Preek: Markus 15:26 Jezus veroordeeld tot het kruis

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 100: 2,3

Lezing van Gods wet

Psalm 22:3,4,5

Gebed

Schriftlezing: Marcus 15:1-32

Psalm 22:6,7,8

Tekst: Marcus 15:26

Preek

Gezang  14:1,2

Dankgebed

Collecte

Gezang 18

Zegen

 

Geliefde gemeente van onze Verlosser Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Mensen kunnen je te schande zetten. Het kan gebeuren dat mensen tegenover anderen dingen van jou zeggen die bij die anderen wantrouwen of zelfs afkeer van jou veroorzaken. Iemand kan van jou dingen vertellen en je beschuldigen terwijl het niet waar is. Als dat gebeurt word je aan de schandpaal geslagen. Het ergste is dat  nog als je  niet kunt reageren. Dan moet een mens lijden. Wat kan dat zeer doen. Wat kan dat je leven bitter maken en verlammen. Onrecht lijden is een van de moeilijkste dingen voor een mens.

De Here Jezus hangt nu aan zo’n schandpaal. Hij is na gemarteld en bespot te zijn aan het kruis gehangen. Er zijn van Hem slechte dingen gezegd terwijl die helemaal niet waar waren. Dan wordt het hangen aan het kruis ook nog het openlijk hangen aan een schandpaal. Want wat was de gewoonte en  wat gebeur hier? Er komt een bordje bij het kruis waarop staat waarom deze man de kruisdood moet sterven. Soms moesten de veroordeelden dat bordje om hun nek dragen en soms werd zo’n bordje op het kruis zelf of vlak er langs opgehangen. Iedereen kan nu lezen waarom Jezus officieel deze vreselijke straf gekregen heeft. Hier hangt Jezus de rebel. Hier hangt Hij die de koning van de Joden wordt genoemd. Hij die volgens de beschuldiging een heel gevaarlijke man was. Een gevaar voor de samenleving. De Here Jezus wordt hier vals beschuldigd en wordt hier ook als een minderwaardig mens behandeld. Dit terwijl er niemand zo trouw en rechtvaardig is als Hij. Dit terwijl Hij de Zoon van God is. Hij is de Koning van de wereld. Wat wordt de Here Jezus met deze beschuldiging een pijn gedaan! We zien hier iets van als ik jullie het evangelie onder het volgende thema verkondig:

 

 JEZUS VEROORDEELD TOT HET KRUIS

 

  1. als opstandeling
  2. als gedegradeerde koning

 

  1. Wie is de Here Jezus eigenlijk? Wie is die man die daar tussen twee moordenaars aan het kruis op Golgotha hangt? Het bordje bij het kruis zegt: een gevaarlijke rebel. Een man die de macht in het Joodse land naar zich toe wwilde trekken. De man die in Israël de koningsmacht wilde grijpen.

Dat is ook de beschuldiging die Zijn eigen broeders bij de Romeinse stadhouder Pilatus tegen Hem hebben ingebracht.  Je ziet hier de geweldige oneerlijkheid die de Here Jezus treft. De Joodse leiders hebben de Here Jezus helemaal niet tot de dood veroordeeld omdat Hij de macht in het land zou willen grijpen. Dat weten ze ook heel erg goed. Ze zijn bang voor Jezus omdat ze  bang zijn de geestelijke leiding over het volk aan Hem te verliezen. Hij die met gezag de mensen leert wie God is en wat Gods wil is. De reden waarom zij Hem tot de dood veroordeeld hebben is dat Hij zichzelf als de Zoon van God gepresenteerd heeft. Als God die mens geworden is. Die op deze aarde gekomen is als de door God beloofde Verlosser. Ze hebben Hem tot de dood veroordeeld omdat Hij volgens hen God gelasterd heeft. Wat moet dat Jezus pijn gedaan hebben. Niemand leeft zo in liefde met God en niemand is zo innig aan Vader in de hemel verbonden als Hij. Je kunt je het een heel klein beetje voorstellen als je er aan denkt dat iemand jou er van beschuldigt dat jij die persoon haat van wie je het meeste op deze wereld houdt en voor wie je ook echt leeft. Wat hebben de leiders van de kerk de Here Jezus op het hart getrapt. En dan gaan ze naar Pilatus. Ze willen Jezus dood hebben. Dat is hun doel. Het doel heiligt dan volgens hen de middelen. Broeders en zusters, jongens en meisjes bedenk heel goed dat dat nooit zo is. Dat de HERE het vanuit zijn hart haat als we oneerlijke dingen zeggen of doen omdat we dan het volgens ons goede doel bereiken. Al zou het echt een goed doel zijn mogen we nog nooit middelen gebruiken die in Gods ogen niet goed zijn. Zo mogen we in de kerk ook nooit met elkaar omgaan en over elkaar spreken! Ook nooit negatieve dingen over anderen zeggen als we dingen niet zeker weten en niet zelf met de ander gesproken hebben.

De Joodse leiders weten heel goed dat Pilatus Jezus niet tot de dood zal veroordelen als hij merkt dat het verschil over godsdienstige zaken gaat. Ze moeten bij Pilatus met een andere beschuldiging komen. Ze moeten met iets komen dat volgens het Romeinse recht de doodstraf waard is.  Dan komen  ze met de beschuldiging dat Jezus de koning van de Joden wil zijn. Dat Hij het volk tot opstand tegen de Romeinen zou opzetten. Je ziet ook in het Marcusevangelie dat dit beschuldiging is waarop Pilatus de Here Jezus ondervraagd. Kijk maar eens in ons hoofdstuk bij vers 2,9,12:

“En ​Pilatus​ vroeg Hem: U bent de ​Koning​ van de ​Joden? ….. En ​Pilatus​ antwoordde hun: Wilt u dat ik de ​Koning​ van de ​Joden​ voor u loslaat? ….. En ​Pilatus​ antwoordde opnieuw en zei tegen hen: Wat wilt u dan dat ik met Hem doen zal Die u de ​Koning​ van de ​Joden​ noemt?” Let ook op de spot die de soldaten van Pilatus met de Here Jezus drijven: “Gegroet, Koning van de Joden!” vs 18

Het was echt een heel minne, smerige, ja zelfs een duivelse streek om deze beschuldiging tegen de Here Jezus in te brengen. Wat was de kerk van het Oude Testament, wat was het verbondsvolk diep gevallen door zo de leugen te gebruiken tegen de zondeloze Jezus. Wat zijn leugens vreselijke wapens zelfs in de kerk. Als er een was die had laten horen en zien dat Hij geen koning wilde zijn die een opstand tegen de Romeinen wilde ontketenen was het de Here Jezus. Hij had steeds weer laten zien dat Hij daarvoor niet was gekomen. Als Zijn tegenstanders er voor willen zorgen dat Hij zich in die richting zal uitspreken maakt de Here Jezus duidelijk dat het niet zo is!  Dan komen de Joodse leiders met de vraag of het toegestaan is om belasting aan de Romeinse keizer te betalen. Dan neemt Jezus een geldstuk en wijst erop dat daarop het hoofd van de keizer staat. Dan zegt Jezus: “Geeft dan de ​keizer​ wat van de  keizer is, en God wat van God is.” Marc 12:17.

Ook als het Joodse volk de Here Jezus tot hun koning wil maken om zo de Romeinen het land uit te krijgen, weigert Jezus dat. Hij heeft op een bepaald moment een geweldige aanhang. Dan lezen we in Joh 6:15: “Omdat ​Jezus​ nu wist dat zij zouden komen en Hem met geweld mee zouden nemen om Hem ​koning​ te maken, trok Hij Zich opnieuw terug op de berg, Hij Zelf alleen.” HSV

Ook na Zijn triomfantelijke intocht in Jeruzalem maakt de Here Jezus duidelijk dat Hij niet gekomen is om nu een aardse koning te worden. Velen keren zich dan heel teleurgesteld van Jezus af. Een ding is duidelijk dat het een smerige leugen is dat Jezus een opstandeling zou zijn. De leugen heerst in de kerk. De kerk roept de wereld met een leugen te hulp om de enige rechtvaardige en zondeloze mens aan het kruis te krijgen. Dood te krijgen. De vader van de leugen: de duivel wint het in de kerk. Verschrikkelijk!

Dat moet de Here Jezus hier ondergaan! Dat moet Hij hier lijden! Zonder als een opstandeling dat lijden als oneerlijk van Zich af te schudden! Want oneerlijk was het! Het kon niet oneerlijker tegenover de zondeloze mens Jezus Christus. Laten we dan nu even niet naar de Joden van toen kijken maar naar onszelf. Zijn wij beter dan de Joden van toen? Probeer jij altijd op een eerlijke manier voor elkaar te krijgen wat je zelf wilt? Ga ja dan altijd heel teer en liefdevol met de ander om en doe je er alles aan om die ander recht te doen? Om er van uit te gaan dat hij of zij goede bedoelingen heeft? Hangen we niet aan de grote klok wat we gehoord hebben of denken zonder om echt met de ander gesproken te hebben? Doen we er alles aan om alleen het goede gerucht van een ander te verspreiden? Of verdraaien we soms ook de woorden van een ander, houden bepaalde dingen expres achter of vertellen alleen een element om de ander in een daglicht te stellen waardoor we onze eigen zin of ideeën makkelijker kunnen uitwerken? Dan wint de satan in de kerk! Dan zijn we bezig om te zondigen. Wat hebben we dan de Here Jezus als de drager van onze schuld nodig! Hij moest daar ook lijden, Hij moest aan het kruis ook die beschuldiging op Zich af laten komen voor elke verkeerde omgang van ons met onze naaste. Voor elke keer dat jij je opstandig gedroeg tegenover Gods goede wil. Jij niet het goede voor God en je naaste gezocht hebt maar wat jij op dat moment voor jezelf en volgens je eigen ideeën wilde.

De Here Jezus draagt dat aan het kruis voor wie dit aan God belijdt! Wie gebroken over zijn of haar zonde bij Hem komt en vergeving vraagt. De Here Jezus draagt aan het kruis, ondergaat op het kruis de straf, het oordeel van God dat ik om mijn zonden verdiend heb. Omdat ik die opstandeling ben. Niet Hij. Ik ben die opstandeling tegenover God en Zijn goede wil! De Here Jezus draagt die straf die zo zwaar en intens is om de Heilige Geest voor mij te verdienen. Om Hem zo voor mij te verdienen dat de Geest mij leert om geen opstandeling meer te willen zijn maar kind dat graag naar Vader in de hemel wil luisteren. Een kind dat graag wil veranderen en dat opstandig zijn al meer wil afleggen. Al meer een mens van God wil zijn. Wat moest de Here Jezus daarvoor lijden o.a. door en voor onze oneerlijkheid en leugens. Wat heb ik Hem nodig in mijn leven! Wat hebben wij als gemeente Hem nodig in deze wereld. Zodat we leren wat echt leven met Christus  betekent ook voor ons leven met elkaar. Dan leer je om jezelf niet voorop te stellen maar de HERE en Zijn wil. Dan zoeken we niet onszelf maar de eer van Christus die de grote Koning is. Wat was het ook een lijden voor de Here Jezus dat Hij als een door mensen gedegradeerde koning moest lijden. We zien dat in het tweede punt.

 

  1. als gedegradeerde Koning

 

Pilatus weet heel  goed dat de beschuldiging die de Joden tegen Jezus ingebracht hebben niet op waarheid berust.  Pilatus heeft zijn eigen redenen om de Joden toch hun zin te geven. Ook dat heeft weer alles met zijn eigen positie te maken.  Eigen belang speelt daarbij de hoofdrol. Jezus moet daaronder lijden. Pilatus heeft aan de Joden toegegeven. Toch wil hij de Joden nog een hak zetten. Hij wil de spot met hen drijven door niet op het bordje te laten schrijven: Hij heeft gezegd dat Hij de koning van de Joden te zijn. Nee, hij laat er op schrijven:  De koning van de Joden. Zo vernederde Pilatus ook de Joden zelf.  Kijk eens wat dat Joodse volk voorstelt.  Zelfs hun koning kan niets tegen ons  Romeinen beginnen.

Toch is dat niet het ergste wat hier gebeurt. Het ergste is dat de Here Jezus nog verder vernederd wordt. Hier wordt van Hem gezegd dat Hij de Koning van de Joden was. Niets meer dan een Jodenkoninkje. Een koning van een volk met veel pretentie maar je kunt wel zien een machteloze koning want nu hangt Hij aan een kruis dood te gaan. Je kunt wel zien dat Hij zeker niet de Koning van de wereld is. Hij is zeker niet de Koning van de koningen. Ten diepste spot Pilatus hier met Psalm 72. De psalm waarin de heilige Geest laat zien dat een nakomeling van David eens als Koning over de hele wereld zal regeren. Luister maar: “In zijn dagen bloeie de rechtvaardige en grote ​vrede, totdat er geen maan meer is. Hij heerse van zee tot zee, van de Rivier tot de einden der aarde.

. …… Zijn naam zij voor altoos, zolang de zon er is, bloeie zijn naam. Mogen alle volken elkander daarmee ​zegenen, hem gelukkig prijzen..” Vs  7,8,17

Pilatus heeft uit de mond van de Here Jezus zelf gehoord dat Hij en niet Pilatus en niet de keizer in Rome de grote Koning is. Dat het Koninkrijk van Jezus uit de hemel, van God zelf komt. Dat Jezus als Koning alle machten van deze wereld overstijgt. Als Pilatus naar Jezus als koning vraagt, zegt de Here Jezus in Joh 18:36: “Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld; indien mijn Koninkrijk van deze wereld geweest was, zouden mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de ​Joden​ zou worden overgeleverd; nu echter is mijn Koninkrijk niet van hier.”

De Here Jezus had al eerder tegen Zijn leerlingen die voor Hem wilde vechten gezegd: “Of denkt u dat Ik Mijn Vader nu niet kan ​bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen ​engelen​ ter beschikking stellen?” Matt 26:53 HSV

De Here Jezus wordt aan het kruis door de beschuldiging op het bordje gedegradeerd tot een onbeduidende koning. Terwijl in Zijn handen als de Zoon van God alle macht ligt. Wij zouden geneigd zijn als er met onze macht gespot wordt te zeggen: Ik zal je eens laten zien wat voor macht en invloed ik heb. De liefde van Christus voor iedere zondaar die door God in Zijn liefde  uitgekozen is,  gaat zo diep en ver dat de Here Jezus de macht die Hij heeft niet gebruikt. Hij ziet er bewust vanaf om Zijn Koningsmacht te laten zien. Hij laat Zich bewust als een machteloos mannetje behandelen terwijl Hij dat niet is. Want Hij wil de Verlosser zijn die diepschuldige mensen redt. Daarvoor is het nodig dat Hij zich als de machteloze laat vernederen tot in de dood. Dat is nodig om na Zijn opstanding als de Koning van de koningen naar de hemel te gaan en daar Zijn plaats in de troon in te nemen.

Pilatus en ieder die Jezus niet als de grote Koning wilde erkennen,  zullen eens na hun dood voor Hem als Rechter verschijnen en zien dat Hij de Koning is! De Koning van alle koningen. Dat alle koningen of ze het willen of niet aan Hem eer moeten geven. Voor wie in liefde steeds weer Jezus als de Koning van zijn of haar leven wil volgen,  mag duidelijk zijn dat Jezus zich hier vernederde. Om jou en mij een plaats te geven in dat eeuwige Koninkrijk waar Jezus Christus in grote glorie regeert. Waar ieder die Hem in zijn of haar leven boven alle andere mensen en machten gesteld heeft een leven geeft dat een en al blijdschap en vreugde is. Waar het elke seconde heerlijk is om onderdaan van die Koning te zijn: “Voorwaar, hij zal de arme redden, die om hulp roept, de ellendige, en wie geen helper heeft;  hij zal zich ontfermen over de geringe en de arme, hij zal de zielen der armen verlossen. Van druk en geweld zal hij hun leven bevrijden, hun ​bloed​ zal kostbaar zijn in zijn oog.” Ps 72:12-14

Dan leer je juist bij het kruis, bij het belijden van je zonden aan de voet van het kruis van Koning Jezus de HERE danken en loven: “Geloofd zij de HEERE God, de God van Israël;

Hij doet wonderen, Hij alleen.

19Geloofd zij voor eeuwig Zijn heerlijke Naam;

laat heel de aarde met Zijn heerlijkheid vervuld worden.

Amen, ja, ​amen.”  Psalm 72:18,19 HSV

 

AMEN