Hieronder vind je het eerste hoofdstuk van dit boek. Het is een verklaring van het boek Jakobus. Een verklaring die ook aangeeft wat we daar lezen voor ons leven in de 21e eeuw als christenen betekent. Er zijn bij elk hoofdstuk ook gespreksvragen opgenomen zodat het ook bij gezamenlijke Bijbelstudie goed gebruikt kan worden. Het boek telt 135 bladzijden en bestaat uit 15 hoofdstukken. Tot 1 oktober 2016 is de prijs 11,00 en bij verzending komt er dan nog 1.00 bij. na 1 oktober is de prijs 12,00 en bij verzending komt er dan 1,50 bij. Te bestellen via: tesselaren@gmail.com
Hoofdstuk 1 Jakobus 1:1 Jakobus de broer van de Here Jezus
Dit is een inleidend hoofdstuk. Ik wil met jullie letten op de schrijver van deze brief en ook nog kort op de lezers. Als we iets meer van hen weten, komt de inhoud van deze brief ons nog scherper voor ogen te staan. Daarbij komt dat het leven van de schrijver voor ons een duidelijke boodschap heeft.
Welke Jakobus?
We kennen uit het Nieuwe Testament verschillende mannen die de naam Jakobus dragen. De belangrijkste daarvan zijn de bekende apostel Jakobus, de minder bekende andere apostel Jakobus en de broer van de Here Jezus die deze naam draagt.
Laten we even kort letten op deze drie:
a. Jakobus de zoon van Zebedeüs. Hij is een broer van Johannes. Hij was net als zijn broer en vader een visserman. De Here Jezus riep ze bij hun visserschip vandaan. Matt. 4:21; Joh. 1:40. Diverse keren lezen we van drie apostelen die binnen de kring van de twaalf een nog intiemere kring om de Here Jezus heen vormen: Petrus, Johannes en Jakobus. Matt. 17:1; 26:37; Luk. 8:51.
Dit is de eerste apostel die de trouwe dienst als apostel met de dood moet bekopen. Hij is een van de vroegste martelaren. We lezen daarover in Handelingen 12:21.
b. Jakobus de zoon van Alfeüs. We lezen in alle lijsten van de twaalf apostelen dat hij er echt bij hoort. Toch weten we echt heel weinig van hem. Er zijn verhalen dat hij later het evangelie in Spanje of zelfs in Groot-Brittannië is gaan brengen. Ook die berichten zijn onzeker. Je ziet hier dat je niet bekend hoeft te zijn om toch door Christus ingeschakeld te zijn bij de bouw van Zijn Koninkrijk.
c. Dan is er nog de Jakobus die één van de broers van de Here Jezus is. Deze Jakobus is eigenlijk de enige die in aanmerking komt om door de Heilige Geest als de schrijver van de brief ingeschakeld te worden. Hij is namelijk een heel bekende figuur in Christus kerk na Pinksteren. Hij is een man die groot gezag in de kerk van die tijd heeft. Iedereen in die tijd weet wie Jakobus is. De eerste Jakobus, de broer van Johannes, was ook heel erg bekend, maar sterft al heel vroeg. Te vroeg om deze brief te schrijven. Hierbij komt ook dat we uit de vroegste kerkgeschiedenis verschillende berichten hebben dat het Jakobus, de broer van de Here Jezus is, die de brief die in de Bijbel staat, geschreven heeft. Eigenlijk komt er vanuit de Bijbel niemand anders in aanmerking. Daarom is het goed en geestelijk leerzaam om eens verder stil te staan bij het leven van deze Jakobus.
Een ongelovige broer
De Here Jezus wordt geboren als de eerstgeborene van Maria. Er is een duidelijk onderscheid tussen Christus als de Zoon van God en de Zoon van Maria. Hij is de Eniggeboren Zoon van God en de eerstgeboren Zoon van Maria. De Here Jezus is als de Zoon van God uniek. Hij is als de Zoon van Maria een van ‘velen’.
Wij hebben misschien wel het idee dat het hele gezin van Jozef en Maria echt in de Here Jezus geloofde. Ze zijn met de Here Jezus opgegroeid. Ze hebben Zijn zondeloze leven gezien. Ze hebben gezien en gevoeld dat Hij in volle liefde voor God en de mensen om Hem heen leefde.
Je zou zeggen: dan moet dat toch wel leiden tot geloof in Christus als de beloofde Verlosser? Toch was dat niet het geval.
Je ziet in Markus 3 dat zijn familie kritisch staat tegenover wat de Here Jezus doet. We lezen daar in vers 21: “En toen Zijn verwanten dat hoorden, gingen zij eropuit om Hem tegen te houden, want zij zeiden: Hij is buiten Zichzelf.” Het is dan opvallend dat op deze mededeling dan in vers 31-35 volgt: “Nu kwamen dan Zijn broers en Zijn moeder; en terwijl zij buiten stonden, stuurden zij iemand naar Hem toe om Hem te roepen. En de menigte zat om Hem heen; en ze zeiden tegen Hem: Zie, Uw moeder en Uw broers daarbuiten zoeken U. En Hij antwoordde hun en zei: Wie is Mijn moeder, of wie zijn Mijn broers? En terwijl Hij rondom Zich keek naar hen die om Hem heen zaten, zei Hij: Zie, Mijn moeder en Mijn broeders; want wie de wil van God doet, die is Mijn broeder en Mijn zuster en Mijn moeder.” Het is niet vanzelfsprekend dat Zijn familie in Hem gelooft en doet wat Hij zegt.
Nog duidelijker lezen we dat in Johannes 7: 5 “Want ook Zijn broers geloofden niet in Hem.”
Hier zien we het aller duidelijkst dat een goed voorbeeld, hier zelfs een volmaakt voorbeeld niet automatisch tot geloof bij de ander leidt. Ook niet in de opvoeding of in het gezin. We worden geroepen om voorbeelden van een leven dichtbij de HERE te zijn, maar dat is geen garantie dat onze kinderen en bekenden dus ook dicht bij de HERE gaan leven. Je ziet hier de kracht van de zonde in ons. Je ziet hier ook hoe nodig we het werk van de Geest hebben om ons tot nieuwe mensen te maken. Dat betekent niet, dat we uit het ongeloof van kinderen zomaar de conclusie zouden mogen trekken dat de opvoeding niet goed was! We hebben nodig om samen en persoonlijk veel voor het volgende geslacht te bidden dat ze leren om met Christus als hun Heer en Verlosser te gaan leven.
Vraag 1 Is het niet oneerbiedig om te denken dat de Here Jezus niet het enige kind van Maria was? De Roomse kerk meent dat dit strijdt met de heiligheid van de maagd Maria. Is dat zo?
Een gelovige broer
Jakobus, een broer van de Here Jezus gelooft dus eerst niet in Hem dat Hij de beloofde Verlosser is. Dat terwijl hij en zijn broers een heel groot cadeau gekregen hadden. Een cadeau dat ook echt een groot voorrecht was. De HERE had hem en zijn broers en zusters heel dicht bij de beloofde Verlosser een plaats gegeven. Elke dag waren ze heel dicht bij Hem die met 100% liefde over de HERE sprak en met hem leefde. Het volmaakte leven met de HERE onder zondige mensen werd hen het duidelijkst van allemaal voorgeleefd. We zagen net al dat dit laat zien dat zelfs een volmaakte opvoeding voor ons niet genoeg is. Terwijl het wel heel belangrijk is.
Het laat ons ook nog iets anders zien. Het kan zijn dat je een groot cadeau van de HERE krijgt. Het cadeau dat je geboren wordt in een gezin waar de HERE in liefde gediend wordt. Je wordt geboren in een gezin met gelovige ouders. Je bent gedoopt en leeft binnen Gods verbond. De HERE is met Zijn belofte naar je toegekomen. Dat is zo’n groot voorrecht. Dat steeds weer de woorden van God, dat steeds weer Zijn liefde in Christus naar je toekomen.
Toch kan het zijn dat je met al die prachtige cadeaus verloren gaat. De reden daarvan is dan, dat jij die cadeaus in je leven niet uitpakt en ze niet echt in ontvangst neemt. Dat je niet gelooft. Er is niet de liefdesband met de HERE. Er is niet het omhelzen van Christus in je leven als je Verlosser en Heer. Het gaat erom dat je ontdekt dat je de Here Jezus echt voor je eigen schuld en zonden als Verlosser nodig hebt. Dat vraagt om belijdenis van je schuld en om het gebed dat de Geest volgens Gods belofte je juist dat leert. Dat Hij je tot een nieuw mens maakt. Dat in jouw leven gebeurt wat we in het doopsformulier zo belijden: “Wij en onze kinderen zijn in zonde ontvangen en geboren. Daarom rust Gods toorn op ons, zodat wij in het rijk van God niet kunnen komen, of wij moeten opnieuw geboren worden. Dit leert ons de onderdompeling in en de besprenkeling met het water. Daardoor wordt ons de onreinheid van onze ziel voor ogen gesteld. Dit moet ons ertoe brengen, dat wij een afkeer krijgen van onszelf, ons voor God verootmoedigen en onze reiniging en ons behoud buiten onszelf zoeken.” In en bij Christus!
Dat wil de Geest je heel echt geven. Dat heeft de HERE heel echt bij de doop belooft. Jakobus heeft zo’n groot cadeau van de Here God gekregen door in het gezin naast de Here Jezus op te groeien. Na een hele tijd van ongeloof is het de Here Jezus Zelf die zijn broer tot geloof brengt. Voordat we daar verder op letten, is het goed om te bedenken dat we ook bij het kruis zien dat Jakobus en de andere broers van de Here Jezus ver bij Hem weg staan. De Here Jezus vertrouwt de zorg voor moeder Maria niet toe aan Jakobus of een andere broer maar aan Zijn leerling Johannes! De geloofsband overstijgt de bloedband!
Vraag 2 Hoe brengen we het in praktijk dat de geloofsband de bloedband overstijgt? Vinden we dat moeilijk? Wat betekent de gemeenschap van de heiligen op dit punt? Hoe functioneert in jouw leven dat we elkaar in de gemeente broeders en zusters noemen?
Leider in Jeruzalem
Jakobus heeft afstand van zijn broer Jezus genomen. Hij verwachtte na Christus’ kruisiging net als al de andere mensen niet dat de Here Jezus zou opstaan. Er is op de derde dag niemand die bij het graf op Jezus als de Opgestane zit te wachten. Ook Jakobus niet. Het is de Here Jezus die als de Opgestane en als de Levende ervoor zorgt dat mensen Hem ontmoeten. Dat ze zien en voelen dat Hij echt leeft. Dat Hij de dood echt achter zich gelaten heeft.
Je ziet daarin de liefde en genade van God. Hoe groot is die! De Here Jezus brengt zelfs zijn broers die zoveel van Hem gezien hebben en toch niet geloofde tot het geloof in Hem. Paulus vertelt ons dat de Here Jezus ook Zijn broer Jakobus heeft opgezocht om hem van een verloren zondaar tot een verloste zondaar te maken. Om Hem tot een echte volgeling en liefhebber van Christus te maken. Het laat ons zien dat we nooit een excuus hebben om Christus niet in liefde te volgen. We lezen dit in 1 Korinthe 15:7,8: “Vervolgens is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan al de apostelen; maar het allerlaatst is Hij ook aan mij verschenen, als aan een ontijdig geborene.”
Nooit kunnen we als excuus gebruiken dat we te veel gezondigd hebben en dat Christus ons toch niet meer wil hebben. Wie echt zijn of haar zonden belijdt, kan altijd bij Christus komen en wordt door Hem met open armen ontvangen.
Jakobus is tussen Pasen en Hemelvaart tot geloof gekomen. Hij hoort op de dag van de hemelvaart tot de volgelingen van Christus we lezen namelijk in Handelingen 1: 14 na de hemelvaart: “Deze allen bleven eendrachtig volharden in het gebed, met enige vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders.”
Vraag 3 Wat zegt de manier van tot geloof komen van Jakobus en Paulus (Handelingen 9) ons vandaag over het tot geloof komen van mensen in onze tijd?
Deze Jakobus wordt in de gemeente een belangrijk persoon. We weten uit bronnen buiten de Bijbel dat hij de bijnaam kreeg: Jakobus, de rechtvaardige. Hij wordt de dominee van de gemeente in Jeruzalem en een man van groot gezag.
Ik geef een paar voorbeelden, waarin je ziet dat deze Jakobus een belangrijke plaats in de gemeente van Jeruzalem is gaan innemen.
a. Op een bepaald moment wordt de grote gemeente in Jeruzalem vervolgd. Paulus, die dan nog de naam Saulus draagt, neemt daarbij een heel grote plaats in. Dat zorgt er voor dat de gemeente van Jeruzalem uit elkaar geslagen wordt. De christenen gaan zich verspreiden over Judea en Samaria. Na de bekering van Paulus houdt de vervolging niet op. Het komt zover dat de apostel Jakobus, de broer van de Here Jezus om het geloof in Christus doodgemaakt wordt. Zie Handelingen 12:2.
Het is in de tijd dat ook Petrus in de gevangenis terecht komt. Er is dan een engel van de Here die Petrus weer de gevangenis uitleidt. Wanneer Petrus dan bij de andere leerlingen in Jeruzalem gekomen is, vertelt hij zijn verhaal. Hoe de Here voor bevrijding heeft gezorgd. We lezen dan in Handelingen 12:17: “Vertel dit aan Jakobus en de broeders.” En hij ging naar buiten en reisde naar een andere plaats.” Het is duidelijk dat Jakobus een belangrijke plaats in de gemeente van Jeruzalem inneemt. Het is ook duidelijk dat deze Jakobus niet de apostel is, want die was niet lang hiervoor als martelaar voor het evangelie gestorven.
b. We gaan nu naar Handelingen 15. De kerk van Christus mag door de zegen op de prediking groeien. Dat betekent dat er in meer plaatsen kerken komen. Ook gemeenten die geen of weinig Joodse achtergrond hebben. Dat leidt tot nieuwe vragen. Dat zorgt er ook voor dat niet in elke gemeente de dingen op precies dezelfde manier gebeuren. Moet het overal hetzelfde? Vooral de Joodse christenen hebben moeite met bepaalde dingen die de gelovigen uit de andere volken juist wel of niet doen. Daarover wordt dan in Jeruzalem vergaderd. Daar komen afgevaardigden uit verschillende kerken bij elkaar om hierover te spreken. Als je dat verder leest zie je dat Jakobus in die vergadering een heel belangrijke plaats inneemt. Zie hierbij ook Handelingen 21:15-26.
Als je alleen al hierop let, kun je begrijpen dat Paulus later over Jakobus als een pilaar in het kerkelijke leven spreekt: “En toen Jakobus, Kefas en Johannes, die geacht werden steunpilaren te zijn, de mij gegeven genade erkenden, gaven zij mij en Barnabas de rechterhand van gemeenschap, opdat wíj naar de heidenen en zíj naar de besnedenen zouden gaan”. Galaten 2:9.
We hebben in Jakobus dus met een gezaghebbende man in de kerk van die tijd te maken. Hij is ook in zijn sterven een getuige van Zijn Here en Heiland die ook nog zijn echte broer is.
Vraag 4 Lees Handelingen 21:15-26. Wat heeft het daar gebeurde ons vandaag te zeggen?
Jakobus’ sterven
We lezen in de Bijbel niets over het sterven van Jakobus. Toch weten we daar wel iets van. Zelfs door iemand die zelf geen christen was, maar die veel over de geschiedenis van de Joden geschreven heeft. Een man die leefde in de tijd van de Here Jezus. Hij is het ook die vertelt over de kruisiging van de Here Jezus en ook dat mensen in zijn tijd zeggen dat Hij opgestaan is. Hij is een Jood in Romeinse dienst. Zijn naam is Flavius Josefus. Het lijkt er op dat hij er zelf bij was toen dit gebeurde. Dat was in het jaar 62 na Christus. Dat betekent dus ook dat de brief van hem die we in de Bijbel vinden vòòr 62 na Christus geschreven is.
Wat lezen we bij Flavius Josefus over het sterven van Jakobus. Ik vat samen wat we in het begin van hoofdstuk 20 van zijn boek Antiquitates Judaicae lezen:
Stadhouder Festus had als nieuwe hogepriester Annas de zoon van Annas benoemd. Snel daarna sterft de stadhouder. In de tijd dat er geen stadhouder is roept Annas het Sanhedrin, o.a. de hoogste Joodse rechtbank bij elkaar. Hij laat Jakobus en een paar ander anderen voor de Raad verschijnen. Hij beschuldigt ze van overtreding van de wet van Mozes. Annas en de meeste leden van de Raad zijn Sadduceeën. Zij veroordelen Jakobus en de anderen. Zij worden gestenigd. Volgens een andere bron bidt Jakobus dan de woorden van zijn broer Jezus Christus: “Here vergeef hun want zij weten niet wat zij doen”.
De Farizeeën vonden de veroordeling van Jakobus onterecht. Zij waren geen christenen maar je kon Jakobus niet verwijten dat hij zich als Jood niet aan de wet hield die de HERE gegeven had. De Farizeeën sturen na de steniging hun protest naar koning Herodes Agrippa II en de nieuwe stadhouder Albinus die naar Jeruzalem op weg is. Het gevolg daarvan is dat Annas als hogepriester afgezet wordt. Tot zover Flavius Josefus.
Het is duidelijk dat Jakobus tot het einde van zijn leven Christus heeft beleden als de beloofde Verlosser. Als de Zoon van God. Hij is voor het evangelie gestorven. De Heilige Geest heeft deze man gebruikt om een deel van de Bijbel te schrijven. Hij schrijft een brief waarin hij heel duidelijk laat zien wat leven met Christus in de praktijk van het leven betekent. Wat een levend geloof is. Dat gaan we in de volgende hoofdstukken zien.
Vraag 5 Wat waren de verschillen tussen de Sadduceeën en de Farizeeën? Hoe zou je dat naar vandaag toe kunnen vertalen? Betrek hierbij o.a. Matt 22:23-33 en Handelingen 23:1-11.