Orde van dienst
Votum
Vrede/Zegengroet
Psalm 61:1,2,3
Lezing van Gods wet
Gezang 38:1,4,5
Gebed
Schriftlezing: Psalm 91
Psalm 103
Psalm 121
Tekst: Psalm 91;1,2
Verkondiging van het evangelie
Gezang 40
Dankgebed
Collecte
Psalm 103:1,9
Zegen
De inleiding is een voorbeeld dat in een van onze kerken heeft plaatsgevonden. Een heel bijzonder dag. Een jonge man die zijn land ontvlucht is, wordt gedoopt. Hij is als moslim opgevoed. Een jonge man die veel heeft meegemaakt. Die weet wat het is om geen huis en geen bescherming te hebben. Die op zijn vlucht in de openlucht heeft moeten slapen. Die niet wist of hij de volgende dag nog onderdak zou hebben. Die niet wist of er ergens voor hem een warm thuis zou zijn. Die zijn familie en zijn land achter zich heeft gelaten. Die in omstandigheden was dat het heel goed kon dat hij de volgende dag niet meer zou leven.
Ook een jongeman die beslist geen lieverdje was. Die toen hij een keer in Nederland was ook veel ruzie maakte. Die daarbij ook zeker agressief was. Op zijn weg stuurde de HERE kinderen van Hem die hem lieten horen en zien dat het zo niet moet. Toch moest hij van die christenen niet veel hebben. Dan zie je in de loop van de tijd dat er verandering komt. De Heilige Geest gebruikt de woorden en het leven van christenen om hem heen om niet los te komen van de boodschap van Christus. Het is de Geest die met het evangelie in zijn leven zo aan het werk gaat dat hij ziet en voelt dat het anders in zijn leven moet. Al meer komt het Woord van God en zo ook de Geest in zijn leven. Er komt echte belangstelling, er komt liefde voor de Here Jezus in Zijn hart. Er komt de vraag om vergeving en verandering door Christus. Door de Geest van Christus. Er komt het verlangen om al meer van de HERE en Zijn Woord te weten. Om zelf de Bijbel te lezen en al meer te zien wie de Here God is. Je ziet hoe een wonder van Gods genade in het leven van Ali plaatsvindt. Heerlijk. Echt om God te danken en te loven. Door de Geest weggetrokken uit een verloren bestaan en naar Christus gebracht.
Daarom wil hij gedoopt worden. Het moet duidelijk zijn dat hij bij Christus hoort. Niet om status te krijgen maar openlijk kind van God te zijn. Om openlijk wat de toekomst ook brengt en waar hij ook zal leven in leven en sterven bij Christus te horen. Dan is er nog veel onzekerheid. Waar zal hij een plaats op deze wereld krijgen. Toch is er rust en vrede omdat hij veilig is in Gods hand. We willen samen de boodschap van de HERE horen voor het leven van ons allemaal vanuit Psalm 91:1,2. Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus onder het volgende thema:
WIE OP DE HERE VERTROUWT IS VEILIG
- Die mag bij Hem schuilen
- Gods kind schuilt bij Hem
- Die mag bij Hem schuilen
Het eerste vers van Psalm 91 is een stelling. Een stelling die de Geest ons vanuit de hemel geeft. Het is belangrijk om er op te letten wat hier nu eigenlijk staat. Het zijn twee regels die bijna hetzelfde lijken te zeggen. Toch zijn ze net iets anders. Waardoor ze elkaar juist versterken. Waardoor er hier een heel duidelijke en krachtig woord van God klinkt. Het is dan ook goed om er op te letten dat aan het einde van deze Psalm in de verzen 14-16 er dan nog een keer een heel duidelijk woord dat rechtstreeks van de HERE klinkt. Daarbij is dan ook belangrijk dat de HERE in de verzen 3-13 met Zijn beloften komt hoe we onderweg onder Zijn bescherming de weg van Hem kunnen blijven gaan. Om duidelijk te maken voor wie wat we in vers 1 lezen ook werkelijkheid wordt. We gaan eerst kijken wat we hier lezen in vers 1.
Waar woon je? Waar ben je echt thuis? Mensen kunnen over deze wereld zwerven. Het kan zijn dat je moet vluchten en je opgejaagd wordt. Als je ergens bent word je nog van het ene huis of opvangcentrum naar het andere gebracht. Steeds maar weer. Toch kan de vraag gesteld worden waar woon je eigenlijk? Die vraag is niet afhankelijk van de plaats waar je huis op deze wereld staat. Er is namelijk iets dat nog veel belangrijker is dan dat huis. De grote vraag voor jou en mij is of we thuis zijn bij de HERE of niet. Is de HERE jouw huis of voel je je thuis bij jezelf of bij het geluk dat je op deze wereld achterna jaagt. Wie dat laatste doet komt nooit echt tot rust. Dan heb je geen blijvend thuis. Dan is het zo dat waar of op wie je ook vertrouwt toch valt die steun eens uit je leven weg. Heel duidelijk lezen we dat in Psalm 146: “Vertrouwt niet op edelen, op een mensenkind, bij wie geen heil is; gaat zijn adem uit, dan keert hij weder tot zijn aarde, te dien dage vergaan zijn plannen.” vs 3,4
In vers 1 gaat het er om dat iemand thuis is bij de HERE. De HERE wordt hier de Allerhoogste genoemd. Er is niemand die meer is dan Hij. Hij staat werkelijk boven alles en iedereen. Hij is uniek. Hij is namelijk de enige die geen schepsel is. Hij is de enige en ook de levende God. Zijn leven is niet stuk te krijgen. Je kunt de HERE met de hele schepping samen ook niet naar beneden halen en verslaan. Hij is de Allerhoogste en Hij blijft het altijd. Hij is immuun voor de dood. Hij is de Schepper van alle dingen. In dat eerste deel van vers 1 wordt duidelijk dat je mag wonen bij Hem. Het is dan opvallend dat Hij voor wie bij Hem zit, bij Hem woont een schuilplaats wordt genoemd. Dat maakt duidelijk dat wie op deze wereld leeft een schuilplaats nodig heeft. We leven na de zondeval in een wereld vol gevaren. Een wereld waarin de liefde van God niet meer regeert omdat we die verworpen hebben. De vrede van het paradijs waarin er vrede met God, met de naaste en met de hele schepping was, is verdwenen. In het paradijs was het niet nodig om te schuilen. Daarin was er geen angst. Je kon vrijuit leven vol van het goede leven door God gegeven. Het is na de zondeval zo anders geworden. Mensen doen elkaar zoveel aan. Mensen denken vanuit hun zogenaamde eigen belangen en willen al meer voor zichzelf leven ook als dat de ander aantast. Ze gaan daarbij zelfs over lijken. Dat geldt ook als wij weigeren zwakken te helpen omdat het de welvaart van ons in ons land zou aantasten. Schuilen voor gevaren. Schuilen ook voor de gevaren vanuit je eigen hart die je steeds weer willen meenemen. Meenemen naar een leven in zonde.
De HERE geeft het antwoord op de vraag waar je in al die gevaren kunt schuilen. De enige plaats waar de gevaren je uiteindelijk niet vloeren en je uiteindelijk niet in de eeuwige dood en straf brengen. Dan moet je bij de HERE als je schuilplaats zijn. Dan moet je bij Christus als de drager en Redder van de eeuwige straf zijn die jij en ik verdiend hebben. Het woord dat hier voor schuilplaats wordt gebruikt wijst er in het Hebreeuws op dat je ergens verborgen bent. Je bent op een plaats waar de gevaren, waar de vijanden je niet weg kunnen halen. Je staat onder bescherming van de Allerhoogste. Het roept in het Hebreeuws ook het beeld op van een vogel die haar jongen beschermd onder haar vleugels. Zoals we daarvan bijvoorbeeld lezen in Psalm 57:2: “Wees mij genadig, o God, wees mij genadig, want mijn ziel heeft tot U de toevlucht genomen; ik neem mijn toevlucht onder de schaduw van Uw vleugels, totdat de rampen voorbij zijn gegaan.” Op het gebed om genade, om Gods hulp en vergeving vanwege Christus werk, komt de Allerhoogste met Zijn Vaderzorg over je leven. Dekt Hij je met Zijn vleugels. Wat een liefde en genade voor zondige mensen. Dat beeld wordt nog versterkt in het tweede deel van vers 1: “die vernacht in de schaduw van de Almachtige.”
De boodschap van Gods bescherming voor wie bij Hem in nood schuilt, wordt nog sterker doordat hier gesproken worden over vernacht. Het is niet zo dat je alleen maar overdag bij de HERE woont. Hij is niet de God van een deel van de dag of een deel van je leven. Het is niet zo dat je een deel van je leven voor jezelf moet zorgen of een andere schuilplaats moet zoeken. Juist wanneer het het gevaarlijkst is: in de nacht. Juist wanneer het donker overvallers en vijanden dekking geeft, mag je bij de HERE zijn. Ook dan is er Zijn bescherming. Dan ben je net zo veilig bij Hem als overdag. Hij is het namelijk die in de nacht ook alles ziet en hoort en jou dan willen dekken met Zijn schaduw. Dat Hij er altijd met al Zijn Goddelijke aandacht en bescherming is, lezen we bijvoorbeeld ook in Psalm 121: “Zie, de Bewaarder van Israël zal niet sluimeren of slapen. De HEERE is uw Bewaarder, de HEERE is uw schaduw aan uw rechterhand. De zon zal u overdag niet steken, de maan niet in de nacht.” Vs 5,6
De HERE is God, Hij slaapt nooit. Hij is het die als jij slaapt en niets kunt doen er is als jouw beschermer. Wie zich aan Hem toevertrouwt, geeft zijn of haar leven in bewaring en laat zich leiden in de “schaduw van de Almachtige.” Hierbij moeten we bedenken dat in die tijd en in het Midden-Oosten het een bekende uitdrukking is dat je “in de schaduw van de koning bent.” Dat betekent als je dicht bij de koning bent er ook zijn bescherming over je leven is. Dicht bij de koning ben je veilig. Wie zijn of haar leven dicht bij Christus zoekt, wie altijd dicht bij Hem wil leven en daarom juist in Gods kracht tegen eigen zonden in zijn of haar leven wil strijden, mag weten dat je veilig en geborgen in Christus bent. Dat de Geest je dan brengt in de schaduw van de Almachtige. Je er brengt omdat je in het geloof door Christus als drager van jouw straf niet door Gods heiligheid verteerd bent. Let dan eens op dat woord Almachtige in combinatie met wat we eerder lazen dat de HERE de Allerhoogste is. Je kunt de hoogste ergens zijn maar toch niet alles kunnen doen wat je wilt. Je kunt afhankelijk zijn van wat mensen om je heen willen, het kan zijn dat je rekening moet houden met mensen die als ze samen iets organiseren machtiger zijn dan jij als de hoogste baas. De HERE is de Allerhoogste maar ook de Almachtige. Bij Hem is er alle macht om tegen alle machten te in jou en tegen jou zich keren bescherming en goede leiding te vinden. Je bent bij God echt veilig. Alleen bij Hem. Het is Christus die dat aan het kruis heeft laten zien en die in Zijn opstanding die overwinning ook voor altijd duidelijk gemaakt heeft. Dat de machten van dood en zonde voor altijd door hem verslagen zijn lezen we o.a. in Kol 2: “Ook u heeft Hij, hoewel u dood was door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold, door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen: Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd.” vs 13-15
Dat is het machtige werk van God. De Here roept ons om ons door het geloof in Christus onder Zijn bescherming te stellen. De dichter van deze psalm geeft daarop antwoord in vers 2: “Ik zeg tot HERE: Mijn toevlucht en mijn vesting, mijn God op wie Ik vertrouw.” Zo komen we bij het tweede punt:
- Gods kind schuilt bij Hem
We vinden van vers 2 twee vertalingen. Bij de een begint dit vers met ik en bij de ander met hij. Het meest waarschijnlijk is om het met ik te vertalen. Dan is het een heel direct antwoord. In het andere geval laat de Geest zien wat het antwoord van Gods kind op vers 1 is.
De Heilige Geest roept ons in deze Psalm heel duidelijk tot het je toevertrouwen aan de HERE. Let er dan op dat hier de naam HERE gebruikt wordt. De naam die betekent: Ik ben die Ik ben, Ik zal zijn die Ik zijn zal. De betekenis is daarbij ook dat je altijd op de HERE aan kunt. Hij is echt voor 100% betrouwbaar. Als Je je aan hem toevertrouwt dan is Hij er voor jou vast en zeker. Dan kun je vol vertrouwen zeggen tot de HERE: Mijn toevlucht en mijn vesting.
Over die twee woorden is nog zeker iets te zeggen. Ze laten zien wat de bescherming van de HERE betekent. De HERE is de toevlucht. Je kunt de gevaren niet ontlopen. Je kunt alleen maar vluchten. Vluchten voor de mensen die je naar het leven staan, vluchten voor mensen die je willen verleiden tot een leven tegen Gods wil in, vluchten bij je eigen zondige verlangens vandaan. Dan is de HERE de enige toevlucht waar je veilig bent. Dan is Christus de enige Weg waardoor je veilig in vrede met God kunt leven. Dat beeld wordt nog versterkt door het volgende beeld. Waar we lezen dat de HERE mijn vesting in het geloof is. Bij het woord vesting denken we snel aan iets dat door mensen gebouwd is. Een soort burcht of kasteel. Daaraan moeten we hier niet denken. Het gaat hier om iets dat je in de natuur vooral in de bergen vindt waar je kunt schuilen, waar je je kunt verbergen zonder dat mensen het gemaakt hebben. Je kunt denken aan grotten en rotsen waarachter je kunt wegkruipen. Het gaat om een bergschuiling die er is en niet meer gebouwd hoeft te worden.
Gods kind dat het wonder van de vergeving kent, is veilig. Die mag nu zeggen mijn God en mijn HERE! Op Hem kun je bouwen als de enige God die in en in betrouwbaar is. Die Zijn beloften ook waar maakt want Hij is de Allerhoogste en de Almachtige. Hij is de enig levende God!
Hoe ga je nu schuilen bij Hem? Hoe kom je er toe om echt met je hart te gaan zeggen: mijn HERE en mijn God?
Door je toe te vertrouwen aan die ene God. Door Christus te kennen als je Verlosser die naar jou in genade is toegekomen volgens Gods plan. Je ziet dat ook heel duidelijk in Psalm 103. Je toevertrouwen aan de HERE komt er wanneer de Geest je je schuld en zonden leert kennen. Dat is wat in het leven van Gods gelovige kinderen gebeurt. De HERE sprak je aan. Al wilde je eerst niet toch kwam de Geest jou overtuigen dat ruzie zoeken en agressief in het leven staan je niet dat echte goede leven geeft. Dat dit niet zorgt voor toekomst. Dat je met zo’n leven juist Gods straf over je leven oproept en Hem verdriet doet met jouw leven. Wanneer je ziet dat Christus zo je leven inkomt en je zo in genade overwint en je maakt tot iemand die vrede met de HERE wil en tussen mensen juist vrede wil maken dan zie je het werk dat God alleen in je leven kan doen. Juist dan zie je het wonder van de vergeving die je zo nodig hebt in je leven. dan leer je door de Geest vol verwondering met Psalm 103 zeggen: “Loof de HEERE, mijn ziel, en al wat in mij is, Zijn heilige Naam. Loof de HEERE, mijn ziel, en vergeet niet een van Zijn weldaden. Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw ziekten geneest, Die uw leven verlost van het verderf, Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid, Die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als die van een arend.” Vs 1-5
We mogen ons, en de Geest roept ons daartoe op, aan de HERE toevertrouwen. Met belijdenis van schuld en daardoor met hoop en verwachting. Ook als we opgejaagd worden. Dan kan het zijn dat je tijdens je leven op deze wereld geen voor mensen veilige plaats krijgt. Dan kan het zijn dat mensen je maar een opgejaagde zonder hoop vinden. Wat er ook gebeurt wie zich overgeeft aan Christus die wordt door de Vader in Zijn Vaderzorg opgenomen. Dan mag je door Christus offer in je leven zeker weten dat in jouw leven door het werk van de Geest zeker is wat de HERE aan het slot van deze Psalm zegt: “Roept hij Mij aan, Ik zal hem antwoorden; Ik zal in de benauwdheid bij hem zijn, Ik zal hem uitredden en tot ere brengen. Met lengte van dagen zal Ik hem verzadigen, en Ik zal hem mijn heil doen zien.” vs 15,16
Broeders en zusters jongelui. Vertrouw niet op jezelf maar vertrouw je toe aan de HERE en laat je door Hem leiden. Leiden door het Woord dat je juist daar waar Gods volk samenkomt vanuit de Bijbel hoort. Dan kan het zijn dat rampen je leven treffen. Dan kan het zijn dat je leven zwaar is of wordt. Dan kan het zijn dat de ziekte je leven toch stukmaakt en dat vervolging of armoede je intens treft. Dan heeft de HERE Zijn belofte niet verbroken. Dan mag je ook daarin bij Hem schuilen. Wie het bij Christus zoekt, wie de HERE in liefde kent en volgt, mag weten dat Hij jou eer geeft. Niet omdat je het verdiend hebt maar omdat Christus voor jou dan verdiend heeft dat je Gods kind bent. Dat je daarom God als je Vader mag kennen. Dan kan zelfs de dood je leven niet voor altijd stukmaken. Dan heeft Christus die het heiligdom, dat niet met handen gemaakt is binnengegaan is, voor jou een woonplek voor altijd bij de HERE verdiend. Die staat dan voor je klaar. Dan vind je rust. Anders blijft er eeuwig onrust in je leven, dan ga je de eeuwige onvrede tegemoet. Wie bij de HERE schuilt en met zijn hart heeft leren zeggen van Christus de overwinnaar op de dood: Mijn Koning en mijn God mag weten dat je deelt in wat de Geest ons laat lezen in Rom 8: “Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad. Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere.” Vs 37-39
Blijf zo bouwen op de HERE als jouw God. Broeder en zuster, jongelui laat ieder van ons dat doen want alleen zo maar dan ook zeker zijn wij eeuwig welbewaard!
AMEN