Votum
Vrede/Zegengroet
Gezang 15
Gebed voor de opening van het Woord
Schriftlezing: Mattheus 27:33-44
Psalm 6:1,2,3
Schriftlezing: Marcus 15:33-41
Ps 37:15,16
Tekst: Marcus 15:27,28
Verkondiging van het evangelie
Ps 22:11,12
Geloofsbelijdenis art 23 NGB
Gezang 13:4,5
Dankgebed
Collecte
Gez 19:1,4
Zegen
Gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes
Je staat voor de rechter. Je wordt van een zware misdaad beschuldigd. Je weet dat je het niet gedaan hebt. Je hebt alles gedaan om je onschuld te bewijzen. Dan komt de dag van de uitspraak. De woorden die je hoort kun je bijna niet geloven. Het is een nachtmerrie die echt waar is. Je wordt als moordenaar veroordeeld. Je moet jaren de gevangenis in. Je hoort bij de criminelen. Hoe je ook laat weten dat je onschuldig bent toch verandert er niets aan je situatie. Zou je daar niet gek van worden?
We hebben de laatste jaren in onze rechtsgeschiedenis meerdere voorbeelden gezien waarbij mensen tot zware gevangenisstraffen veroordeeld zijn die achteraf niet schuldig waren. Als dat duidelijk wordt, spreken we er schande van. We vinden dat er diepgaand onderzoek gedaan moet worden. Dat er koppen moeten rollen. Er komen grote schadeclaims. Onschuldige mensen hebben grote schade, ook grote emotionele schade in hun leven opgelopen.
Dan zie je daar de Here Jezus. De enige mens die nooit op een verkeerde, nooit op een liefdeloze manier iets gedaan, gedacht en gevoeld heeft. De Zoon van God die in alles Zijn hemelse Vader gevolgd, gehoorzaamd en liefgehad heeft. De rechter Pilatus moet in een eerlijk ogenblik bekennen dat hij in deze mens geen schuld vindt. En toch wordt de Here Jezus tot het kruis veroordeeld. Gevloekt door God en mensen. Hij hangt er zelfs niet alleen als een bijzonder geval waarover je nog veel zou kunnen zeggen. Nee, Hij wordt tussen twee bekende misdadigers gehangen om daarmee te zeggen: die Jezus hoort bij dat soort. Wat een lijden voor de Zoon van God. Wat een lijden voor ons. Als we goed luisteren maakt ons dat zo stil! Leert het ons vandaag om juist bij de Christus onze bevrijding van de verdiende doodstraf te zoeken. We zien dat als ik jullie het evangelie van Christus onder dit thema verkondig:
HET ONSCHULDIGE LAM ONDER DE MISDADIGERS GEREKEND
1 .Jezus ondergaat dit.
2. Jezus moest dit ondergaan
1. Jezus ondergaat dit
De Here Jezus is een heel bijzonder mens. Hij is een mens geworden en toch was en is Hij niet zoals jij en ik. Hij is een echt mens geworden. Zonder dat ene dat niet bij de mens volgens Gods bedoeling hoort. Zonder ook maar iets van zonde in Hem. De gevolgen van de zonden heeft Hij gevoeld. Ook in Zijn eigen lichaam. Hij was van tijd tot tijd ook ziek. Maar de oorzaak van leven in een zwak en sterfelijk lichaam was bij de Here Jezus niet aanwezig. Hij was en is de zondeloze mens. Zo vol van liefde voor God en mensen! Hij neemt daarmee een eenzame plaats onder de mensen in.
De Here Jezus is een heel bijzonder mens. Hij is de enige die al God was en ook mens geworden is. Hij was ook heel bijzonder als je er aan denkt wat de taak was waarmee Hij naar de wereld gekomen is. Waarom Hij ook mens geworden is. Hij is gekomen om opgeofferd en geofferd te worden. Als de Here Jezus met Zijn openlijk optreden begint is het de door God aangestelde aankondiger Johannes de Doper die naar de Here Jezus wijst en dan zegt: “Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.” Joh 1:29.
De Here Jezus komt als het Lam. Er zijn al zoveel schapen en lammeren op het altaar gebracht. Er heeft al zoveel bloed op de altaren bij de tempel gevloeid. Er is al zo vaak 1 keer per jaar bloed in het heilige der heilige door de hogepriester gebracht. Steeds weer was het een teken, was het een aanwijzing. Dat ene beslissende offer om de schuld die mensen tegenover God hebben, moet nog gebracht worden. Dat ene beslissende offer dat dan gebracht wordt voor mensen die hun leven niet bij zichzelf zoeken en niet zoeken in de dingen van deze wereld maar bij die ene Redder die komen zal.
Die ene Redder, die ook de grote Koning is. Hij is op de Goede Vrijdag rond 9 uur ’s morgens aan het kruis gespijkerd. Toen de eerste offers in de tempel gebracht werden, bracht Hij het offer van Zijn leven aan het kruis. Hij die alle eer en achting verdiend. Hij die het waard is als enige mens dat alle mensen met open mond naar Hem luisteren, is als een misdadiger in de boeien geslagen. Als een Godslasteraar door de Joodse Raad veroordeeld. Door Pilatus als een rebel, een crimineel tot de kruisdood veroordeeld. Hij het onschuldige Lam wordt op het kruis als Zijn altaar geofferd. Een woord uit Zijn mond is genoeg om dit gemeenste en onrechtvaardigste proces in de wereldgeschiedenis te stoppen. De Here Jezus heeft aan heel kleine dingen laten merken en laten horen dat Hij Zich heeft laten gevangen nemen. Zich aan het kruis laat spijkeren.
Ik noem twee voorbeelden. Als de Here Jezus in de nacht van donderdag op vrijdag in de hof van Getsemane is, komt er een groep soldaten om Hem gevangen te nemen. Dan vraagt de Here Jezus wie zij zoeken. Hun antwoord is Jezus uit Nazaret. Nadat Jezus dan gezegd heeft dat Hij dat is, lezen we: “Toen Hij dan tot hen zei: Ik ben het, deinsden zij terug en vielen ter aarde.” Joh 18:6
De Here Jezus laat zien dat zij Hem niet gevangen kunnen nemen. Zij kunnen niet tegen Hem op maar Hij zal zich vrijwillig overgeven. Hij is het die helemaal vrijwillig en daarmee uit volle liefde Zijn werk voor verloren en schuldige zondaren doet.
Je ziet dat ook wanneers Petrus voor Zijn Meester wil gaan vechten om Hem uit de handen van de soldaten te houden. Dan horen we de Here Jezus in Matt 26 zeggen: “Of denkt u dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking stellen? Hoe zouden anders de Schriften vervuld worden, die zeggen dat het zo geschieden moet?“ vs 53,54. HSV
Je ziet dat Jezus zich heel bewust als het Lam dat geofferd moet worden zich laat offeren. Hoe onrechtvaardig alles ook tegenover Hem is. Hij stapt zelfs niet van het kruis als duidelijk wordt dat Hij samen met twee misdadigers gekruisigd wordt. Als Hij in de laatste uren van zijn leven helemaal met criminelen in de samenleving op een lijn gesteld wordt. De boodschap hiervan is dat Jezus bij de misdadigers hoort, bij het uitschot van de samenleving. Hierin ligt ook een diepe boodschap voor ons vandaag.
Je ziet hier hoe wij als mensen ons dood ergeren aan die ene zondeloze mens. Die zondeloze mens, die ene mens Jezus Christus die in volle liefde voor God en mensen leefde, hield ons een spiegel voor die wij niet willen. Die liet in Zijn leven en onderwijs zien wat er allemaal aan ons leven mankeert. Hoe diep de zonde er in ons leven zit. En hoe groot dus onze schuld tegenover God is. Als iemand je altijd weer door zijn leven en onderwijs je aan jouw schuld en zonden herinnert, wil je die eigenlijk zo gauw mogelijk weg hebben. Je wilt daar niet steeds aan herinnerd worden. Je ziet deze dingen ook heel sterk in onze tijd. Je moet eens ophouden met dat praten over schuld en zonden want het is toch allemaal goed gekomen. Het valt soms op als je gebeden hoort dat er meerdere keren over een hele dag niet meer om vergeving van zonden gevraagd wordt. Jezus herinnert er in Zijn lijden onder de misdadigers aan dat we op deze aarde de zonde niet voorbij zijn. Dat we elke dag die vergeving brood en broodnodig hebben. Wij hebben juist nodig om elke dag ook weer in de spiegel van Christus zondeloosheid en Zijn leven in liefde voor God en mensen te kijken. Om zo ook onszelf aan de voet van het kruis te kennen en tot Hem te vluchten voor vergeving.
Er is nog iets anders dat de Heilige Geest ons hier leert. De Here Jezus was ook aan het einde van Zijn leven in het gezelschap van mensen die door de samenleving veracht worden. Zo was het vaak ook tijdens Jezus’ actieve optreden op aarde. Hij zocht de hoeren en de tollenaars op. Het was niet zo dat hij ze meed als de pest. Hij zocht ze op met Zijn liefde, met het evangelie. Hij zocht ze met een hart vol liefde op in hun nood. Je ziet het zelfs aan het kruis gebeuren hoe de liefde van de Here Jezus uitgaat naar die moordenaar die aan Hem vraagt: “En hij zei tegen Jezus: Heere, denk aan mij, als U in Uw Koninkrijk gekomen bent. En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn.” Luk 23:42,43 HSV
Wat leren wij daarvan als we in liefde voor Christus leven? Dat ook wij juist de mensen in hun nood moeten opzoeken met het evangelie. Dat we ons dan niet moeten schamen om in het gezelschap gezien te worden waarvan mensen zeggen: Bij die man of vrouw moet je weg blijven want die is zo slecht. Nee, juist met het evangelie mensen opzoeken. Niet om hun zonden goed te praten maar om hen uit liefde aan hun zonden te ontdekken en de weg naar Christus als de enige Verlosser te wijzen. En zo de weg waarin de Vader je als Zijn kind in liefde in Zijn armen sluit. Dat doen we dan juist omdat we onszelf kennen. Omdat we hebben leren zien dat we van onszelf niet beter zijn dan al die misdadigers. Omdat Christus in ontferming zelfs naar mij en jou heeft omgezien willen we anderen ook bij Christus brengen.
2. Jezus moet dit ondergaan
De tekst voor de preek is vers 27,28. We lezen in vers 28 de volgende opvallende woorden: “En het Schriftwoord is vervuld geworden, dat zegt: En Hij is met de misdadigers gerekend.” In de NBV ontbreken deze woorden. Zelfs al zou je deze woorden weglaten dan nog is duidelijk dat hier in vervulling gaat wat we lezen in Jes 53:12: “Daarom zal Ik hem een deel geven onder velen en met machtigen zal hij de buit verdelen, omdat hij zijn leven heeft uitgegoten in de dood, en onder de overtreders werd geteld.” De Here Jezus zelf heeft hier al eerder op gewezen. In Lucas 22:37 waar Hij zegt: “Want Ik zeg u, dat dit woord, dat geschreven is, aan Mij in vervulling moet gaan: En Hij is onder de misdadigers gerekend. Want wat over Mij geschreven is, komt tot een einde.”
De Here moest onder de misdadigers gerekend worden. Dat moest omdat de HERE dat al over de Verlosser die komt, had laten profeteren. De Here Jezus moest juist als de beloofde Verlosser alles wat over Hem gezegd was, uitvoeren. Toch ligt hierachter nog een vraag. De vraag: waarom was het nodig, waarom heeft Vader in de hemel bepaald dat Christus onder de misdadigers gerekend moest worden. Waarom was dat voor de Verlosser en daarom voor ons nodig?
Om ons te laten zien dat wij allemaal misdadigers tegenover God zijn. Om ons te laten zien dat het met ons niet nogal meevalt. Het is niet zo dat ik en jij een echte reden hebben om te denken dat ik nooit zoals die moordenaar, die fraudeur, die leugenaar, die hoer zou zijn. Dat zit ook in mijn hart. Ook bij jou en mij zitten diep in mijn hart gevoelens die tot dit soort dingen kunnen uitgroeien.
Ook wij zijn in en uit onszelf dood voor wat goed is. Wat echt het goede leven voor God is. De apostel Paulus zegt het onder leiding van de Heilige Geest zo : “Ook u, hoewel u dood was door uw overtredingen en zonden, waarin u vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de loop van deze wereld, overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest, die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid”. Ef 2:1,2
Waarom hangt Jezus tussen de misdadigers? Waarom moet Hij daar zo hangen? Omdat ik van mijzelf een misdadiger ben. De Here Jezus moet als een misdadiger lijden om mij van de schuld van mijn misdaden te verlossen. Ik ben niet beter dan die moordenaar, dan die hoer en man of vrouw die heel veel geld voor zichzelf gegraaid heeft. Laten we ons niet verheffen boven hen maar hen met liefde opzoeken met het evangelie van Christus.
Jezus moet daar tussen de misdadigers hangen om mijn hart te breken. Om mij tot de erkenning van mijn zonden, mijn misdaden te brengen. Om mij en jou te laten zien dat Hij zelf als misdadiger tentoongesteld moest worden. Door de Vader als een misdadiger behandeld moest worden om jou en mij van de doodstraf, van de eeuwige gevangenisstraf te redden. Van het altijd leven in de hel als gevangenis. Denk daarbij ook eens aan een paar gedeelten in Jesaja 53 waar je zo ontdekkend leest waarom de Here Jezus zo diep vernederd moest worden voor jou en mij :
“Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden. Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Here heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen ….. Hij is uit verdrukking en gericht weggenomen, en wie onder zijn tijdgenoten bedacht, dat hij is afgesneden uit het land der levenden? Om de overtreding van mijn volk is de plaag op hem geweest.” Vs 5,6,8
Daar sta ik dan. Ik zie de Here Jezus de onschuldige! Hij wordt om mij als een misdadiger behandelt. Als de grootste crimineel. Zo wordt Hij tentoongesteld. Om mij! Het is mijn schuld! Nee, nu geen smoesjes. Niet proberen je eigen zonden en schuld weg te praten of te vergoelijken. Weet je wat de ellende is als je dat wel doet? Dat de Here Jezus er dan toen op Golgotha niet voor jou hing. Dat er dan voor jou geen vergeving van je zonden elke dag is. Dat je dan niet onder Gods oordeel uitkomt.
HERE breek met Uw Geest mijn hart wanneer ik daar de Here Jezus om mij als misdadiger zien lijden. Dan ga ik met mijn gebroken hart naar de HERE. O, wonder van genade. Dan vat ik weer moed! Dan zie ik hoe voor mij misdadiger de deur van de gevangenis openzwaait. Ik mag er voor altijd uit. Dan zie ik hoe door Christus’ dragen van mijn straf de deur naar dat heerlijke huis van de hemelse Vader voor me opengaat. Dan vergeet ik nooit meer in mijn leven de woorden van Psalm 51: “De offers voor God zijn een gebroken geest; een verbrijzeld en verslagen hart zult U, o God, niet verachten.”vs 19
Juist dan leer ik om zo blij en zo dankbaar te zijn. HERE wat bent U goed en genadig. Onvoorstelbaar. Dan kan ik met de tranen in mijn ogen, met de diepte schaamte in mijn hart over mijn misdaden mijn mond niet meer houden. Dan jubelt in diepe dankbaarheid voor God alleen:
“Ik breng met heel de broederkring U eer.
En wat ik U beloofde, telkens weer,
Betaal ik straks ten overstaan, o HEER,
Van wie U vrezen.
Dan zullen armen rijk verzadigd wezen.
Wie God belijdt, zal aan de dis Hem prijzen.
Uw hart spring op van vreugd bij al de spijzen
Voor u bereid.”
AMEN