid op je af komt dan wel een veilige plaats. Wordt de kerk dan niet bedolven en weggevaagd doordat de reactie op het evangelie van Christus zo sterk is. Staan we als kerk niet machteloos in deze wereld? Soms merk je iets van die moedeloosheid, van die futloosheid, van die gelatenheid. Dan voel en hoor je mensen denken dat het alleen maar minder wordt met Christus kerk in ons land.  Je ziet je kinderen en kleinkinderen een weg gaan waarbij je je hart vasthoudt. Eigenlijk heb je geen hoop meer want het wordt toch alleen maar erger en minder. Voor je gevoel is er zeker voor de toekomst er geen veilig plek meer. De tegenstand en de verleiding zijn zo overweldigend daar kun je als gelovige niet tegenop. Hoeveel mensen hebben in de loop van hun leven hun geloof al vaarwel gezegd. Dit terwijl ze in hun leven met voor zover wij kunnen zien overtuiging belijdenis van hun geloof gedaan hebben. Is er wel toekomst voor de gemeente? Of is het zo dat we er gewoon niet tegenop kunnen en het alleen maar minder gaat worden? Juist als je zo gaat denken en voelen. Juist midden in al die verleiding, in al die blootstelling en aanbevelen van een leven zonder Christus. Een leven zogenaamd in vrijheid. Juist als het zo lijkt komt de Here Jezus met de boodschap van het meten van de tempel.

Als we nu aan de tempel denken, moeten we goed bedenken dat op het moment dat Johannes deze opdracht krijgt de tempel in Jeruzalem verwoest is.  Daar zijn alleen nog wat resten van over zoals de Klaagmuur. De Romeinen hebben in het jaar 70 de tempel verwoest. Het jaar dat Christus dit allemaal aan Johannes liet zien is rond 96 na Christus. Johannes ziet dus een beeld dat hij heel goed kent maar dat niet meer zo op aarde te zien is. De tempel is het beeld van de plaats waar de HERE onder Zijn volk woont. Waar Zijn volk heel dicht bij Hem is en Hem vereert. Waar is de tempel van God op aarde in het jaar 96 en ook in 2018 te vinden?       

Niet meer in een gebouw op aarde. Het gaat nadat Christus Zijn werk aan het kruis gedaan heeft en het gordijn in de tempel van boven af door God gescheurd is niet meer om een gebouw. Het gaat er ook niet meer om dat alleen priesters of ambtsdragers dichtbij Hem in de tempel, in het heilige of heilige der heiligen mogen komen. De tempel van God is de gemeente van Christus geworden. Dat zie je ook zo duidelijk en mooi op de Pinksterdag. Dan brandt het vuur van Gods aanwezigheid niet in de tempel maar op de hoofden van de leerlingen van Christus die het evangelie van Christus verkondigen. Je moet niet meer bij de priesters zijn maar bij de gemeente van Christus waar vanuit Christus en Zijn werk geleefd wordt. De gemeente wordt dan ook in het Nieuwe Testament de tempel van God genoemd. Ik geef een paar voorbeelden:

1 Kor 3:16: “Weet u niet, dat u Gods tempel bent en dat de Geest Gods in u woont? Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat bent u, is ​heilig!”

Efeze 2:19-22: “Zo bent u dan niet meer ​vreemdelingen​ en bijwoners, maar medeburgers van de ​heiligen​ en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de ​apostelen​ en profeten, waarvan ​Jezus​ ​Christus​ Zelf de ​hoeksteen​ is, en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een ​heilige​ tempel in de Heere; op Wie ook u mede gebouwd wordt tot een woning van God, in de Geest.” HSV

Bij het meten gaat het dus om de gemeente van Christus. Om de gemeente die eens voor altijd veilig zonder maar een bedreiging zal wonen in het Nieuwe Jeruzalem. Het Nieuwe Jeruzalem dat een eenheid vormt met de nieuwe hemel en aarde. Maar zover is het nog niet. Wij leven nog in de tijd dat als we de wereld instappen er van allerlei bedreigingen, verleidingen en vijandschap op ons afkomt.

Het gaat hier om de kerk op aarde vanaf hemelvaart tot aan de terugkeer van de Here Jezus. Wat moet er nu gemeten worden. Wat is nu het veilige gebied?  Let er dan op dat hier over de tempel gesproken wordt en het altaar. Het woord dat hier in het Grieks gebruikt wordt, maakt ook duidelijk dat het niet om het hele tempelcomplex gaat. Het gaat om  het heilige der heilige, het heilige en om het brandofferaltaar dat net daar voor staat.  Daar waar de HERE op een bijzondere manier gediend werd  en waar de priesters hun dienst deden. Het gaat niet alleen om het gebouw of de ruimte. Het gaat ook om hen die daar van de HERE mogen zijn. Het gaat ook om hen die daar echt komen om de HERE te aanbidden. Hem de lof en de eer te brengen vanuit hun hart. Het gaat om hen die echt in liefde en geloof zich aan Christus hebben toevertrouwt als de Verlosser en God van hun leven. Het gaat hier om de gelovigen. Het is niet meer alleen de familie van Aaron die er als priesters mogen komen. Door Christus lijden en opstaan is ieder die met berouw over eigen zonden zich aan Hem toevertrouwt een priester! Jij mag in Gods huis komen en bij Gods huis horen door het geloof. Het geloof dat de Geest jou volgens Gods belofte wil geven. Al aan het begin van het boek Openbaring maakt de Here Jezus Christus ons duidelijk dat de gelovigen nu allemaal priesters zijn in dienst van God. We lezen dat in Openbaring 1:5,6 zo: “Hem, die ons liefheeft en ons uit onze ​zonden​ verlost heeft door zijn bloed – en Hij heeft ons tot een koninkrijk, tot ​priesters​ voor zijn God en Vader gemaakt – Hem zij de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden! ​Amen.”

De Geest maakt in onze tekst duidelijk dat wie in geloof leeft en dat samen met andere doet in liefde voor de HERE en Zijn Woord veilig is. Hoe de wereld ook tekeer gaat. Wat de verleidingen ook al zijn. Wie steeds weer teruggaat naar de gemeente waar het evangelie als het allerbelangrijkste wat bij het leven van de gemeente hoort verkondigd wordt. Laten we nooit zo over de gemeente praten dat we zeggen: Er wordt eigenlijk op zondag alleen maar het Woord verkondigd. Bedenk dat juist die zondagse kerkdiensten het hart van het gemeente-zijn zijn. Dat we daar en dan Gods stem horen en dat we dan samen Hem aanbidden is de kern van het gemeente zijn waar het andere uit ontstaat. Juist vanuit die trouwe verkondiging wil de HERE ons in de wereld van vandaag beschermen. Ons toerusten om als getuige van Hem in de wereld te staan en te blijven staan. Je ziet om je heen ook gebeuren dat waar niet meer de kerkdiensten, waar niet meer het luisteren naar het Woord van God en het vandaaruit aanbidden van de HERE centraal staat daar kwijnt het christelijke leven. Daar kom je al meer in de voorhof terecht waar je geen stand kunt houden.

Kijk maar eens mee. Je bent veilig als je je steeds weer laat voeden door Gods onfeilbare Woord, wanneer we samen dat Woord bewaren en groeien in de kennis van dat Woord en daarmee van de HERE zelf. Als dat maar geen verstandskennis blijft maar echt in ons leven brengt het volgen en dienen van de HERE met ons hart. Maar als je in de voorhof blijft staan, moet je het zonder Gods bescherming doen. We lezen namelijk in vers 2: “Maar laat de voorhof, die buiten de tempel is, erbuiten, en meet die niet; want hij is aan de heidenen gegeven; en zij zullen de ​heilige​ stad vertreden, tweeënveertig maanden lang.”

 

 

 

 

Je kunt op deze wereld een toeschouwer zijn. Je kunt een geïnteresseerde zijn. Je kunt iemand zijn die gelovig is opgevoed.   Je hebt in de kerk en op catechisatie vanuit de Bijbel Gods boodschap en ook Zijn beloften voor jou gehoord. Toch kan het zijn dat je als toeschouwer blijft leven. Het blijven dingen op een afstand. Het kan zijn dat je nu in een periode van je leven zit waarin je  wel in de kerk komt. Wel zegt dat je gelovig wilt zijn maar als je eerlijk bent is het geloof een ding. Het is iets dat ook een deel van je leven is. Maar het is niet dat de HERE je alles is. Dat je leven in de eerste plaats leven met Christus is als je Heer en Verlosser. Hij is voor jou niet de belangrijkste in je leven. Op sommige momenten kan het geloof, kan God je ontroeren maar in het gewone leven is Hij het niet voor wie je leeft en tot wie je bidt: Here leer me ook vandaag in het leven in alles Uw wil te doen. Wanneer je deze dingen jong of oud in je eigen leven herkent, sta je in die voorhof. Dat is een heel gevaarlijke plaats. Als je daar niet uit komt en niet de echte tempel binnen stapt om de HERE

te aanbidden, je leven met je hart aan Hem toe te vertrouwen. Als je dat niet doet dan komt het niet goed. Kijk maar met mij mee in vers 2: “Maar laat de voorhof, die buiten de tempel is, erbuiten, en meet die niet; want hij is aan de heidenen gegeven; en zij zullen de ​heilige​ stad vertreden, tweeënveertig maanden lang. “

Wie in de voorhof blijft hangen, zet zichzelf buiten Gods bescherming. Zonder die bescherming, zonder het werk van de Geest in je hart en leven houd je het niet vol in geloof. Dan is het de wereld, dan zijn het de heidenen die je zo beïnvloeden dat je het niet bij het echte geloof, bij de tere omgang met de HERE  volhoudt. Dan is het de wereld van vandaag die met al haar gevoelens, meningen en invloeden zo op je afkomt dat je met de wereld meegaat en niet het evangelie, het Woord van God zoals de HERE het geeft blijft volgen. Dan ga je je aanpassen aan de wereld, dan gaat je zondige hart zich al meer gesterkt voelen en komt er al meer een leven zonder Christus. De wereld neemt iedereen in beslag die niet schuilt bij de HERE zelf. Die niet om Christus werk echt om vergeving vraagt. Die niet zegt: Here help me, geef mij Uw Geest want alleen zo kan ik het volhouden in een leven met U. Over welke tijd spreken we dan? We lezen over een tijd van 42 maanden. Dat staat gelijk aan 3,5 jaar en 1260 dagen. Hier zou veel over te zeggen zijn maar ik houd het nu kort. Dat is de tijd van Christus hemelvaart tot Zijn terugkeer. Tot Christus is het eerste deel van de tijd van het leven van de mens op deze aarde. De tijd wordt vol, dat drukt het getal 7 uit als ook de tijd van Christus hemelvaart tot Zijn terugkeer vol is volgens Gods plan. Het gaat hier dus echt om ons! Wij leven in deze tijd. De HERE roept jou op om niet in de voorhof te leven maar in de tempel. Echt met Hem als je grote Geliefde en God.  Dan kun je midden in deze wereld staan en getuigen want dan beschermt Hij als de Almachtige je. We zien daar iets van in het tweede punt.

 

2.  Want de Geest geeft daarvoor de kracht

 

 Ik ga nu op een deel van vers 3,4 in. Een ander deel komt in de volgende preek anders wordt de preek erg lang.  De kerk zal tot Christus wederkomst leven in een omgeving waarin er tegenstand, verleiding en vijandschap zal zijn. In verschillende tijden op verschillende manieren. We leven in ons land op dit moment als christenen als een minderheid. Die minderheid is nog kleiner als je er op let hoeveel christenen   werkelijk willen leven volgens Gods onfeilbare Woord. Echt willen geloven en daaruit leven wat de HERE in de Bijbel zegt.  Bedenk dan wel dat de gemeenten aan wie Christus het boek Openbaring in eerste instantie schrijft een nog veel kleinere minderheid in de samenleving waren. Hoe kun je kerk zijn in zo’n omgeving? Is dat niet onmogelijk? Kun je je dan niet beter terugtrekken achter de kerkmuren en achter de deur van je eigen huis?

Nee, dat mag niet en dat is niet nodig. De Heilige Geest maakt dit duidelijk in vers 3,4. Christus laat zien dat Hij in deze omstandigheden twee getuigen de opdracht geeft om te profeteren! Bij die twee getuigen moeten we denken aan de kerk van Christus. In het bijzonder de ambtsdragers die geroepen zijn om leiding te geven. Ook leiding te geven in het toerusten van de gemeente om echt getuigen van Christus in de wereld te zijn. Om werkelijk de gemeente te leren niet in huis te blijven zitten en niet alleen met elkaar in de gemeente over Christus en het leven met Hem te praten. Nee, wees Gods getuige in de wereld van vandaag. Laat uitkomen dat je een christen bent, dat Christus in jouw leven boven alles staat en dat jij het leven met Hem bij iedereen aanbeveelt. Dat je laat zien en horen dat het leven niet ophoudt bij het hier en nu. Dat het nepnieuws is als mensen zeggen dat er niet meer is dan wij zien en daarom God dood verklaren. Het gaat hier om het getuigenis van Christus dat de wereld wordt ingebracht. Daarom is hier ook sprake van 2 getuige. De kerk van Christus moet volgens het Woord spreken. Ze moet daarin eensgezind zijn. Het Woord naspreken. Dan klinkt het getuigenis dat waar is. We lezen in Deut 17:6 het volgende: “Op de verklaring van twee of drie getuigen zal de ter dood veroordeelde ter dood gebracht worden; op de verklaring van één getuige zal hij niet ter dood gebracht worden.”

Wat is de boodschap die Christus’ kerk in de wereld moet brengen? Dan moet je er op letten dat we in vers 3 van deze getuigen lezen dat ze “met een zak bekleed” zijn.  Dat wijst er op dat ze rouwkleding aan hebben. Ze verkondigen het blijde evangelie maar laten daarbij niet weg dat er berouw, verdriet over eigen zonden nodig is. Dat het nodig is om met het verkeerde volgens Gods eigen Woord te breken.  Die oproep moet met liefde en bewogenheid gebracht worden. In onze tijd wordt door velen gezegd dat je over bekering en over zonden moet zwijgen als je als kerk en als christen in deze wereld staat. Daarmee zou  je de mensen alleen maar afschrikken. Dat dit afschrikt zal zo zijn want ons zondige hart wil dit niet horen. Als we niet meer oproepen tot bekering in de kerk en daar buiten zijn we het echte evangelie kwijt. Als we niet meer samen ook voor onszelf de zonden aanwijzen verkondigen we niet het echte evangelie. Daarbij moeten we bedenken dat dit niet mag betekenen dat we verongelijkt tegen mensen moeten zeggen dat ze niet moeten doen waar ik niet van houd en daarbij dan ook nog de opmerking dat het niet christelijk is. Dan lijkt het alsof mensen alleen om jou of ons dingen moeten laten. Het gaat om echt profeteren, om echt het evangelie brengen. Waarbij het er niet om gaat dat het vroeger beter was, dat we alleen conservatief willen zijn. Nee, het gaat er om dat we vanuit de liefdesband met de HERE de mensen om ons heen willen trekken tot Christus. Dat ze gaan zien wie de Drie-enige God is en dat we ze met liefde de weg wijzen naar Christus. Om zo niet door Gods straf getroffen te worden maar Zijn liefde en genade te krijgen. Dat vraagt om bewogenheid. Dat wil de Geest ons geven. Het gaat niet om ons maar om de HERE en om verloren zondaren waarvan we niets liever zien dan dat ze door Christus gered worden. Ook als dat tegenstand oproept. De Geest wil ons daarvoor de liefde geven. Ook de kracht om dit te kunnen doen en liefdevol ondanks verachting en vijandschap te kunnen doen. Laten we zo als gemeente en ook zelf in de wereld staan. Volgende keer meer over de Geest die daarvoor geeft wat nodig is en wat we dan te verwachten hebben. Heerlijk door Gods kracht kunnen we verder als gemeente en als gelovige wat er ook gebeurt.

 

AMEN