Votum
Vrede/Zegengroet
Psalm 31 : 1, 2
Lezing van Gods wet
Psalm 105 : 3, 19, 21
Gebed
Schriftlezing: Jakobus 5:13-20
1 Koningen 17:1-6
Psalm 107 : 11, 12, 13
Tekst: 1 Koningen 17:1 (Jakobus 5:17)
Verkondiging van het evangelie
Psalm 81 : 7, 8, 12
Dankgebed
Collecte
Psalm 115 : 1, 6
Zegen
Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes
Elia een mens zoals jij en ik. Zo spreekt de Heilige Geest daarover in Jakobus 5. Hij doet dat juist in verband met ons bidden. De Geest vertelt ons daar dat Elia om droogte heeft gebeden. Dat die droogte ook kwam. Meer dan 3 jaar. Dat Elia dat na zijn gebed ook aan koning Achab als oordeel van God kon vertellen.
Als je daarover nadenkt, roept dat wel vragen op. Dat leert ons ook dingen als het om ons eigen gebedsleven gaat. Daar komen we verder in de preek op terug. Denk er alvast maar even over na hoe jij het zou vinden wanneer ik in deze kerkdienst zou vragen in het gebed of de HERE tijden van grote droogte wil geven.
Wat zou je er van vinden als ik gebeden had dat een vaccin tegen het coronavirus nog maar jaren op zich zou laten wachten. Als ik gebeden had om een tijd van economische neergang, om een tijd waarin het leven in ons land een hele tijd erg onveilig zou worden. Ik denk dat als ik dat gedaan zou hebben een groot deel van jullie zich zou afvragen of ze het wel goed gehoord hadden. Dat je me na de dienst zou aanschieten of je het goed gehoord had of thuis was gaan naluisteren of dit echt gezegd was. Daarna zou er waarschijnlijk heel veel onrust en protest komen. Dat kan toch echt niet. Hoe kun je daar nu om bidden?!
Toch is het de profeet Elia dit zo bidt. Die bidt om droogte en daarmee om hongersnood in het 10 Stammenrijk. Hij bidt daarom voor een groot deel van het verbondsvolk. Hoe kan dat? Wat betekent dat voor ons vandaag? Juist als het om ons gebed gaat en om de verhoring er van wordt Elia ons in Jakobus 5 tot voorbeeld gesteld. Juist de kracht van het gebed wordt door het voorbeeld van Elia ons daar voorgehouden. Het gebed van Elia dat leidt tot droogte en hongersnood en meer dan 3 jaar later juist weer tot regen. Het zijn spannende en belangrijke vragen juist ook in de tijd waarin we leven. Laten we samen luisteren naar de verkondiging van Gods Woord vanuit 1 Koningen 17: 1 met als thema:
ELIA VERKONDIGT PLOTSELING GODS OORDEEL
1. Op het gebed
2. In opdracht van de HERE
1. Op het gebed
Jongens en meisjes ook jullie kennen vast wel Elia. De bekende verhalen van de man die bij een beek in leven wordt gehouden door de raven die de HERE stuurt. De man die naar een weduwe gaat en samen met haar zoontje van olie en meel leeft dat niet opraakt. De man die op de berg Karmel staat met 400 Baalpriesters. Elia spot met hun god Baal. Ze kunnen niet zorgen voor vuur uit de hemel. Elia bidt en de HERE geeft het vuur uit de hemel. De HERE laat zien dat Hij de enige God is die echt leeft. Elia is het die ook als er veel tegenstand en haat is Gods Woord aan de mensen brengt. Het is goed om samen eens goed te kijken naar wat de HERE ons door Elia, door Zijn optreden in dienst van God te zeggen heeft.
Ineens is Elia er. Ineens de man die de naam heeft die ook de belijdenis van zijn leven is. De naam Elia betekent namelijk: Mijn God is de HERE. Er klinkt een persoonlijke belijdenis in door. Er klinkt ook de belijdenis dat de HERE God is en geen ander!
Ineens staat deze man zonder enige aankondiging in het paleis van de koning in Samaria. Voor koning Achab. Achab is in die tijd een koning die respect bij andere koningen afdwingt. Hij doet het ook goed als het om het economische leven gaat. Je zou zeggen geen slechte koning. Toch staat er voor deze koning een man die diep verontwaardigd is over wat koning Achab doet.
Wat is de rede voor deze verontwaardiging, voor het diepe verdriet dat er bij Elia te vinden is? Dat is dat deze koning met zijn leven en regering de HERE meer tart en tergt dan alle koningen voor hem. We lezen dat in 1 Kon 16:30 zo: “Achab, de zoon van Omri, deed wat slecht was in de ogen van de HEERE, meer dan allen die er vóór hem geweest waren.” Tot nu toe hadden de meeste koningen van het 10 Stammenrijk officieel de HERE gediend. Wel op een verkeerde manier. Door in tempels buiten Jeruzalem met daarin beelden van kalveren die de HERE moesten voorstellen, te offeren. Heel duidelijk zonde tegen het tweede gebod. Achab gaat als koning nog een duidelijk stap verder. Hij gaat officieel met het volk de Baal en de Astarte dienen in een heiligdom dat hij laat bouwen. Zonde tegen het eerste gebod: ‘U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.’ Dat is vereer geen andere goden. Of zoals de HERE het zegt door Zijn profeet Jesaja: “Omwille van Mij, omwille van Mij doe Ik het,
want hoe zou Mijn Naam ontheiligd worden! Ik zal Mijn eer aan geen ander geven. Luister naar Mij, Jakob, Israël, Mijn geroepene: Ik ben Dezelfde, Ik ben de Eerste, ook ben Ik de Laatste.” Jes 48:11,12
Gods eer als de enige God staat in de tijd van Achab als nooit te voren op het spel onder Gods volk. Dat is het wat Elia als kind van God heel erg raakt.
We lezen in Jakobus 5 dat dit hem tot bidden dringt. Dat is ook van belang voor onze tekst. Het is namelijk heel opvallend dat we niet meteen lezen dat Elia geroepen is door de HERE en dat hij nu in opdracht van de HERE met deze woorden naar koning Achab komt. Geen enkele aankondiging. Je krijgt de indruk dat Elia vanuit Thisbe naar Jeruzalem is gekomen en dan het paleis instormt om direct door te lopen naar de troonzaal en daar Achab deze indringende boodschap te brengen. Wat moet deze man hier? Deze man die nog niet bekend staat als profeet van de HERE. Hoe is deze man met die opvallende naam Elia er toe gekomen om dit te doen?
Het is duidelijk dat Hij op het gebed hiertoe gekomen is. Eerst was er zijn gebed en op het gebed heeft de HERE hem duidelijk gemaakt dat Hij zijn gebed zou verhoren. Dat de inhoud van dit gebed ook Zijn boodschap voor koning en volk is. Elia was een mens zoals wij. Een gewoon mens.
Dat heeft ook voor ons vandaag een boodschap. Daaraan hebben wij onszelf ook te spiegelen. Hoe sta jij in de wereld van vandaag. Een wereld en een land waarin de afval van de HERE zo groot is en al groter lijkt te worden. Waarin nog velen het teken van de doop, van Gods verbond met zich meedragen maar Hem niet meer eren als de enige God. Die Christus niet volgen als de enige Verlosser van zonden en schuld en als de echte Heer en Meester van hun leven. Doet ons dat zeer? Of leven we daaraan voorbij? Zoeken we het bij onszelf en onze eigen kring, schuilen we in een hoekje weg en vragen we in ons gebed alleen dat wij het in ons hoekje nog goed en rustig zullen hebben? Is alleen bidden om rust en vrede voor onszelf een goede manier van bidden? Het is zo vertrouwd, het voelt vaak zo goed. Toch zien we bij Elia iets anders. We zien ook dat de HERE hem bevestigt in dat gebed.
Als we dan vanuit wat we over Elia lezen verder in de Bijbel kijken, zien we dat onze gebeden verder moeten gaan. Toegesneden op de tijd en de omstandigheden waarin wij leven. Gedragen door de liefde voor God en onze naaste. Liefde is zoveel meer en vaak zoveel anders dan elkaar een aai over de bol geven.
Elia ziet hoe de HERE niet meer de eer krijgt die Hij verdient. Hij ziet hoe het onder Gods verbondsvolk van kwaad tot erger gaat. De HERE is voor Elia de allerbelangrijkste. Het gaat om de eer van God. Het doet Elia heel zeer als hij ziet en merkt dat Baal en andere goden al meer de plaats van de HERE gaan innemen. Dat de HERE hoogstens nog ergens een bijrolletje mag spelen. Dat gaat Elia echt aan het hart. Dat roept verontwaardiging uit liefde bij hem op.
Een verontwaardiging zoals je die bijvoorbeeld leest in Psalm 78 over de voorvaderen die niet naar Gods woorden hebben geluisterd. De HERE heeft Zijn geboden niet voor niets gegeven. We lezen daar in vers 7,8: “zodat zij hun hoop op God stellen en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden in acht nemen, en niet worden als hun vaderen: een opstandige en ongehoorzame generatie,
een generatie die zijn hart niet richtte op God en van wie de geest niet trouw was aan God.”
Hoe moet je bidden in omstandigheden dat je de afval van de HERE al hoe meer ziet worden? Jouw en mijn eerste antwoord zal zijn dat we bidden dat de Geest mensen tot een ander leven brengt. Tot bekering. Dat is ook wat we moeten doen. Maar is dat alles? Is dat alles als we zien hoe ook ons land en volk al meer van de HERE afvalt? Als we zien dat al meer mensen, al zijn ze nog gedoopt en hebben Gods belofte nog gekregen leven voor heel andere dingen dan voor Christus. Mensen die zich er aan ergeren als er over zonden wordt gesproken. Misschien zeggen ze nog dat Jezus die heeft gedragen en daarom hoeven wij het er niet meer over te hebben. Mensen die al meer zijn gaan leven tegen Gods geboden in en al meer zijn gaan leven voor het hier en nu. Die daarom zelf willen uitmaken wanneer ze sterven. Op het moment dan jij vindt dat jouw leven voltooid is. Die vinden dat je allemaal je eigen waarheid moet kunnen hebben. Je moet zelf kunnen bepalen wat jouw normen zijn. Leven voor jezelf. Met vaak gezondheid of jouw eigen gevoelens als je eigen afgod. Je eigen vermaak en genot. Daarom niet moeilijk doen over drank en drugsgebruik, daarom niet moeilijk doen over de seksuele contacten die jij maar wil. Daarom niet moeilijk doen als jij je niet aan de regels wilt houden die andere en jezelf moeten beschermen in deze tijd. Ik moet kunnen doen wat ik wil. De HERE daarbij halen en de Bijbel daar moet je mee ophouden.
Dit vinden we bij de meerderheid van een volk waaraan de HERE zich zo duidelijk heeft laten zien. Waarin Gods Woord zo duidelijk geklonken heeft. We zien de afval. Doet dat je zeer? Dan bedoel ik niet in de eerste plaats dat je het jammer vindt dat we nu nog met zo weinig zijn die vanuit Gods Woord denken en leven. Dat dit je meerdere keren beklemt. Is er bij jou het diepe besef en ook het diepe gevoel van ontferming omdat je mensen de weg naar de eeuwige dood ziet gaan? Is er bij jou en mij boven dat alles uit het besef dat de HERE die alle eer en liefde waarde is aan de kant geschoven wordt? Hoe verschrikkelijk dat is? Niet om daarop te reageren met geweld. Dat komt ons nooit toe! Dat is aan de HERE als de Almachtige zelf.
De dingen van de wereld, van het hier en nu worden op God plaats gezet. Ook door mensen die zich kerkmensen noemen en het geloof beperken tot het leven hier en nu en niet weten of er wel leven na de dood is. Het volk Israël schoof de HERE aan de kant. Als nog maar een klein godje. Als je oogst wilde hebben, als je wilde leven, als je kinderen wilde hebben dan moest je bij Baal en Astarte zijn.
Dan bidt Elia uit liefde voor de HERE maar ook voor de mensen om hem heen om Gods straf. Om zijn oordeel. Laten we goed bedenken dat Elia dat ook doet vanuit Zijn eerbied en liefde voor zijn volksgenoten, voor hen die samen met hem bij Gods verbond horen. De HERE heeft in Zijn Goddelijke wijsheid namelijk gezegd dat als Zijn volk niet luistert Hij met Zijn straffen zal komen die een klop van Hem op hun hart zijn. Als ze niet willen luisteren dan moeten ze voelen om te merken hoe de HERE nog met hen bezig is. Ook als daardoor dat deel van het volk dat wel als Zijn kinderen leeft getroffen worden. Zij zullen dat begrijpen en kunnen dan juist aan de anderen laten horen hoe de HERE op hun hart klopt, hoe Hij nog waarschuwt en tot bekering oproept. Dat ook geen regen en dus geen oogst daarvan deel uitmaken lezen we o.a. in Deuteronomium 11: “En het zal gebeuren, wanneer u nauwgezet luistert naar mijn geboden die ik u heden gebied, door de HEERE, uw God, lief te hebben en Hem te dienen met heel uw hart en met heel uw ziel, dat Ik regen voor uw land zal geven op zijn tijd, vroege regen en late regen, zodat u uw koren, uw nieuwe wijn en uw olie kunt inzamelen. Ook zal Ik gewas op uw veld geven voor uw dieren; en u zult eten en verzadigd worden.
Wees op uw hoede dat uw hart niet verleid wordt, zodat u afwijkt, andere goden dient en u voor hen neerbuigt. Anders zal de toorn van de HEERE tegen u ontbranden en zal Hij de hemel sluiten, zodat er geen regen meer zal zijn, de aardbodem zijn opbrengst niet meer zal geven en u spoedig verdwenen zult zijn uit het goede land dat de HEERE u geeft.” Vs 13-17
Elia bidt volgens Gods eigen Woord! De HERE maakt duidelijk aan Elia dat zijn gebed verhoord wordt. Daarom kan Elia nu als profeet van de HERE met de boodschap van geen regen en dus droogte naar Koning Achab. We zien dat in het tweede punt.
2. In opdracht van de HERE
Elia staat ineens voor koning Achab. Zonder aankondiging. Zonder verdere kennismaking met deze man. Alleen de vermelding waar hij vandaan komt. De Geest vraagt nu alle aandacht voor Elia als profeet en voor de boodschap die hij namens de HERE brengt. Achab moet heel goed weten wat Elia komt doen.
Koning u moet heel goed bedenken dat ik, Elia kom namens de HERE. De God van Israël. De HERE is Israëls God en niet Baal en Astarte. Geen enkele andere god hoort bij Gods eigen volk. Het is de HERE die leeft. Hij is de levende God. Al die andere goden zijn namaak, zijn kitsch. Ze lijken in de gedachten van mensen heel wat maar in werkelijkheid is het een en al duivels bedrog. Elia is niet zomaar een man die met zijn eigen boodschap komt. Het is niet een of andere pias die nu eenmaal gekke ideeën heeft. Hij is het die voor Gods aangezicht staat. Hij staat hier op het gebed als knecht van God met Gods eigen boodschap. Hij staat voor de ogen van de enig levende God in Zijn dienst. Hij staat als de boodschapper van de Almachtige tegenover de menselijke koning Achab. Hij is het die hier de droogte die er al is verklaart en de droogte die komt aankondigt. We lezen in de Bijbel dat er vanaf deze aankondiging 3 jaar droogte komt. We lezen ook dat deze droogte 3 en half jaar geduurd heeft. Dat is als je let op wat er aan hand is heel duidelijk te verklaren. We moeten bedenken dat er al droogte was. Dat kwam wel vaker voor. Vooral als er de periode was dat het land alleen van de dauw afhankelijk was. Dan kwam de dauw niet en duurde het langer voordat de vroege en late regen kwam. Dat betekende volgens het geloof in Baal dat Baal nog sliep of nog dood was. Dat duurde wat langer dan normaal. Het was nodig dat zijn zus Anat hem weer wakker zou maken of tot leven brengen. Dan kon Baal die voor de regen zorgde dat weer doen. Elia laat na een half jaar droogte zien dat Baal niets met regen en vruchtbaarheid te maken heeft. Hoeveel offers ze in Samaria ook voor hem zullen brengen en hoe hard ze ook naar Baal zullen roepen en Anat te hulp roepen er zal niets gebeuren. Tot het moment dat Elia als knecht van God weer om regen zal bidden. Wanneer het volk de HERE weer als de enige God erkent. De HERE laat zien dat Hij echt de God is die over alles gaat. Er is geen andere God! Je bent voor je hele leven afhankelijk van hemen hem alleen. Hij alleen verdient de eer en liefde voor het leven dat Hij ons gegeven heeft.
Die boodschap moeten we niet alleen uitdragen maar ook op onszelf toepassen. Hoe denken wij en leven wij als het om oogst, regen en droogte gaat? Hoe denk jij en leef jij als het gaat om je gezondheid, je opleiding, je werk, je loopbaan enz. Leg je dat echt met je hart aan de HERE voor en weet je je daar bewust afhankelijk van Christus. Of leef je alsof je daar zelf wel voor zorgt? Bouw je op jouw zogenaamd sterke kanten, jouw talenten of bouw je werkelijk op de HERE!
Het is de Geest die door Elia laat zien dat buiten de HERE om niets en niemand voor regen, voor vruchtbaarheid, voor wat je nodig hebt in het leven kan zorgen. Je moet bij Christus zijn als de Verlosser voor je schuld en zonden, je moet bij Hem zijn als de Heer over je hele leven. Niet bij heer Baal, niet bij Heer jouw eigen talenten, niet bij Heer eigenkracht en vermaak. Je moet bij de enig levende Heer zijn: Jezus Christus.
Dat leert ons om echt voor Gods ogen te willen leven. In alles en altijd. Als je dat niet doet ben je bezig om een afgod te dienen. Als jij en ik het op bepaalde momenten in ons leven niet meer weten, als we in de knel komen wat is het dan belangrijk om het in het gebed bij de HERE te zoeken. Wat is het belangrijk om je niet bij de theorieën en gedachten van onze eigen tijd aan te sluiten. Om niet in je eigen kracht te willen staan maar in Gods kracht. Dan leer je in je leven om elke dag te bidden als onderdeel van de wapenrusting die de Here ons wil geven: “En neem de helm van de zaligheid
en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord, terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen.” Ef 6:17,18
Dan betekent het gebed dat Gods naam geheiligd wordt en Gods koninkrijk komt ook dat je bidt om Gods oordeel als waarschuwende stem die mensen nodig hebben. Dat zie je ook gebeuren in Openbaring 8: “En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan. Aan hem werd veel reukwerk gegeven, opdat hij dat samen met de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar vóór de troon zou leggen. En de rook van het reukwerk steeg, met de gebeden van de heiligen, uit de hand van de engel op tot vóór God. En de engel nam het wierookvat en vulde dat met het vuur van het altaar en wierp het op de aarde, en er kwamen stemmen, donderslagen, bliksemstralen en een aardbeving.” vs 3-5
Laten we bidden om wat nodig is voor wie al meer van Christus weggaan, laten we bidden dat als dat in jouw eigen leven gebeurt de HERE komt met moeilijke dingen als we dat nodig hebben. Om weer of voor het eerst echt met Christus te leven. Dan vragen we om Gods oordeel om de ogen en harten van mensen en ook van onszelf te openen. Ook dat hebben we nodig.
AMEN