Zesde preek Grote Verzoendag: Leviticus 16:16,18-20,24b-25: De Hogepriester heiligt vanuit het Heilige der heilige het heiligdom en brengt brandoffers

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 20:1,4

Lezing van Gods wet

Psalm 50:7,11

Gebed

Schriftlezing:  Markus 7:1-23

Psalm 78:1,2,19,20

Tekst: Leviticus 16: 16,18-20; 24b,25

Verkondiging van het evangelie

Gezang 17:1,2,3

Dankgebed

Collecte

Gezang 17:4,5

Zegen

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Vanmorgen wil ik onszelf eerst eens een vraag stellen. Dat is een vraag voor ons samen maar ook voor ieder persoonlijk. Die vraag is of jij en wij samen tempel van de Heilige Geest willen zijn? Ik stel met opzet het als een vraag. Waarom? Wij kunnen hoog opgeven van de kerk en van ons als gemeente van Christus. het is ook iets heel moois om kerk van Christus te zijn en iets dat heel kostbaar is. Juist als je dat ziet moeten wij ons de vraag stellen: Willen wij tempel van de heilige geest zijn. Niet een gemeente naar eigen  smaak, niet een gemeente met eigen doelstellingen maar met de vraag willen we en zijn we tempel van de Heilige Geest? Je kunt zeggen dat je het bent maar is dat ook zo? Gedragen we ons samen en persoonlijk als mensen die woonplaats zijn van de Geest. Zijn we een gemeente en mensen die zo leven dat de Geest ook echt bij ons woont? Zijn het alleen onze woorden of woont de Geest echt in en bij ons? Dan bedoel ik niet dat het maar de vraag is of de Geest wel volgens Zijn belofte bij en in ons wil wonen. Ik bedoel wel of wij ons door de Geest zo laten schoonmaken, veranderen en leiden dat we ook echt die tempel zijn. Misschien denk je wel dat het bij de tempel van de Heilige Geest alleen om de gemeente of alleen om je eigen hart en leven gaat. Dan vergis je je. We vinden in Gods eigen Woord zowel dat de gemeente als elke gelovige afzonderlijk tempel van de Geest is en moet zijn. We lezen dat in de brieven die Paulus aan de gemeente van Korinthe schrijft. Luister maar mee. Wanneer Paulus over de dreigende verdeeldheid in deze gemeente schrijft, laat hij zien hoe erg partijschap in Christus’ kerk is. Dan schrijft hij over de gemeente ook dit: “Weet u niet dat u Gods ​tempel​ bent en dat de ​Geest van God​ in u woont? Als iemand de ​tempel​ van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de ​tempel​ van God is ​heilig, en deze ​tempel bent u.” 1 Kor 3:16,17

Toch is het niet zo dat het mijn persoonlijke leven niet zou raken. Ook jij en ik worden persoonlijk tempels van de God  genoemd  die zo hebben te leven dat Hij ook in ons wil wonen. We zien dat heel duidelijk in 1 Kor 6 waar het gaat over hoe je op aarde leeft: “Vlucht weg van de ​hoererij. Elke ​zonde​ die een mens doet, is buiten het lichaam, maar wie ​hoererij​ bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam.

Of weet u niet, dat uw lichaam een ​tempel​ is van de ​Heilige​ Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.” Vs 18-20

Onze tekst heeft er alles mee te maken of en hoe we als tempel van God, van de Geest nu en morgen hebben te leven. We letten daarop als ik jullie het evangelie van Jezus Christus onder het volgende thema verkondig:

 

DE HOGEPRIESTER HEILIGT VANUIT HET HEILIGE DER HEILIGE HET HEILIGDOM EN BRENGT DAN BRANDOFFERS

 

  1. Heiliging vanuit God
  2. Dan ook je wijden aan God

 

  1. Heiliging vanuit God.

 

 De  Hogepriester is alleen in de tabernakel en later in de tempel. Verder is er niemand. Tot twee keer toe gaat de hogepriester het Heilige der heilige binnen. Eerst voor zichzelf en de andere priesters en daarna voor het volk. Hij brengt dan bloed van het offer van de stier en later van het offer van een bok naar de troon van God op aarde. Naar de ark. Hij drupt van het bloed op het verzoendeksel en op de vloer aan de voet van Gods troon. Dit is het bloed dat wijst op de verzoening met God voor wie eigen zonden aan Hem belijdt. Nadat de hogepriester twee keer deze dag in het Heilige der heilige geweest is, moet hij nog iets doen in de tempel. Hij moet van het bloed van de stier en van de bok ook gebruiken in het Heilige en voor het brandofferaltaar in de voorhof. Elke dag werd er in het heilige het reukwerkaltaar gebruikt. Als teken dat de gebeden van Gods volk elke dag naar de HERE gaan en dat God in de hemel naar de gebeden luistert. Dat is zo echt en zo zeker als als je elke dag de rook van het reukwerkaltaar bij de tempel omhoog ziet gaan en de geur ervan reukt.  De HERE is de Hoorder van het gebed! Wanneer jij en wij met ons hart ons leven bij Hem brengen dan zorgt Hij door alles heen voor ons.  Elke dag werden in de voorhof veel offers gebracht op het altaar dat daar stond. Het liet zien hoe Gods volk en ook gelovigen persoonlijk vergeving en nieuw leven bij de HERE zochten. Die offers waren in de tijd tot Christus sterven aan het kruis nodig voor de dienst aan de HERE. Zo wilde de HERE steeds weer levend houden het besef dat vergeving en een veranderd leven in Zijn dienst nodig zijn. Dat daarvoor eens het grote offer van de Verlosser gebracht zal worden.

Om dat in Gods ogen te kunnen blijven doen is het nodig om ook een keer per jaar het Heilige en het altaar in de voorhof schoon te maken. Ook die moeten met God verzoend worden door de zonden en de vuilheid die Gods kinderen daar gebracht hebben. De HERE laat zien dat Hij de Heilige God is die de zonden echt niet kan uitstaan en van wie de liefde voor Gods volk zo groot is dat Hij zelf het initiatief neemt om vrede te maken. Een vrede die er voor zorgt dat de priesters weer een jaar het Heilige  in kunnen en op het altaar in de voorhof hun werk voor Gods kinderen kunnen doen. Het is de HERE die met Zijn voorschriften daarvoor ruimte maakt. Daarin zie je het hart van de Heilige God als Vader voor Zijn kinderen kloppen. Wat een genade! Wat een genade voor een volk waarvan we in vers 16 lezen dat het een volk is waar je steeds weer de onreinheid vindt. Wij zijn mensen die eigenlijk door de zonden te vies zijn om aan te pakken. De HERE gaat in Zijn genade onder zo’n volk wonen en wil zelf zorgen voor vrede met dat volk als ze Hem zoeken, met hem leven, bij Hem vergeving en dat andere vernieuwde leven zoeken. Er is een element in de manier waarop de HERE dit voorschrijft waar ik nu jullie bijzondere aandacht wil vragen. Dat is de volgorde waarin de HERE die schoonmaak, die reiniging, die verzoening voorschrijft. Het moet beginnen in het Heilige der heilige en vandaaruit gaat het naar het Heilige en de Voorhof.  Het moet gebeuren vanuit de troon van God, vanuit de HERE. De heiliging, de echte schoonmaak die nodig is moet komen van binnen naar buiten. Vanuit de HERE en daarom vanuit het Heilige der heilige en gaat zo het hele huis van God door.

Dan kom ik nu terug op de inleiding. Wij zijn Gods tempel, wij moeten  huis van God zijn. Samen en ook persoonlijk. Dat kan alleen als we door God van binnen naar buiten schoongemaakt en veranderd worden. We vinden hier een heel belangrijke boodschap van God ook voor ons vandaag. Als gemeente en persoonlijk.

Daarbij zijn er een paar heel belangrijke vragen:

Willen wij, wil jij tempel van de heilige Geest zijn?

Besef jij dat dit veel meer is dan het houden van bepaalde regels?

Besef je dat het niet alleen innerlijk is maar ook uitstraalt naar je hele leven? Die laatste vraag komt vooral in het tweede punt aan de orde.

Zonder de HERE, zonder dat wij ons leven niet buiten onszelf in Christus zoeken wordt het niets. We moeten heel echt bij Christus zijn en op Hem aangesloten zijn. Om bij de Vader te horen, om met liefde op Christus aangesloten te zijn zoals druiven alleen kunnen groeien als ze aan een plant verbonden zijn. (Joh 15).  De HERE heeft ons Zijn belofte gegeven zoals we het in deze dienst zelfs mochten zien en horen bij de doop Salome Anneke ter Velde. Hij belooft in de doop dat hij ons de heilige Geest wil geven. De geest die van de HERE komt, die zelf God is en in ons wil wonen en ons de liefde voor Christus wil geven en ons nieuwe mensen wil maken. Zo komt de verandering, de vernieuwing, de grote schoonmaak van ons leven vanuit de hemel.  De Here Jezus maakt dat Nikodemuus en ons heel duidelijk in Johannes 3: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het ​Koninkrijk van God​ niet zien.  …… Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en ​Geest, kan hij het ​Koninkrijk van God​ niet binnengaan. Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de ​Geest​ geboren is, is ​geest. Verwonder u niet dat Ik tegen u gezegd heb: U moet opnieuw geboren worden.” Vs 3,5-7

Wij hebben nodig om van bovenaf geboren te worden! Vanuit God! Dat vraagt van ons dat we vanuit wat we van de HERE zien andere mensen willen worden. Dat we niet onszelf willen blijven. Dat we maar niet alleen netjes willen leven in een aardig opgeruimd huis maar echt tempel van de Geest willen zijn. Dat is veel meer dan een netjes leven leiden. Veel meer dan zelf de ergste rommel in je leven opruimen en denken dat je het vergeleken met veel anderen toch heel aardig doet. Denken dat God je om je netjes zijn wel aanneemt. Nee, jij en ik moeten bereid zijn om ons leven op zijn kop te laten zetten. Bidden om de Geest dat die ons leven omkeert en ons echt bij Christus brengt als arme zondaren, als mensen die met hun zonden tot in het diepst van je hart tot God komt en vraagt om dat radicaal veranderende werk van de Geest in ons. Dan ga je zien dat netjes leven volgens allerlei regeltjes het echte leven met de HERE niet is. Dat maakt de Here Jezus o.a. duidelijk wanneer Hij vertelt wat ons echt vies voor de HERE maakt.  We lezen daarover in Markus 7:

“En Hij zei tegen hen: Bent ook u zo onwetend? Ziet u niet in dat alles wat van buitenaf de mens binnengaat, hem niet kan verontreinigen? Want het komt niet in zijn ​hart​ maar in zijn buik en gaat in de afzondering naar buiten. Zo wordt al het voedsel gereinigd. En Hij zei: Wat uit de mens naar buiten komt, dat verontreinigt de mens. Want van binnenuit, uit het ​hart​ van de mensen, komen voort kwade overwegingen, alle ​overspel, ontucht, ​moord, diefstal, hebzucht, allerlei kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, lastering, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit en verontreinigen de mens.” Vs 18-23

Uiterlijke dingen kunnen ons niet schoonmaken en zijn ook niet die ons echt vies kunnen maken. Daar ligt de oorzaak niet. Daarom kunnen ook allerlei eigen regels die boven de Schrift uitgaan ons niet tot echte kinderen van God maken. Ook dat wijst de Here Jezus aan in Markus 7: “Daarna vroegen de ​Farizeeën​ en de ​schriftgeleerden​ Hem: Waarom wandelen Uw discipelen niet volgens de overlevering van de ouden, maar eten zij het brood met ongewassen handen? Maar Hij antwoordde hun: Terecht heeft ​Jesaja​ over u, huichelaars, geprofeteerd zoals er geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun ​hart​ houdt zich ver bij Mij vandaan. Maar tevergeefs eren zij Mij door leringen te onderwijzen die geboden van mensen zijn. Want terwijl u het gebod van God nalaat, houdt u zich aan de overlevering van de mensen, zoals het wassen van kannen en ​bekers; en veel andere dergelijke dingen doet u.” vs 5-8

Het gaat erom dat we van binnenuit door God vernieuwt, schoongemaakt en veranderd worden. Dat we vragen om dat werk van de Geest in ons. Zodat de Geest in ons woont en dat niet de demonen in een door onszelf opgeknapt huis komen wonen. Zie Lukas 11:23-25 Want dan wordt het alleen maar erger. Verbonden zijn met de HERE betekent dat we onszelf willen verloochenen en dat we bidden dat de Geest ons leven verandert en dat steeds weer doet. Waar we zo van binnenuit veranderd worden, willen we ook echt voor de HERE leven. Dat zien we in de tweede plaats.

 

  1. Dan ook je wijden aan God  

 

 De hogepriester heeft zijn bijzondere werk op de Grote Verzoendag gedaan. Hij heeft de speciale kleren die hij daarvoor moest aantrekken weer uitgedaan. Hij heeft zich gewassen en komt nu weer met zijn prachtige hogepriesterlijke kleren aan naar buiten. Hij komt in de voorhof waar iedereen hem kan zien. Het is nu zijn taak om als hogepriester nog twee brandoffers te brengen. Weer een voor zichzelf en de andere priesters en een voor het volk.

Het huis van God  is nu zo geheiligd dat er een jaar de dienst van de verzoening, van het vrede maken met God kan plaatsvinden. Dat wat wijst op Christus grote offer voor jou en mijn zonden en schuld is gedaan. Op grond van het bloed van Christus kunnen we verder leven. Kan er vrede, kan er de liefdesband met de HERE zijn. 

De hogepriester heeft alle bijzondere handelingen van de Grote Verzoendag gedaan die op de komst van Christus wezen als de Verlosser die Zijn leven ging geven. Als de Verlosser die onze schuld en zonden op zich genomen heeft. Die ze ook uit ons leven weggedragen heeft. Christus is de vervuller als Hogepriester, als offer, als levende bok van de Grote Verzoendag. In die rijkdom mogen wij leven. Dan komt de hogepriester naar buiten en gaat gewone brandoffers brengen. Voor zichzelf en de andere priesters en een voor het volk. Wat is nu de boodschap van deze brandoffers na alles wat op de Grote Verzoendag al gebeurd is? Is het niet vreemd dat je ook bij deze brandoffers leest dat er daardoor verzoening gedaan wordt, vrede gemaakt wordt met God? Dat was toch al gebeurd?

Hier ligt ook een heel belangrijke boodschap voor ons vandaag. Het grote offer is gebracht en toch is het ons hart, de wereld om ons heen en de duivel die nog altijd aan ons trekken. Die verleiden, die ons weer de kant van een leven tegen Gods wil en zonder  Christus willen laten gaan.  Toch zien we in ons leven juist als we vanuit Gods liefde naar ons leven kijken nog elke dag dingen die niet goed zijn. Die zondig zijn.

Wat leert de Geest ons op Grote Verzoendag en door het hele Woord van God heen? Om steeds weer op Christus en Zijn offer aan het kruis gebracht te letten. Om daar Hem te zien die uit ongelooflijke liefde mijn schuld en zonden op Zich genomen heeft. Om Hem en Zijn offer als het fundament van mijn en ons leven vast te grijpen. Zonder dat we ooit een slordig leven willen gaan leiden omdat Jezus toch voor al mijn zonden geleden heeft. Zonder om de dagelijkse vraag om vergeving die we zo nodig hebben te vergeten. Vanuit het grote offer waarop op Grote Verzoendag de aandacht gevestigd is, leert de Geest ons om op grond van dat offer  elke dag in tere liefde voor de HERE te leven en om onze schuld te belijden en vergeving te vragen. Het offeren is voorbij. Op grond van het offer dat Christus gebracht heeft, leert Hij ons elke dag in het onze Vader ook dit te bidden: “En ​vergeef​ ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren ​vergeven. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.” Matt 6:12,13

Dat mogen we elke dag vragen, dat hebben we elke dag nodig in de naam van Christus. Dat is op grond van Zijn gebrachte offer aan het kruis. Als reactie daarop is het de Here Jezus die in de hemel op grond van het werk dat Hij voor ons gedaan heeft, doet wat we lezen in de brief aan de Romeinen en de Hebreeën:

Rom 8:34:  “wie zal veroordelen? ​Christus​ ​Jezus​ is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit. “

Hebreeën 7:25: “Daarom kan Hij ook volkomen behouden, wie door Hem tot God gaan, daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.”

Hebreeën 9:24: “Want ​Christus​ is niet binnengegaan in een ​heiligdom​ met handen gemaakt, een afbeelding van het ware, maar in de hemel zelf, om thans, ons ten goede, voor het aangezicht Gods te verschijnen”.

Wie Christus zo kent, wil vanuit Zijn offer, Zijn ongelooflijke zelfopoffering ook voor Hem leven. Het bloed van Christus dat gebracht is  voor jou en mij om vrede met God en eeuwig leven te verdienen, roept om een leven in dienst van Hem. Roept er om om echt tempel van de Heilige Geest te willen zijn. Om niet meer eigen baas te willen zijn. Gods liefde en Christus bloed leert me dan door de Geest om geen baas te willen zijn over mijn woorden. Dan wil ik niet meer zeggen wat ik denk en voel maar wil ik mijn mond gebruiken om   de lof op God te bevorderen en te bouwen in liefde voor mijn naaste. Dan wil ik niet meer eigen baas zijn over mijn handen en voeten. Dan zie ik hoe de handen en voeten  van de Here Jezus als de Onschuldige doorboord zijn met de spijkers. Hoe Hij leed om vergeving te verdienen voor wat ik met mijn daden verkeerd gedaan heb en daarmee Gods eer en de naam van de naaste aangetast heb.

Dan wil ik de HERE nog dieper dienen in liefde.  Ik wil niet meer zelf bepalen wat mijn gevoelens en verlangens zijn. Ik wil me ook daarin al meer wijden en laten veranderen. Door de Geest. Heilige Geest ruim in mijn leven toch al meer op wat daarin strijdt met de liefde voor U en de naaste. Laat mijn leven toch al meer een lofzang op U zijn. Al meer zijn waartoe U ons o.a. in Rom 12 oproept: “Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te ​wijden​ als een levend offer, ​heilig​ en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.

2En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.” vs 1,2 HSV

Jij wilt toch wel echt tempel van de Heilige Geest zijn en je hele leven aan de HERE wijden? Daarom bid jij toch wel elke dag. Als dat niet zo is kan je huis wel mooi gelovig op orde lijken van de buitenkant maar in werkelijkheid leeft dan de zonde en de duivel in jou. Laat jouw en mijn leven en ons leven als gemeente een leven zijn dat spreekt van de HERE en Zijn liefde. Dan heb je eeuwig toekomst. Anders niet.  

  

AMEN