Pinksteren (2017) Preek over Handelingen 2:18 Pinksteren is uitgieting van Gods Geest

Pinksteren (2017) Preek over Handelingen 2:18 Pinksteren is uitgieting van Gods Geest

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 89:1,7

Lezing van de wet

Gezang 27:1,5,9

Gebed

Schriftlezing: Handelingen 2:1-21

                      1 Samuel 13:19-22

Gez  26:1,5

Collecte

Psalm 9:7,8

Tekst: Handelingen 2:18b

Preek

Psalm 119:3,18

Dankgebed

Psalm 148:4,5

Zegen

 

Gemeente waarin de Heilige Geest woont,  broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Jongens en meisjes jullie weten wat een leger is. Als je soldaat bent,  heb je wapens nodig. Wie soldaat  zonder wapens is, gaat de oorlog verliezen. Wat gebeurt er als het ene land of het ene leger het andere overwint?  Dan zorgen ze ervoor dat de soldaten die verloren hebben hun wapens inleveren. Dan doen ze er alles aan om er voor te zorgen dat de mensen die in het overwonnen land leven geen wapens meer hebben. We hebben daarvan ook een voorbeeld in de Bijbel gelezen.

Dat was in de tijd van Samuel. De Filistijnen waren eigenlijk de baas in Israël. Zij hadden ervoor gezorgd dat de Israëlieten geen wapens meer hadden. Zij waren ontwapend. De Filistijnen waren heel slim geweest. Ze zorgden ervoor dat er geen smid meer in het land Israël was. Een smid was in die tijd in staat om wapens te maken. Sterke wapens voor die tijd. Als er geen smid was kon dat ook niet gebeuren. De Filistijnen wisten dat de Israëlieten voor het werk op het land ook een smid nodig hadden. Om het gereedschap te maken of repareren wat er voor dat werk nodig was. Ook daarvoor moesten de Israëlieten naar de Filistijnen gaan en dan moesten ze duur betalen. De Filistijnen verrijkten zich aan de Israëlieten. Ze zorgden ervoor dat de Israëlieten niet veel geld konden sparen waardoor het mogelijk zou zijn om wapens te kopen. De Filistijnen zorgden ervoor dat Gods volk machteloos bleef.

Je ziet hier hoe belangrijk het is dat je wapens hebt, dat je een goed leger hebt want anders kunnen anderen met je doen wat ze maar willen. Dat is niet alleen zo in de wereld van landen en legers. Dat is ook zo als we aan het leven als gelovigen, als kerk, als individuele gelovigen denken. Wanneer je je  door de wereld laat ontwapenen. Dat gebeurt als we onze laten meetrekken in een wereld waar het denken aan jezelf,  leven voor jezelf en je eigen plezier de boventoon voert. Als we heel slordig in ons gebedsleven worden. Als we de Bijbel als het Woord en het zwaard van de Geest niet meer als het beslissende Woord in ons leven eren. Als we niet meer intensief met de Bijbel als Gods eigen Woorden waarin Hij ons persoonlijk aanspreekt, omgaan. Het is juist de Geest die ons leert om  Gods eigen Woord intensief te gebruiken. Om echt als gelovigen te leven en te spreken. Om openbaar ons geloof niet alleen vandaag maar ook elke dag in deze wereld te belijden. We zien daarvan iets als we samen luisteren naar wat de Geest tegen ons zegt in Hand 2:18.

Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus onder het thema:

 

PINKSTEREN IS UITGIETING VAN GODS GEEST

 

  1. over al Zijn dienaren
  2. om te profeteren

 

  1. Over al Zijn dienaren

 

De leerlingen van de Here Jezus krijgen op de Pinksterdag met een zware beschuldiging te maken. Ze zouden daar als een stelletje dronkenlappen vroeg in de morgen voor de mensen staan.  Je ziet hier een tactiek die de duivel vaker gebruikt. De leiders van de Joden brengen een heel ernstige beschuldiging tegen Jezus leerlingen in. Ze proberen hen verdacht te maken. Vaak is het zo dat als zelfs zo’n beschuldiging niet waar blijkt te zijn mensen afstand van íemand houden. Het vertrouwen is verminderd want misschien is er toch iets van waar. De HERE zorgt ervoor dat op deze duivelse beschuldiging die het evangelie wil ontkrachten meteen gereageerd wordt. Petrus reageert geïnspireerd door de Heilige Geest meteen op deze beschuldiging. Hij doet dit met en uit liefde. Hij wil niets liever ondanks de beschuldiging dat ook deze mensen Christus als hun Redder leren kennen. Leven met Hem als hun God en Koning.

Dan komt daar eerst een heel nuchtere opmerking. Een opmerking die duidelijk moet maken dat de ingebrachte beschuldiging wel heel onwaarschijnlijk is. Het is nog vroeg op de dag. Ongeveer 9 uur in de ochtend. Dan is het niet erg waarschijnlijk dat een hele groep mensen lallend in het openbaar anderen aanspreekt. Daarna volgt een argument dat nog veel meer kracht heeft. Dat ook Gods eigen Woord laat spreken en werkelijk licht werpt op wat op de Pinksterdag echt gebeurt. Wie goed kijkt ziet hier maar niet een paar mensen bijzondere dingen zeggen, die ziet ook niet een paar bijzondere dingen gebeuren: geluid van een geweldige wind,  een soort vuur op de hoofden van Jezus leerlingen zonder dat er iets verbrand. Nee, er gebeurt zoveel meer! Dat zie je al aan die vuurtongen! Waaraan laat dat vuur op de discipelen dat niet verbrandt mensen die de Bijbel kennen,  denken? Aan Mozes die een struik zag branden en toen hij dichterbij kwam zag hij dat die struik niet bezig was te verbranden. De HERE liet toen aan Hem zien dat Hij daar op een heel bijzondere manier aanwezig was. Zie Ex 3.

De HERE is op deze Pinksterdag op een heel bijzondere manier in Jeruzalem bij Jezus leerlingen aanwezig. Hij doet hier een heel bijzonder werk.  Hij maakt duidelijk dat er een echt nieuwe periode in de geschiedenis aangebroken is. De periode waarin Hij doet wat Hij o.a. in Joel 2:28-30 beloofd heeft. De periode waarin de Heilige Geest over Gods volk in alle rangen, standen en leeftijden uitgegoten wordt. Petrus haalt de profetie uit Joel 2 aan en zegt: Mensen kijk dit is er wat er nu echt gebeurt. Waarvan de HERE gezegd dat het in aan de einde van de tijden of in de laatste dagen zal gebeuren. Wat is nu de periode van de einde van de tijden? Dat is de periode van Jezus hemelvaart tot aan Zijn terugkeer op de wolken. Het is de tijd dat Gods volk vanuit het volbrachte verlossingswerk onder de regering van die Verlosser uit de hemel op aarde leeft. Het is de periode waarin de duivel alleen de aarde nog als werkterrein over gehouden heeft en daarom met al zijn kracht zich tegen Christus kerk zal keren. In die tijd hebben we God hulp en kracht nog meer nodig om in liefde voor Hem te kunnen leven en blijven leven. Juist daarom geeft Hij dan in geweldige overvloed, Hij giet uit!, de Heilige Geest aan Zijn kerk. Hij giet zijn Geest dan uit over “alle mensen” over “zonen en dochters” over jongelui en over oude mensen over eenvoudigen en geleerden.  Dat uitgieten laat zien dat het nu in een overvloed gebeurd die er tot dan toe niet was. Waarin ligt nu die overvloed van Heilige Geest in de tijd na Pinksteren?

Die ligt daarin dat de Geest op een bijzondere manier over heel de kerk uitgestort is. Ook in de tijd van het Oude Testament was het de Heilige Geest die mensen tot liefde voor de HERE en Zijn Woord bracht. Ook toen was het de Geest die mensen bij dat leven in liefdevolle gehoorzaamheid aan de HERE bracht. Ook toen zorgde Hij voor het geloof in het leven van de kinderen van God. Daarin ligt het verschil van voor en na Pinksteren niet.

Toch is er een groot en voor ons heerlijk verschil. Een verschil dat je ook op de Pinksterdag toen in Jeruzalem heel duidelijk  zag. Dit is dat de Geest nou niet meer alleen mensen tot geloof in de HERE brengt. Mensen niet meer alleen de HERE als hun God laat volgen. Het is niet meer zo dat alleen enkele leiders in staat zijn om met het evangelie de weg te wijzen. Zo was het in de tijd van Israël als Gods volk. Toen waren het vooral de koning, de priesters, de profeten, de leiders die openlijk met het evangelie de weg wezen. We zien dit vandaag nog altijd in de leer van de Rooms-katholieke kerk. Het zijn eigenlijk alleen de priesters die de Bijbel goed kunnen lezen en die daarin van de uitleg die de pausen gegeven afhankelijk zijn. Het was eeuwen voor de gewone gelovigen zelfs verboden om de Bijbel te lezen. Dat was voor hen een gevaarlijk boek. Juist daartegenover mogen wij o.a. met de kerk van de Reformatie belijden dat er de taak, het ambt van alle gelovigen is. Juist ook voor de kerk na de uitstorting met de Heilige Geest.

Het is gelukkig niet zo dat we eerst allerlei deskundigheid nodig hebben om Gods Woord te kunnen lezen. We hoeven niet eerst geleerden mensen, we hoeven niet eerst theologen te zijn om Gods eigen Woord te kunnen begrijpen. Om het echte evangelie daarin te lezen. Wij mogen het belijden en uitdragen dat Gods Woord een echte lamp is. Die ons de weg door het leven wijst. De weg van Christus, de weg van de vergeving van de zonden door hem. De Heilige Geest wil onze ogen zo verlichten dat we Gods eigen woorden begrijpen, dat we Gods eigen stem horen en dat we dat visioen echt zien, dat we dat heerlijke droomgezicht van het volle evangelie, van Zijn volle belofte zien.  Daarmee kun je niet zeggen dat iedereen in de kerk dezelfde taak gekregen heeft. Verder in het Nieuwe testament lezen we dat er verschillende soorten ambtsdragers zijn die daarin leiding en toerusting moet geven. We lezen dan ook van bepaalde dingen waaraan mannen die daartoe geroepen worden moeten voldoen. Zie 1 Tim 3; Titus 1 Zie in Titus een ook opdrachten voor gemeenteleden die geen ambtsdragers zijn. 

Dat is er niet alleen voor een stel ouderen, nee ook voor jullie jongelui. Oud en jong mogen na de uitstorting van de Heilige Geest heerlijk dromen van dat heerlijke evangelie, van dat machtige visioen. Niet alleen jullie jongelui maar ook jij die al veel ouder bent. Samen dromen dromen en visioenen zien. Dat betekent samen met zoveel vertrouwen naar de toekomst kijken. Waarom kunnen we dat doen? Niet omdat de Heilige Geest ons vandaag nog allerlei beelden laat zien die naast de Bijbel nieuwe openbaringen van God voor ons zijn. Wij hebben door het werk van Gods Geest de volle droom, het volle visioen gekregen. Gods volle openbaring voor ons. Zelfs het boek Openbaring dat ons zo heerlijk de toekomst laat inkijken, zo heerlijk dat de kerk daardoor tot in de moeilijkste tijd getroost mag zijn. Wij mogen daardoor ook weten dat als we in de Bijbel lezen, als we dat horen verkondigen we Gods profetie, God visioen waarvan wij mogen dromen lezen. Daarom lezen we in Openb 1: “Zalig hij, die voorleest, en zij, die horen de woorden der ​profetie, en bewaren, hetgeen daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.” Vs 3.

Dat heerlijk visioen, die heerlijke droom is de Bijbel, is Gods eigen woorden waaruit wij mogen leven. Om steeds weer bemoedigd te worden, om steeds weer op de goede weg gewezen te worden, om steeds weer getroost te worden, om steeds weer ondanks heel veel moeilijke dingen in je leven hoop op de toekomst te hebben, heeft God Zijn Woord gegeven. Heeft Hij Zijn Geest gegeven zodat jij daaruit zelf kunt leven, zelf daarin je  moed en blijdschap te vinden. Dan maakt het niet uit hoe oud je bent, wat voor beroep je hebt, wat je huidskleur is. Dan maakt het niet uit dat die mensen daar in Jeruzalem die over Gods grote daden spreken maar eenvoudige visserlui zijn. Dan zie je dat dat op zichzelf niet minder is als het woord van de Joodse leiders. Het gaat erom dat het het evangelie, de boodschap van Gods grote daden is die we horen en niet een eigengemaakt evangelie. Dat jij en ik in ons leven van elke dag in onze eigen omgeving kunnen getuigen van Gods grote daden is het geschenk dat God in de Heilige Geest op de pinksterdag aan Zijn kerk gegeven heeft. Daarvan mogen de belijdeniscatechisanten vanmiddag in de dienst getuigen. Als we lezen dat God de Geest over alle mensen uitgiet zijn dat alle gelovigen. Hij belooft dit aan ieder die knecht van God, die dienaar van Jezus Christus wil zijn. Die zijn of haar leven in dienst van Christus wil stellen. Die zegt: Here ik wil mij aan U verliezen, ik wil mijn schuld en zonden aan U belijden en met een nieuw leven door Uw Geest steeds weer beginnen. Mij laten leren door Uw Geest doordat Hij mijn hart zacht maakt voor Uw daden, voor Uw wil, voor Uzelf. Mij leert eigen eer aan de kant te schuiven en leert om tot Uw eer te leven, te getuigen. Zo komen we bij het tweede punt: om te profeteren

 

  1. Om te profeteren               

 

Het doel van de uitgieting van de Geest is dat de hele gemeente gaat profeteren! Je kan hier al zien dat dit profeteren niet hetzelfde is als wat de profeten in het Oude Testament doen en de gave van profetie die sommige de tijd van het Nieuwe Testament hadden. Van hen wordt apart vermeld dat ze profeten waren of de gave van profetie hadden. Dat was dus iets wat niet iedereen had. Het gaat hier om dit wat de Geest in elke gelovige wil geven.  Dus denk even terug naar eerder in de preek waar we zagen dat deze uitgieting van de Geest niet betekent dat dus iedereen geroepen kan worden om ambtsdrager te zijn.  Toch is elke gelovigen in de wereld na Pinksteren wel geroepen om getuigen van Christus midden in de wereld te zijn.

In de tijd dat de duivel met al zijn krachten zich tegen de gelovigen keert, sta je er niet alleen voor. De Geest wil zo overvloedig in je wonen, in je werken dat je tegen de aanvallen van de duivel in zelfs kunt en durft vertellen wie God is, wat Hij voor geweldigs gedaan heeft. Dat jij zelfs de moed en durf hebt om anderen uit te nodigen het evangelie te geloven, Christus te volgen, deel van Zijn kerk te worden. Dan is de Bijbel voor jou geen droog boek, dan is praten over wat de HERE in de geschiedenis gedaan heeft en nog gaat doen maar niet wat moeilijk gepraat. Nee, dan zie je daar je God en Heiland, dan zie je daarin die heerlijkheid van de goede Herder. De Herder die jouw Herder is. De Herder die Martine ertoe gebracht heeft om schaap van Hem te willen zijn.

Dat wil niet zeggen dat je leven altijd makkelijk zal zijn. Dat betekent niet dat je als in een droom boven alle verdriet en ellende verheven bent en dat niet voelt. Dat zegt ook niet dat je ongevoelig geworden bent voor de aantrekkingskracht van een werelds leven. Het betekent wel dat de Geest je steeds weer naar de Here, naar Christus als de goede Herder wil terugbrengen. Je steeds weer met kracht en liefde herinnert en wil laten binden aan wat we o.a. in Psalm 23:4,6  hebben gelezen: “Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want U bent bij mij; uw stok en uw staf, die vertroosten mij. Gij richt voor mij een dis aan voor de ogen van wie mij benauwen; U ​zalft​ mijn hoofd met olie, mijn ​beker​ vloeit over. 6Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven; ik zal in het ​huis​ des Heren verblijven tot in lengte van dagen.”

Dan leren we om ook elkaar in de gemeente op te bouwen. Dan leert de Geest ons om elkaar met Gods woorden, met Zijn daden te bemoedigen, te troosten, aan te sporen, lief te hebben, terecht te wijzen en dat vanuit de liefde van Christus. De Geest is over ons uitgegoten om dat te kunnen doen, omdat echt te doen. Om ons niet te laten ontwapenen maar met het zwaard van de Geest, Gods heerlijke Woord, te strijden. Te strijden in de kracht van de Geest voor Koning Christus. Te strijden samen met de gemeente, met Christus kerk en elkaar daarin te bewapenen. Dat onder leiding van de ambtsdragers en zo samen. Laten we alles weg doen wat in onze levens en tussen onze levens dat verhindert. Brand en woon zo in ons Heilige Geest. Zodat we profeterende gemeente zijn. Wee, ons als we in en met ons leven niet van Christus getuigen. Geloofd zij God om Zijn grote daden. Dat wie nu profeteert op weg is naar de dag waarin voluit door ons ervaren mag worden wat we in Jer 31:34 lezen: “Dan zullen zij niet meer een ieder zijn naaste en een ieder zijn broeder leren: Kent de Here: want zij allen zullen Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen, luidt het woord des Heren, want Ik zal hun ongerechtigheid ​vergeven​ en hun ​zonde​ niet meer gedenken.” 

 

AMEN