VAKANTIEMIJMERINGEN (III)
Zoals het nu lijkt kan ik morgen de combinatie vakantie en studieverlof afsluiten. Dan kan ik vanaf vrijdag nog een week helemaal vakantie houden. Het is goed om tegelijk vakantie en studieverlof te hebben. Dan kun je ook in alle rust na een deel van de dag aan de studie te hebben besteed dat laten bezinken. Dan komen allerlei dingen op andere momenten terug om er echt over na te kunnen denken. Dan ontstaan er heel spontaan ideeën voor preken en voor dingen die je op een of andere manier met anderen wilt delen.
Vanuit het studieverlof weet ik nu o.a. al dat ik de komende tijd een aantal preken over Psalm 42 en 43 wil maken. Het is nu goed om nog een week te nemen waarin er niets is wat je nog moet doen.
Ben ik wel leuk?
Een van de populairste dingen in ons leven is vaak de facebookknop: “Vind ik leuk”. Het gaat in ons leven en zeker in onze maatschappij om gevoel. We willen leuk gevonden worden en we willen dingen doen en meemaken die leuk zijn. Het is opvallend dat er op facebook geen knop zit waarmee je kunt laten merken: “Belangrijk”of ‘Moeilijk maar heel goed”. Het ergste wat je kunt overkomen in onze samenleving is dat je niet leuk gevonden wordt. Dat je dingen doet die anderen niet leuk vinden.
Wat in onze tijd ook heel opvallend is dat als mensen dingen die jij doet of zegt niet leuk vinden ze er eigenlijk niet over komen praten. Er wordt niet echt samen gekeken of de dingen ook echt zo zijn. Het is al genoeg dat jij het niet leuk vindt, dat het jou niet raakt. Als iemand daar dan toch mee doorgaat dan ontvriend je je van die ander. De reden dat jij het niet leuk vindt wat die ander doet, is daarvoor genoeg. Daar hebben we denk ik allemaal last van. Het zit in onze tijd in de lucht. Het is een bacterie of virus dat zomaar in je leven kan toeslaan. Dat het een ziekte is merk je eigenlijk niet meer want om je heen wordt er in het algemeen zo geleefd, gedacht en gevoeld.
Als je rust hebt, heb je de tijd om deze dingen tot je te laten doordringen. Wat moet je daar nu mee. Moet ik daaraan toegeven omdat ik nu eenmaal kind van mijn tijd ben. Als ik bijna zover ben om daaraan toe te geven, moet ik aan de Here Jezus denken. Leefde mijn Verlosser als iemand die alles deed om leuk gevonden te worden? Was dat het grote doel van Zijn leven? Dan zie ik de Here voor duizenden mensen staan. Zijn volgelingen. Jezus is populair. Dan vertelt Hij ze in Johannes 6 de waarheid. Ze ervaren het als een harde waarheid. Ze lopen bij Hem weg. Dan vraagt de Here Jezus aan de 12 leerlingen: Willen jullie ook niet weggaan? Hij vraagt niet: “Wat kan Ik er aan doen om weer leuk gevonden te worden? Willen jullie Mij daarbij helpen?” Nee, de Here Jezus weet dat het ons niet zal helpen als Hij doet en zegt wat wij leuk vinden. Wij zijn er alleen maar mee geholpen als de Here Jezus ons de waarheid zegt. Als Hij ons de weg naar Hem als de enige Verlosser wijst. Dat betekent dat ik moet gaan erkennen dat ik schuldig ben en de Here Jezus als mijn Redder nodig heb. Dat vind ik niet leuk. Maar ik heb het wel elke dag van mijn leven nodig. Dan denk ik ook weer aan de woorden van de Here Jezus dat de volgeling niet boven Zijn Meester staat.
Moet ik leuk gevonden worden? Moet ik daarvoor leven? Het zou zoveel makkelijker zijn. Als volgeling van de Here Jezus kan ik het niet. Dan vat ik weer moed om met liefde voor de ander juist mezelf en de ander de waarheid te vertellen. Dat ik elke dag de Here Jezus nodig heb. Dan bid ik de Heilige Geest om me dat geloof te blijven geven. Om door de Geest in liefde tot God en mijn naaste op deze mijmering dat Afrikaanse knopje op facebook in te drukken: “Hou van”. Met hoofd en hart en handen. Ik bid dat ik mijn leven lang met Petrus op de vraag of ze ook niet weg willen gaan zal antwoorden: “‘Naar wie zouden we moeten gaan, Heer? U spreekt woorden die eeuwig leven geven, en wij geloven en weten dat u de heilige van God bent.’ Vs 68,69
5 Augustus 2015